Als uw naaste in de laatste fase van zijn leven is en geen eten en drinken meer tot zich neemt, kan dit veel vragen en emoties oproepen. Hieronder wordt beschreven wat er gebeurt in het stervende lichaam en wat daarbij de rol van voeding en vocht is. Er wordt ingegaan op afwegingen om wel of geen vocht toe te dienen in de laatste levensfase. Hiermee hopen we vragen te beantwoorden en u te helpen bij het maken van eventuele beslissingen.
Uw eigen gevoelens en emoties
Als u merkt dat uw naaste niet meer wil eten of drinken, geeft dat misschien veel emoties bij u. Dat is begrijpelijk. Eten en drinken is immers zo nauw verbonden met het leven. En u kunt voor een geliefde zorgen door hem eten te geven. U doet uw best door de dingen aan te bieden die hij altijd zo lekker vond. Maar het helpt niet. Misschien voelt u zich hierdoor boos en machteloos. Als uw naaste niet meer wil drinken, wil u misschien graag dat hij een infuus krijgt zodat hij in elk geval vocht krijgt. U ziet uw dierbare achteruit gaan en verliest alle hoop zonder dat u er iets aan kan doen. Dit kan veel spanning geven.
U kunt ook op een andere manier voor uw naaste zorgen. Bijvoorbeeld door bij hem te zijn, herinneringen op te halen en veel tijd met elkaar door te brengen. Gewoon bij elkaar zijn kan veel troost en rust brengen.
Het stervensproces
Als het lichaam gaat sterven, gaan de organen minder goed werken. Ze gaan hun taken steeds minder goed uitvoeren. Zo ook de spijsvertering. Het lichaam kan vaak helemaal geen voedsel meer verteren. De patiënt heeft geen trek meer en kan zelfs last krijgen van misselijkheid en braken. Het lichaam geeft nu aan dat eten en drinken niet meer noodzakelijk is. Dit hoort bij het stervensproces.
Honger en dorst
U bent misschien bang dat uw dierbare honger en dorst krijgt als hij niet eet en drinkt. Echter, honger heeft een stervend persoon niet meer. Dit komt doordat het lichaam niet meer in staat is eten te verteren. Een dorstgevoel kan er wel zijn. Dit verdwijnt wel na een paar dagen. Een droge mond wordt wel eens verward met dorst. Voor een droge mond zijn veel hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld bevochtigingsgel, ijsklontjes en bevochtigde wattenstokjes. Vraag hier gerust naar bij de hulpverleners. U kunt hierin veel betekenen voor uw naaste. Op deze manier kunt u voor hem zorgen. Als uw naaste last had van misselijkheid en braken, zal dit verminderen als hij niet meer eet en drinkt. Hierdoor voelt hij zich minder ziek en bespaart hij veel energie.
Er wordt vaak gedacht dat uitdroging heel naar is. Maar door uitdroging vermindert het bewustzijn van iemand. Hij zal hierdoor vaak slapen of ‘doezelen’. In veel gevallen is dit juist prettig voor iemand, die zo ernstig ziek is dat hij op korte termijn zal gaan overlijden.
Pijn en ademhaling
Als het lichaam minder vocht krijgt, drogen weefsels uit en krimpen ze. Als uw naaste een tumor in het lichaam heeft, kan het zijn dat de tumor ook gaat krimpen. Hierdoor kan de druk afnemen, met gevolg uw naaste minder pijn heeft. Rondom een tumor zit vaak vocht. Dit neemt ook af waardoor de druk op omliggende organen vermindert.Ook als er vocht in bijvoorbeeld de buik of rondom de longen zit, kan de hoeveelheid verminderen. Er is dan minder druk op organen in de buik, wat pijnvermindering kan geven. Bij vocht rond de longen kan de ademhaling makkelijk worden als dit vocht afneemt. Bij minder of geen vochttoediening gaan de longen minder slijm produceren. Misschien heeft uw naaste een reutelende ademhaling. Dit zal minder worden als er minder slijm wordt geproduceerd. Vaak is iemand in de laatste fase van het leven te zwak om goed te hoesten. Slijm kan dan erg hinderlijk zijn. Als er minder slijm is, wordt de ademhaling makkelijker en geeft dit meer rust. Het is niet zo dat slijm dan helemaal weggaat. Maar mocht uw naaste daar last van hebben, dan zijn er andere hulpmiddelen.
Toiletgang
Doordat iemand minder vocht krijgt, wordt er minder urine geproduceerd.
Uw naaste hoeft hierdoor minder vaak naar het toilet. Of minder vaak verschoond te worden in het geval van incontinentie. Dit bespaart hem energie. Ook eventuele diarree zal afnemen als het lichaam minder of geen voeding en vocht meer krijgt.
Wel of niet kunstmatige vochttoediening
Als uw naaste uitdroogt en zelf niet meer in staat is voldoende te drinken, komt de vraag naar boven of je vocht moet gaan toedienen, bijvoorbeeld via een infuus. Hieraan zijn veel voor- en nadelen verbonden. Het is belangrijke dat deze goed tegenover elkaar worden afgewogen. Elke situatie is anders. Kunstmatige vochttoediening is voor uw naaste en uzelf een moeilijk vraagstuk. Bespreek dit met de behandelend arts en/of verpleegkundige. Zij kunnen u hierover uitleg geven.
Wat kunt u zelf doen
Eten en drinken hangt voor ons als mensen heel erg samen met zorgen. En voor een ernstig zieke dierbare wil je graag zorgen. Als dit niet meer kan door bijvoorbeeld lekkere dingen mee te nemen, kan je het gevoel hebben dat je niet meer goed voor de ander kunt zorgen. Hieronder staat een aantal dingen die u misschien zou kunnen doen om toch het gevoel te hebben dat u zorgt.
- Neem zo mogelijk dingen mee die uw naaste heel lekker vindt. Verwacht hierbij niet dat hij alles zal opeten. Door bovenstaande informatie weer u hoe dat komt.
- Doe dingen samen. Bijvoorbeeld televisie kijken, lekker kletsen, herinneringen ophalen.
- Of gewoon bij elkaar zijn. Elkaar vasthouden.
- Vermijd discussie. Het kan voor u heel moeilijk te begrijpen zijn als uw naaste niet meer wil eten en drinken. Probeer die keuze te respecteren en hem te steunen.
- Stel de vragen die u heeft aan zorgverleners. Zo blijft u niet zitten met onbeantwoorde vragen die misschien veel innerlijke onrust geven.
- Help uw naaste met het vochtig en schoon houden van de mond.
- Onthoud goed dat uw naaste uw hulp waardeert, ook als hij dit niet goed meer kan aangeven.
Doordat u het gevoel heeft dat u gedaan heeft wat u kon, kijkt u later misschien met een goed gevoel op de stervensperiode van uw dierbare terug.