Wat is een Urodynamisch onderzoek (UDO)?
Een UDO is een onderzoek waarbij er gekeken wordt naar de werking en de maximale vulling van de blaas. Met inwendige katheters wordt de druk in de buikholte en de blaas gemeten. Ook wordt de bekkenbodemspanning gemeten.
Het onderzoek wordt door een verpleegkundige uitgevoerd op de poli urologie en duurt ongeveer een uur.
Het onderzoek bestaat uit 3 onderdelen;
-
Flowmetrie, een plastest.
-
Het vullen van de blaas via de katheter.
-
Flowmetrie, met de katheters in blaas en rectum/vagina.
Met het UDO kan het volgende worden gemeten:
- De inhoud van de blaas.
- De druk in de blaas.
- Functie van de blaasspier.
- De afsluiting van de blaas.
- Het eventuele urineverlies.
- De uitstroomsnelheid van de urine.
-
De spanning in de bekkenbodemspieren.
Waarom een UDO?
Een UDO wordt gedaan bij de volgende klachten:
- Moeite met (leeg)plassen.
- Ongewild urineverlies.
- Aandrang klachten (urge).
-
Plasproblemen in combinatie met een aandoening van het zenuwstelsel.
Voorbereiding
Enkele dagen voor het onderzoek;
- Heeft u het gevoel een blaasontsteking te hebben? Neem dan contact op met de poli urologie. Het onderzoek kan niet doorgaan als u een blaasontsteking heeft.
- Als u menstrueert kan het onderzoek niet doorgaan. Neem contact op met de poli urologie.
- Heeft u een pessarium (ring)? Deze mag 3 dagen voor het onderzoek worden verwijderd door uzelf of uw huisarts. Deze wordt na het onderzoek niet door de verpleegkundige teruggeplaatst.
- Houd 24 uur bij hoeveel u plast, hoeveel u drinkt en hoe vaak u urine verliest. Gebruik hiervoor de mictielijst.
- Houd daarnaast 24 uur een Pad-test lijstje bij voor urineverlies en incontinentiemateriaal.
Dag van het onderzoek;
- Gebruikt u één van de volgende medicijnen: Betmiga (Mirabegron), Oxybutinine (Dridase, Kentera), Solifenacine (Vesicare), Tolterodine (Detrusitol), Darifenacine (Emselex), Fesoterodine (Toviaz), Flavoxaat (Urispas)? Deze medicijnen mag u niet innemen op de ochtend van het onderzoek. Tenzij de uroloog of gynaecoloog anders met u heeft afgesproken.
- Neem op de ochtend van het onderzoek geen plastabletten in. Deze mag u na het onderzoek innemen.
- Kom met een volle blaas.
- U mag vanaf één uur voor het onderzoek niet meer drinken. Beperk het drinken tot enkele uren voor het onderzoek.
-
Doet u zelfkatheterisatie of heeft u een verblijfskatheter/suprapubisch katheter? Neem dan uw eigen nieuwe katheter mee voor na het onderzoek.
-
Als u een stoma heeft, vragen we u een schoon opvangzakje mee te nemen.
Het onderzoek
U begint het onderzoek met een plastest op een speciale stoel met meetapparatuur. Probeer tijdens het plassen te voorkomen dat er ook ontlasting meekomt (zie folder uroflowmetrie).
Na de plastest wordt er een éénmalige katheter via de plasbuis in de blaas gebracht. Hiermee wordt de blaas geleegd. De urine die na het plassen is achtergebleven wordt opgemeten.
Daarna worden er twee (dunne) onderzoekskatheters ingebracht. Eén via de plasbuis in de blaas, de andere katheter via de anus in de endeldarm bij mannen en in de vagina bij vrouwen. Het inbrengen van de katheters is niet pijnlijk, het kan wel een vervelend gevoel geven.
Naast de anus worden twee elektrodes bevestigd. Deze elektrodes meten de activiteit van de bekkenbodemspieren.
Via de eerste katheter wordt de blaas gevuld met NaCl 0.9% (een zoutoplossing/infuusvloeistof). Deze katheter meet ook de druk in de blaas en plasbuis (en plasbuis bij de vrouwen). De tweede katheter die in de anus of de vagina zit meet de druk in de buikholte.
