l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStjansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

0900 - 333 6 333

 

 

www.medrie.nl

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

VlagB
Folders

Aambeien, operatieve behandeling

Versienr: 2
Inhoud van dit artikel
    Inhoud van dit artikel

      Deze folder geeft u informatie over de operatieve behandeling van aambeien. Deze procedure wordt PPH (procedure voor prolaberende hemorroïden) genoemd.
       

      Ligging en functie van aambeien

      Aambeien (hemorroïden) zijn zwellichamen/vaatkussentjes in de buurt van de anus. Een zwellichaam is een sponsachtig netwerk van bloedvaatjes, bedekt door slijmvlies binnen de sluitspier van de anus. Aambeien bevinden zich aan de binnenkant van de anus en wanneer de zwellichamen tegen elkaar aanliggen, sluiten ze de anus lekdicht af.
       

      Oorzaak en klachten van aambeien

      Wanneer er veel druk op de zwellichamen komt te staan, kunnen ze opzwellen en uitzakken en soms naar buiten puilen. Dat kan aanleiding geven tot een ongemakkelijk of pijnlijk gevoel. Daarbij raakt het bloed in de zwellichamen gestuwd, waardoor aambeien makkelijk bloeden. Ook kan er zich een bloedstolsel vormen in de adertjes van de huid rond de anus. Dat is uitwendig voelbaar en pijnlijk. Dit wordt een getromboseerd hemorrhoïd genoemd. Vooral een gebrek aan voedingsvezels in ons eten, waardoor de ontlasting te ingedikt en droog wordt, zorgt voor drukverhoging op de zwellichamen tijdens de stoelgang. Ook veel zitten, onvoldoende lichaamsbeweging en een te hoog lichaamsgewicht kunnen daartoe bijdragen.

       

      Het voorkomen van klachten

      Klachten kunnen worden voorkomen door de ontlasting zacht te houden en te reguleren, waardoor u minder hoeft te persen. Daardoor is het eten van voldoende voedingsvezels en het drinken van veel water belangrijk. Ook regulering van het toiletbezoek is van belang. Zo moet u bij aandrang het toiletbezoek niet te lang uitstellen. Wanneer u probeert er een zekere regelmaat in te brengen, voorkomt u dat u op ongelegen momenten de ontlasting te lang moet ophouden. Zorg verder voor voldoende beweging en probeer indien nodig af te vallen. De meeste patiënten hebben baat bij deze maatregelen en leefregels. Wanneer desondanks klachten toch voortduren, is verdere behandeling nodig.
       

      De behandelingsmogelijkheden

      Bij u is op het behandelspreekuur voor aambeien vastgesteld dat van alle behandelmogelijkheden een operatie (PPH) in uw situatie de meest passende oplossing is.
      Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt moet u dit melden aan de degene die de operatie uitvoert.
      Als voorbereiding op de ingreep krijgt u op de verpleegafdeling van de verpleegkundige een klysma, dit is om ervoor te zorgen dat er in de endeldarm (operatiegebied) geen ontlasting meer aanwezig is tijdens de ingreep. Voor de ingreep moet u nuchter zijn. De ingreep vindt plaats onder algehele anesthesie of een ruggenprik. Door middel van een kijkbuis wordt anaal een toegang verkregen. Boven de grens van het aambeiweefsel wordt het slijmvlies van de endeldarm met hechtingen in een nietapparaat getrokken.
      Vervolgens vindt controle plaats of het juiste slijmvlies en de juiste hoeveelheid in het apparaat is gebracht. Wanneer het nietapparaat wordt afgevuurd wordt een ring slijmvlies van circa één cm breed verwijderd en worden de slijmvliesranden door het apparaat met nietjes aan elkaar gehecht. Het resultaat van de operatie berust op twee peilers. Ten eerste wordt de bloedtoevoer naar het aambeiweefsel onderbroken. Ten tweede wordt het aambeiweefsel terug gebracht in zijn oorspronkelijke positie.


      Hieronder wordt de PPH procedure stapsgewijs afgebeeld.

       

      1. gezwollen en uitzakkende aambeien (slijmvlies)
      2. er wordt een anale toegang verkregen
      3. het overtollige slijmvlies van de endeldarm wordt met hechtingen bijeen gebracht
      4. het nietapparaat wordt ingebracht
      5. het overtollige slijmvlies van de endeldarm wordt met hechtingen in het nietapparaat gebracht, het overtollige slijmvlies wordt verwijderd
      6. de wond wordt met nietjes gesloten

       

      Mogelijke complicaties

      Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is er ook bij een PPH-operatie kans op het ontstaan van complicaties, zoals nabloeding, infectie, trombose of pijn. Een perforatie van het endeldarmslijmvlies komt zeer zelden voor. Wij verzoeken u contact op te nemen bij  onderstaande klachten:

      • Rectaal bloedverlies
      • Toenemende pijnklachten
      • Koorts (boven 38,5°C)
      • Problemen met de ontlasting (b.v. aanhoudende diarree of uitblijven van ontlasting)

       

      Na de behandeling

      Het wondgebied kan pijnlijk zijn. Bij pijnklachten mag u na ontslag de eerste dagen paracetamol gebruiken (vier keer daags 1000 mg). Mocht dit onvoldoende zijn, neem dan contact op met de polikliniek chirurgie.

      Na de operatie kan u loze aandrang hebben voor ontlasting. Dit is een normaal verschijnsel. Het is belangrijk dat uw ontlasting soepel blijft in verband met de wondgenezing en het voorkomen van druk in het operatiegebied. Daarom krijgt u een recept voor orale laxeermiddelen voor thuis. In de meeste gevallen wordt na de operatie op de operatiekamer ‘Spongostan’ ingebracht. Dit is een steriele gelatinespons (soort tampon) die in de anus wordt ingebracht en een bloedstelpende werking heeft. De Spongostan verlaat vanzelf het lichaam als u de eerste keer ontlasting krijgt. Het kan zijn dat u bij uw eerste ontlasting na de operatie wat bloedverlies heeft. Dit is niet erg. Zo nodig kunt u bij bloedverlies een maandverband gebruiken. Als het echter blijft bloeden (sijpelen) dient u contact op te nemen.
       

      Er zijn geen beperkingen omtrent voeding. Wel is het belangrijk dat uw ontlasting soepel blijft. Daarom is het belangrijk dat u veel drinkt (ongeveer anderhalve tot twee liter per dag) en vezelrijke voeding neemt. Er zijn geen beperkingen met betrekking tot lichamelijke activiteiten. U krijgt een afspraak mee voor controle op de polikliniek, ongeveer twee tot drie weken na ontslag.

       

      Vragen

      Heeft u nog vragen stel ze gerust aan uw behandelend arts of huisarts.

       

      Bij dringende vragen of problemen voor uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de afdeling waar de behandeling plaats gaat vinden.

       

      Heeft u na uw bezoek aan het ziekenhuis vragen?

      • De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact met ons opnemen via het algemene nummer van het ziekenhuis: 0341-463911. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen.
      • Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van Ziekenhuis St Jansdal.

         


       

      Meer informatie? Kijk op https://www.stjansdal.nl
      De informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Desondanks kunnen geen rechten aan de vermelde informatie ontleend worden. Meer informatie https://www.stjansdal.nl/disclaimer
      Geprint op 12-10-2024