Uw reumatoloog heeft u Infliximab voorgeschreven. In deze folder leest u meer lezen over dit geneesmiddel.

Hoe werkt Infliximab?

Een ontsteking is een kettingreactie van stoffen die op elkaar reageren. Deze kettingreactie is te onderbreken door een schakel uit deze ketting te blokkeren. Dat doet Infliximab, die blokkeert de stof TNF-alfa. Daardoor stopt de ontsteking en nemen de klachten af. Infliximab heet daarom een TNF-alfa-blokker/remmer. De werking van Infliximab treedt op na zes tot twaalf weken.

 

Voor wie is Infliximab geschikt?

Inflixiimab is een medicijn voor mensen met ontstoken gewrichten door reuma. Bijvoorbeeld reumatoïde artritis of Bechterew. Het wordt gebruikt als andere medicijnen tegen reuma niet goed helpen. Voordat u met Infliximab begint, kijkt de arts of u geen verborgen infectie heeft.

 

Hoe gebruikt u Infliximab?

Infliximab kan via een infuus of via een injectie worden gegeven. De reumatoloog kiest samen met u welke manier u krijgt. Voor een infuus komt u naar de dagopname in het ziekenhuis. Is ergekozenvoor een prik? Danstart u in sommige gevallen ook met een infuus.

 

Infuus

• Het infuus duurt 1 tot 3 uur. Daarna blijft u ongeveer 1 uur op de afdeling voor observatie.

• Bij de eerste twee infusen blijft u 2 uur voor observatie.

• Het eerste infuus krijgt u in week 0 en het tweede infuus in week 2.

• Het derde infuus krijgt u in week 6. Daarna krijgt u een infuus om de 8 weken.

• De dosering van het infuus hangt af van uw gewicht.

 

Kiest u voor een prik? Dan krijgt u in sommige situaties eerst in week 0 en 2 een Infliximab infuus.Vier weken daarna, dus in week 6, start u met de prikken. Die krijgt u iedere twee weken.

 

Prikken

• Krijgt u geen infuus maar meteen een prik, dan krijgt u in de eerste vier weken iedere week een prik en daarna elke 2 weken.

• De prik kunt u thuis zelf zetten, na uitleg van de verpleegkundige.

• U moet de prik op een vaste dag geven.

• De prikken krijgt u van de poli-apotheek van het St Jansdal ziekenhuis. Ook krijgt u een naaldencontainer en een koeltasje mee.

 

Wat zijn de bijwerkingen?

Iedereen reageert anders op medicijnen. Het is daarom niet precies te zeggen welke bijwerkingen u krijgt. Mogelijke bijwerkingen zijn:

• Verhoogde kans op infecties

• Hoofdpijn
• Duizeligheid
• (Neus)verkoudheid
• Kortademigheid
• Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree of obstipatie
• Huiduitslag of jeuk
• Spierpijn
• Vermoeidheid
• Afwijkende bloedwaarden
• In geval van injecties: huidreactie

 

Wat moet u doen als u bijwerkingen heeft?

Op de dagopname wordt u goed in de gaten gehouden terwijl het infuus loopt. Krijgt u een allergische reactie? Dan gaat het infuus langzamer of wordt het gestopt. Zo nodig krijgt u medicijnen tegen de allergische reactie. Gaan de klachten snel weg? Dan gaat het infuus verder terwijl u extra wordt gecontroleerd. Meld altijd meteen klachten van een allergische reactie aan de verpleegkundige.

 

Maakt u gebruik van een prik? Vertel dan mogelijke bijwerkingen aan uw reumatoloog of reumaverpleegkundige.

 

Bij infecties

• Heeft u een infectie? Dan moet het infuus of de prik worden uitgesteld.

• Bel de poli reumatologie via het telefoonnummer 0341 – 46 37 99.

• Bel ook uw huisarts om te laten kijken of de infectie behandeld moet worden.

 

Bij huidreacties

• Krijgt u een huidreactie? Wacht eerst even af.

• Gaat de reactie niet weg binnen een paar dagen of wordt het erger? Bel dan de poli reumatologie of uw huisarts.

 

Vragen over bijwerkingen

Heeft u andere vragen? Bel de poli reumatologie, telefoonnummer 0341 – 46 37 99.

 

Wanneer mag u Infliximab NIET gebruiken?

Wanneer u een infectie heeft, mag u geen Infliximab toegediend krijgen.

Het medicijn onderdrukt uw afweersysteem. Daardoor heeft u misschien minder klachten, maar het herstel duurt langer. De behandeling wordt tijdelijk gestopt tot de infectie helemaal weg is. Daarna mag u weer beginnen met Infliximab. Een infectie kan op de huid of in het lichaam aanwezig zijn. Hierbij kunt u denken aan de volgende voorbeelden:

 

Een infectie op de huid:

• Geïnfecteerde wondjes

• Open been (ulcus cruris)

• Steenpuist

• Koortslip

• Ingegroeide of ontstoken teennagel

 

een infectie in het lichaam:

• koorts

• (buik)griep
• hoesten, bronchitis, longontsteking
• keelpijn, verkoudheid
• voorhoofdsholteontsteking

• blaasontsteking

 

Bij een lichte verkoudheid mag Infliximab wel gegeven worden.

 

Vraag u vóór elk infuus of injectie af of u een infectie heeft

1.   Heeft u de afgelopen dagen koorts gehad?	JA/NEE
2.   Heeft u de afgelopen dagen keelpijn gehad?	JA/NEE
3.   Heeft u de afgelopen dagen diarree gehad?	JA/NEE
4.   Heeft u huidinfecties zoals steenpuisten of wonden?	JA/NEE
5.   Heeft u benauwdheidsklachten of moet u vaak hoesten?	JA/NEE
6.   Heeft u pijn bij het plassen?	JA/NEE
7.   Heeft u bijwerkingen gehad van het vorige infuus?	JA/NEE
8.   Bent u nu erg verkouden?	JA/NEE
9.   Heeft u kort geleden antibiotica gebruikt?	JA/NEE
10. Bent u de afgelopen dagen kortademig en heeft u last van gezwollen enkels?	JA/NEE
11. Wordt u binnenkort opgenomen voor een operatie?	JA/NEE

 

Heeft u één of meer van de bovenstaande vragen met “JA” beantwoord?Dan mag u het infuus of de injectie nu NIET krijgen. Het infuus of injectie moet worden uitgesteld.  Bel met de reumaverpleegkundige, telefoonnummer 0341 - 46 37 99. Twijfelt u? Of heeft u vragen? Bel dan ook om te overleggen.

 

Wat moet u nog meer weten?

Operatie

Wordt u geopereerd? Stop dan twee weken vóór de operatie met Infliximab.
Na de operatie mag u weer beginnen met Infliximabt als de wond helemaal genezen is. Overleg met uw reumaverpleegkundige op welke datum u start met uw infuus of prik. Wordt u onverwacht geopereerd? Meld dan altijd dat u Infliximab gebruikt.

 

Reizen

• Het is verstandig een medicijnpaspoort mee te nemen. Hierin staat uw actuele medicatie. U krijgt dit bij uw apotheek.

• Infliximab injecties moeten koel vervoerd worden, in de bijgeleverde koeltas met koelelement. Leg het direct in de koelkast als u op uw bestemming bent.

• Infliximab mag niet bevriezen. Als het bevriest, werkt het medicijn niet meer.

• Vliegt u? Neem Infliximab mee in uw handbagage. In het laadruim kan het vriezen. U heeft ook een douaneverklaring nodig. Vraag deze aan bij de poli reumatologie.

 

Vaccinatie

• Een vaccinatie met een levend verzwakt vaccin, zoals bof, mazelen, rode hond (BMR), gele koorts, polio of BCG (tegen Tuberculose) is niet veilig tijdens de behandeling met Infliximab. Tijdens de behandeling met Infliximab mag u hiervoor niet gevaccineerd worden.

• Gaat u later verre reizen maken? Vraag advies bij de GGD vóórdat u met Infliximab begint. Overleg dit met uw reumatoloog.

• De griepprik is wel veilig en wordt aangeraden, bij voorkeur tussen twee prikken of infusen in.

 

Zwangerschap

• Tijdens het gebruik van Infliximab mag u niet zwanger worden. Gebruik goede anticonceptie.

• Wilt u zwanger worden? Bespreek dit met uw reumatoloog of reumaverpleegkundige.

• Na stoppen met Infliximab moet u nog minstens drie weken anticonceptie gebruiken.

• Tijdens Infliximab wordt borstvoeding afgeraden.

 

Heeft u nog vragen?

Bel dan met de polikliniek Reumatologie, telefoonnummer 0341 - 46 37 99. U kunt ook een niet dringende vraag stellen via Mijn St Jansdal. Wij proberen uw vraag binnen 3 werkdagen te beantwoorden.