De dokter heeft gezien dat je je pols gebroken hebt. In deze folder vertellen we wat de dokter kan doen om je pols beter te maken. Soms wil de dokter nog iets anders doen dat niet in deze folder staat. De dokter zal je dat dan goed uitleggen.
Je pols
Je pols is een gewricht. Het wordt gemaakt door de botjes in je hand en de twee botten in je onderarm: je spaakbeen en je ellepijp. Bij kinderen is het bot veel soepeler dan bij volwassenen. Om het bot zit een laagje dat beenvlies heet. Bij jou is dit laagje dikker dan bij volwassenen.
De breuk
Vaak zit de breuk alleen in het bot zelf en is het beenvlies eromheen nog heel. Zo’n breuk noemen we een groene-takbreuk of twijgbreuk. Soms is er een breukje in het spaakbeen en soms in de ellepijp. Meestal staan de botdelen goed (er zit alleen een klein knikje) en hoeft de dokter de breuk niet te ‘zetten’. Als het botvlies wel is gescheurd, kunnen de botdelen verschoven zijn. Dan moet de dokter de breuk wél ‘zetten’.
Bij het ‘zetten’ van je pols zet de dokter het bot weer op de goede plek.
De behandeling
Als je naar de spoedeisende hulp gaat en je pols is misschien gebroken, krijg je vaak medicijnen om te zorgen dat je pols fijner aanvoelt. Dat kan een drankje of een zetpil zijn.
Er wordt een foto van je pols gemaakt. De dokter kijkt dan of je pols gebroken is en wat voor breuk het is. Als het bot goed staat, krijg je gips om je hand en onderarm.
|
Voor ouder(s) Soms blijft een klein knikje in het bot zitten. Bij kinderen groeit het bot binnen een paar maanden weer helemaal recht. |
Als de dokter de breuk zet
Als de dokter de breuk moet zetten, kun je extra medicijnen krijgen. Dat kan een drankje of een zetpil zijn. Soms krijg je in je arm een verdoving.
De dokter kan ook beslissen dat de breuk tijdens een operatie beter gemaakt moet worden. Je gaat dan naar de operatiekamer en krijgt een roesje of narcose (dit is een speciale ziekenhuis slaap). Soms moet je daarna een nachtje in het ziekenhuis blijven op de kinder- en tienerafdeling.
Na het zetten komt er gips om je hand en onderarm. Daarna wordt een foto gemaakt om te kijken of het bot goed staat. Als dat niet zo is, wordt de pols nog een keer gezet.
Na de behandeling
Als je naar huis mag, krijg je een draagdoek of sling voor je arm. Zo krijgt je pols rust. ’s Nachts hoef je de draagdoek of sling niet om te doen.
Het is wel belangrijk dat je je arm rustig houdt. Zo geneest je pols goed en heb je minder pijn.
|
Voor ouder(s) U krijgt vaak een recept mee voor een pijnstiller voor de eerste nacht. De volgende dag is de pijn meestal al minder. Heeft uw kind toch veel pijn? Neem dan contact op met de spoedeisende hulp. |
Controle van de breuk
Als je terugkomt voor controle van je breuk, kan er een nieuwe foto van je pols worden gemaakt. Soms krijg je dan ook nieuw gips om je arm.
Hoe lang gips?
Hoe lang je gips om je arm moet hebben, hangt af van je breuk. Bij een twijgbreuk is meestal twee weken genoeg. Bij een grotere breuk is vaak vier weken nodig.
Als het bot goed is en het gips eraf kan, is het verstandig om nog twee weken te wachten voordat je gaat sporten. Zwemmen mag wel meteen nadat het gips eraf is. De dokter zal je uitleggen wat goed is voor jou.
Andere tips
Als je merkt dat je draagdoek niet meer nodig is, hoef je hem niet meer te dragen. Je mag je hand en arm weer gebruiken zoals je zelf wilt. Je voelt zelf wat je wel en niet kunt doen.
Ten slotte
In het ziekenhuis kom je allerlei verschillende mensen tegen, zoals dokters of verpleegkundigen. Wij willen je zo goed mogelijk vertellen wat er gebeurt. Lees daarom deze folder goed. Het helpt je als je weet wat er gaat gebeuren. Je ouders lezen deze folder ook. Vraag hen om dingen uit te leggen die je niet begrijpt.
Lees meer in de folder Rechten van kinderen, informatie en toestemming.
Ken jij onze kinderwebsite al?
Kijk op www.stjansdalkids.nl voor filmpjes, foto’s en tips. Zo ga je nog beter voorbereid naar je afspraak.