l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStJansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

085 079 18 79 

 

 

www.huisartsenspoedpostlelystad.nl 

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

VlagB
Folders

Sondevoeding geven, voor ouders

Versienr: 1
Inhoud van dit artikel
    Inhoud van dit artikel

      Sondevoeding 

      Uw kind was in het ziekenhuis. Nu mag uw kind naar huis, omdat het beter is. Uw kind kan nog niet goed zelf drinken. Daarom krijgt uw kind eten via een sonde. U leert hoe u dit eten via de sonde kunt geven. Zo kan uw kind thuis goed groeien en leren drinken.

       

      We helpen u stap voor stap. Als u het zelf durft, kunt u de sondevoeding alleen geven. Heeft u hulp nodig? Dan kunt u bellen met het ziekenhuis of de thuiszorg.

       

      Controle voor het geven van voeding 

      De sonde gaat van de neus naar de maag. Het is belangrijk om te kijken of de sonde nog goed zit, voordat u voeding geeft. 

       

      Kijk eerst naar de pleister op de neus: 

      • Ziet de pleister er hetzelfde uit als de vorige keer? 
      • Zit de sonde nog op dezelfde plek (de juiste cm)? 
      • Is er niets veranderd aan de sonde? 
      • Als alles goed is, kunt u starten met voeden. 
      • Als u twijfelt, haal dan wat maagsap eruit. 

       

      Meet de zuurgraad (pH) van het maagsap: 

      • Is de pH lager dan 5,5? Dan is het veilig om voeding te geven. 
      • Is de pH 5,5 of hoger? Wacht 10 minuten en meet nog een keer. 
      • Is de pH dan nog steeds 5,5 of hoger? Geef geen voeding en bel de thuiszorg. 

       

        

       

      Voeding geven via de sonde 

      • Was altijd uw handen. 
      • Maak de juiste hoeveelheid voeding klaar. 
      • Neem uw kind op schoot. Als uw kind slaapt, mag het blijven liggen. Zorg dat u makkelijk bij uw kind kan om hem rechtop te houden. 
      • Maak de sonde open. Buig het slangetje net onder het dopje, zodat er geen lucht in komt. 
      • Zet de grote spuit zonder stamper op de sonde. 
      • Giet de voeding in de spuit. Soms moet u dit in kleine stapjes doen. 
      • Druk de voeding met de stamper een beetje aan. Houd de spuit hoger dan de maag, dan loopt de voeding vanzelf naar binnen. 
      • Als de voeding klaar is, knik het slangetje onder het dopje dicht. 
      • Spoel de sonde door met 2 ml lucht of water (wat u is verteld). 
      • Dit zorgt dat de sonde schoon blijft en niet verstopt raakt. 
      • Heeft uw kind medicijnen via de sonde? Spoel dan altijd door met 2 ml water. 
      • Maak de sonde goed dicht. 
      • Maak twee keer per dag de mond van uw kind schoon met een nat gaasje. 

         

       

      Wanneer stopt u met voeden? 

      • Als u twijfelt of de sonde goed zit: Kijk of de pleister nog goed zit. Meet de pH van het maagsap. Is de pH hoger dan 5,5? Of krijgt u geen maagsap? Bel dan de thuiszorg.
      • Als uw kind begint te hoesten tijdens het voeden: Stop meteen met voeden. Knik het slangetje dicht. Wacht tot uw kind rustig is voordat u verder gaat.
      • Als uw kind braakt: Haal de spuit van de sonde af. Sluit de sonde goed af. Houd uw kind rechtop. Kijk of de pleister nog goed zit en meet de pH van het maagsap. Is er iets niet goed? Laat dan de thuiszorg komen om de sonde te controleren. Kijk ook in de mond of de sonde niet gekruld zit.
      • Als uw kind blauw of grauw wordt: Stop direct met voeden. Houd uw kind rechtop. Bel meteen de thuiszorg of verpleegkundige.

       

      Belangrijke tips 

      • Kinderen met een sonde moeten soms boeren. Laat uw kind daarom na het eten even boeren. 
      • Gebruikte spuiten mag u maximaal 1 week bewaren:
        • Spoel ze goed schoon met koud water.
        • Bewaar ze in de koelkast (niet warmer dan 7 °C).
        • Gebruik een nieuwe spuit als de oude vies is, als de letters niet meer leesbaar zijn, of als hij niet in de koelkast heeft gestaan.
      • Als u de sonde niet gebruikt, spoel deze dan één keer per dag door met 5 ml water. 
      • De sonde mag zes weken blijven zitten. Daarna moet hij vervangen worden. 

       

      Welke spullen heeft u nodig? 

       

      A = Afplakmateriaal voor de wang 

      B = Grote en kleine sondespuiten 

      C = Sonde 

      D = Neuspleister en coloplast tegen beschadiging van de huid 

      E = pH-meetstrips 

       

      Aftekenlijst Sondevoeding toedienen 

       

      Voorbereiding 

      Ouder/verzorger 1             Datum 

      Paraaf 

      Ouder/verzorger 2             Datum 

      Paraaf 

      Ouders/verzorgers krijgen instructiefolder en lezen deze door 

       

             

      Verpleegkundige geeft meer uitleg aan de hand van de folder 

       

             

      Verpleegkundige doet de handeling, ouders/verzorgers kijken mee 

       

             

      Ouders/verzorgers geven sondevoeding onder begeleiding 

       

             

      Ouders/verzorgers geven zelfstandig sondevoeding 

       

             

      Ouders/verzorgers weten hoe de neuspleister verwisseld moet worden 

       

             

      Ouders/verzorgers kunnen de pH meten 

             

       

       

      Wat is uw mening over deze folder?
      Klik hier om enkele vragen te beantwoorden of ga naar https://www.stjansdal.nl/folder-mening

      Meer informatie? Kijk op https://www.stjansdal.nl
      De informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Desondanks kunnen geen rechten aan de vermelde informatie ontleend worden. Meer informatie https://www.stjansdal.nl/disclaimer

      Geprint op 13-10-2025