De uroloog heeft u verteld dat u een vernauwing van de blaashals heeft. Deze vernauwing bevindt zich in de overgang van de blaas naar de plasbuis. De blaashals is het onderste deel van de blaas en deze komt uit in de urinebuis (urethra). De blaashals is verantwoordelijk voor het ophouden van urine. Blaashalsvernauwing komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen.

De operatie 

Bij een blaashalsincisie wordt de blaashals wijder gemaakt door het insnijden van de blaashals. De ingreep vindt plaats op de operatiekamer en duurt ongeveer 20 minuten. 

Voorbereiding 

• De uroloog vertelt u wat u moet doen als u bloedverdunners gebruikt. Bent u na het gesprek met de uroloog begonnen met (andere) bloedverdunners? Geef dit dan snel door aan de polikliniek urologie.
• U heeft voor de operatie een afspraak met de anesthesist. Met de anesthesist bespreekt u de vorm van verdoving.
• Ongeveer 1 week voor de operatie krijgt u een bericht van het ziekenhuis. Daarin staat hoe laat u moet komen en vanaf wanneer u niets meer mag eten of drinken.  
• Voor deze operatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling.  

Na de operatie 

• U gaat eerst naar de uitslaapkamer. U blijft daar tot u goed wakker bent en uw pols en bloeddruk goed zijn. 
• De uroloog vertelt u wanneer u weer mag beginnen met de bloedverdunners (als u die gebruikt).

• U heeft via de plasbuis een katheter waardoor urine uit de blaas wordt afgevoerd. Deze wordt verwijderd als de urine helder is en er geen bloedstolsels zijn. Meestal is dit een dag na de operatie. 

Leefregels 

Doe het de eerste dagen thuis rustig aan. Luister goed naar uw lichaam en neem rust als uw lichaam dat aangeeft. 

• Rijd bij ontslag niet zelf maar zorg voor vervoer naar huis. 

• Verricht de eerste drie weken geen zwaar lichamelijk werk. Pas ook op met tillen en tuinieren. 
• Drie weken geen seksuele gemeenschap. 
• Drie weken niet fietsen of sporten. 
• Bij pijn zonodig paracetamol 1000 milligram tot maximaal vier keer per dag. 

• Het is belangrijk dat u goed drinkt: twee tot drie liter per dag, tenzij u een vochtbeperking heeft. 

Klachten die u na de operatie kunt ervaren 

• Bloed bij de urine, dit kan voorkomen tot zes weken na de operatie. 
• Branderig, schrijnend gevoel in de plasbuis tot enkele weken na operatie. 
• Meer aandrang om te plassen en tijdelijk last van urineverlies.
• Bij een blaashalsincisie bij de man kan het voorkomen dat bij de zaadlozing het sperma in de blaas terecht komt. Dit kan geen kwaad, u plast het gewoon uit. Het beleven van het orgasme blijft hetzelfde.

Controle 

U krijgt een afspraak mee voor controle bij de uroloog. Heeft u nog geen afspraak? Bel dan met de polikliniek urologie.

Wanneer contact opnemen? 

• Bij koorts boven 38,5°C. 
• Bij aanhoudend bloedverlies en/of bloedstolsels. 
• Als u niet meer kunt plassen of het gevoel heeft niet goed uit te plassen. 
• Als de pijn erger wordt en de pijnstillers niet voldoende helpen. 
• Als u continue aandrang heeft, weinig plast en brandende pijn heeft bij het plassen.

Telefoonnummers

Poli Urologie

Maandag tot en met vrijdag van 08.30- 12.00 uur en van 13.30- 16.30 uur;

0341 - 46 35 58.

Spoedeisende hulp

In avond-, nacht- en weekenduren; 0341 - 46 39 11.

Tot slot 

Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met de uroloog. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Dan kunt u ons bellen. Bel dan met poli urologie. 

Voor meer informatie op het gebied van urologie kunt u terecht op onze website: www.urologie.nl en op www.allesoverurologie.nl.