Wat is een varicocèle (spatader in de balzak)?
Een varicocèle kunt u vergelijken met spataderen elders in het lichaam. De aderen in de balzak zijn uitgezet. Dit komt doordat de klepjes in de aderen, die er voor zorgen dat het bloed één kant op stroomt, niet meer goed werken. Hierdoor kan er relatief veel bloed blijven staan of terugstromen richting de teelbal. Dit kan voor een zwelling in de balzak zorgen. De varicocèle zit meestal links. Dit heeft te maken met de manier waarop de ader van de linkerbal is aangesloten. Een varicocèle is onschuldig en komt vaak voor.
Klachten
Een varicocèle geeft meestal geen of nauwelijks klachten. Als er klachten zijn, is dit meestal een zwaar gevoel in de balzak, met name aan het einde van de dag, na lang staan, bij inspanning of bijvoorbeeld na een lange autorit.
Een varicocèle zorgt niet voor onvruchtbaarheid. Wel hebben sommige mannen die minder vruchtbaar zijn een varicocèle.
Onderzoek
Tijdens een lichamelijk onderzoek kan de uroloog vaststellen of er een varicocèle is. Soms is ook een echo van de balzak nodig. Dit gebeurt op de afdeling radiologie.
Behandeling
Meestal is er geen behandeling voor een varicocèle nodig.
Een behandeling kan nodig zijn:
- Als er hinderlijke klachten zijn die het gevolg zijn van een varicocèle.
- Als er sprake is van verminderde vruchtbaarheid waarbij ook sprake is van een varicocèle.
Er zijn twee manieren om een varicocèle te behandelen:
- Operatie door de uroloog.
- Ingreep door de radioloog (embolisatie), waarbij de spatader van binnenuit wordt afgesloten. Zie hiervoor de folder embolisatie vena spermatica. De ingreep heeft een succeskans van ongeveer 80%. Embolisatie is een minder invasieve ingreep met minder kans op complicaties. De operatie heeft een lagere kans op terugkeer van de varicocèle.
Voorbereiding op de operatie
- De uroloog vertelt u wat u moet doen als u bloedverdunners gebruikt. Bent u na het gesprek met de uroloog begonnen met (andere) bloedverdunners? Geef dit dan snel door aan de polikliniek urologie.
- U krijgt een afspraak met de anesthesist. U bespreekt met hem of haar welke verdoving u krijgt.
- Ongeveer 1 week voor de operatie krijgt u bericht van het ziekenhuis. Daarin staat hoe laat u moet komen en vanaf wanneer u niets meer mag eten of drinken.
- Voor deze operatie wordt u opgenomen op de dagbehandeling.
Operatie
Er wordt in de lies een kleine snede gemaakt (soms wordt er gekozen voor een snede in de onderbuik of hoog in de balzak). De uitgezette bloedvaten worden opgezocht en afgebonden. De wond wordt met oplosbare hechtingen gesloten. De ingreep duurt ongeveer 30 minuten.
Na de operatie
- U gaat eerst naar de uitslaapkamer. Hier blijft u totdat u goed wakker bent en uw pols en bloeddruk goed zijn.
- De uroloog vertelt u wanneer u weer mag beginnen met bloedverdunners (als u die gebruikt).
- Rijd niet zelf naar huis.
Leefregels
- Bij pijn mag u paracetamol gebruiken. Neem 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg.
- Eén dag na de operatie mag u weer douchen.
De eerste twee weken na de operatie:
- Niet in bad of zwemmen.
- Geen zwaar werk doen.
- Niet fietsen of sporten.
Complicaties na de operatie
- Een blauwe plek of bloeduitstorting bij de wond komt vaak voor. Dit hoeft niet behandeld te worden.
- Heeft u veel pijn bij de wond, een infectie, of koorts boven 38,5 graden? Neem dan contact op met de polikliniek urologie.
- In zeldzame gevallen kan een zenuw beschadigd raken. Deze zenuw loopt naar de buitenkant van het bovenbeen. Hierdoor kan een doof gevoel ontstaan.
Controle
Volgens afspraak komt u op controle bij de uroloog.
Bellen met het ziekenhuis
- U kunt bellen met de poli urologie: 0341-46 35 58
(maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.30 uur)
- Bij spoed in de avond, nacht of in het weekend: 0341- 46 39 11
Tot slot
Deze folder geeft extra informatie naast het gesprek met uw uroloog. Heeft u nog vragen? Bel dan met de polikliniek urologie. Meer informatie vindt u op: