De ontwikkeling van de darmen van de baby 

Krampjes zijn normaal. Ze horen bij de ontwikkeling van de darmen van de baby. 

Darmkrampjes beginnen meestal rond twee weken na de geboorte. Ze kunnen op het ergst zijn bij ongeveer zes weken. Ze verdwijnen meestal rond zes maanden. 

Hoe herken je darmkrampjes? 

• Het buikje van de baby voelt gespannen aan. 
• De baby is onrustig. 
• De baby kan zich overstrekken met gebalde vuistjes of opgetrokken beentjes. 
• Het gezicht van de baby kan rood aanlopen. 
• Hij of zij verzet zich tegen de pijn. 
• Soms laat een baby windjes. 
• Hij of zij kan hard en intens huilen. 

De oorzaak van darmkrampjes 

Darmkrampjes kent verschillende oorzaken. 

De darmen van je baby zijn nog niet helemaal gerijpt (volgroeid). Dit rijpen gaat verder na de geboorte. De darmen reageren gevoelig op de voeding die een baby binnenkrijgt. De darmen moeten nog aan alles wennen. 

Andere oorzaken kunnen zijn: 

• De vorming van het microbioom in de dikke darm.  

Wat is het microbioom? Het is een naam voor alle bacteriën, schimmels en micro- organismen. Deze leven in de darm. Bacteriën in de darm zijn nodig. Ze helpen bij de ontwikkeling van verschillende functies van het maagdarmkanaal. Iedereen heeft een unieke samenstelling van het microbioom. Bij een pasgeboren baby moet het microbioom nog worden opgebouwd. Bacteriën in het microbioom maken gassen. Daarom kan een baby windjes laten. 

• Baby’s kunnen te gulzig drinken. Ze krijgen hierdoor te veel lucht binnen. Dat kan leiden tot krampjes in de darmen. 

Adviezen bij darmkrampjes 

• Zorg voor een rustige omgeving tijdens het voeden. Zo wordt de baby niet afgeleid tijdens het drinken. Het zal dan niet gulzig drinken. 
• Drinkt de baby uit een flesje en drinkt hij of zij gulzig? Gebruik dan een speen met een klein gaatje. Dan gaat de baby rustiger drinken. 
• Neem voldoende tijd voor elke voeding. Twintig tot dertig minuten is normaal. 
• Zorg ervoor dat de baby na elke voeding een boertje laat. 
• Masseer het gespannen buikje zachtjes. Doe dit door rondjes te wrijven met de klok mee. Dit werkt ontspannend. Of fiets met de beentjes. Dit zorgt ervoor dat de baby windjes kan laten. Zo kan het de luchtophoping kwijtraken. 
• Geef een warm bad. Door de warmte kan de baby zich ontspannen.
• Of draag de baby in een draagzak. Dit werkt kalmerend.