Tijdens het onderzoek wordt u een paar keer gevraagd om stevig te hoesten. Ook wordt er een vasalva test gedaan (waarbij u wordt gevraagd op uw hand te blazen waardoor de buik opbolt). Wanneer u tijdens het onderzoek urine verliest wordt dit automatisch genoteerd (bij meer dan enkele druppels). Heeft u het gevoel dat u urine verliest? Dan kunt u dit aangeven bij de verpleegkundige.
Tijdens het vullen van de blaas zijn er 3 momenten die u moet aangeven:
-
Het moment dat u voelt dat er iets gebeurd in de blaas.
-
Het moment dat u normale aandrang heeft waarbij u de plas nog kan ophouden, maar ook naar het toilet zou kunnen.
-
Het moment dat u het echt niet meer kunt ophouden (u mag nog niet direct gaan plassen).
U mag pas gaan plassen als de verpleegkundige dit heeft aangegeven!
Het kan zijn dat u sterke aandrang heeft maar niet mag plassen van de verpleegkundige. Dit komt omdat er zichtbaar verhoogde druk in de blaas is, wat vanzelf weer afneemt.
Het onderzoek wordt afgesloten met een flowmetrie (plastest). U mag als de verpleegkundige dit aangeeft gaan plassen. De katheters zijn dan nog aanwezig en zullen tijdens het plassen nog metingen verrichten. De katheters zijn dun genoeg om er langs te kunnen plassen.
Na het plassen worden de katheters en alle plakkers verwijderd.
Er wordt, als het nodig is, nog éénmalig gekatheteriseerd om de blaas helemaal leeg te maken.
Als u een verblijfskatheter heeft dan wordt er een nieuwe katheter teruggeplaatst.
De verpleegkundige maakt een verslag van het onderzoek en dit komt in uw dossier. Voor de uitslag van het onderzoek heeft u een afspraak staan met uw arts.
Na het onderzoek
-
U mag na het onderzoek direct naar huis.
- De eerste 24 uur na het onderzoek kunt u wat last hebben van aandrang tot plassen, een branderig gevoel bij het plassen of wat bloed bij de urine hebben.
- Het is belangrijk dat u gedurende 24 uur na het onderzoek veel drinkt. Klachten zullen hierdoor verminderen en de kans op een blaasontsteking wordt kleiner.
Klachten na het onderzoek
Neem contact op met poli urologie:
- Als de klachten na een dag of twee niet minder worden.
- Als u veel pijn heeft.
- Als het plassen moeilijker gaat dan u gewend bent.
- Bij koorts boven de 38,5 graden Celcius.
De uitslag
De uroloog of gynaecoloog bespreekt de resultaten van het onderzoek met u op de polikliniek of via een telefonische afspraak. Deze afspraak is al voor u gemaakt.
Telefoonnummers
Maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur, poli urologie: 0341 - 46 35 58.
Maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur poli gynaecologie: 0341 - 46 35 53.
In avond, nacht en weekend, spoed eisende hulp: 0341 - 46 39 11.
Tot slot
Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw uroloog of gynaecoloog. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Bel dan met poli urologie of poli gynaecologie.
Voor meer informatie op het gebied van urologie kunt u terecht op onze website: www.urologie.nl en www.allesoverurologie.nl.
Mictielijst
Houd 24 uur bij hoeveel u drinkt en plast. Gebruik hiervoor onderstaande invullijst.
Datum: |
Naam: |
Geboortedatum: |
Plassen | Drinken | Ongewild urineverlies | Klachten Pijn? Drang? |
Tijd | Hoeveel? | Tijd | Hoeveel? | Tijd | Hoeveel? | Tijd | Klacht |
Totaal | Totaal | Totaal |
Invullen drinken:
Glas drinken: 150 milliliter
Kopje drinken: 125 milliliter
Mok/soepkom: 200 milliliter
Fruit: 75 milliliter
Toetje: 150 milliliter
Invullen:
1. Ongewild urineverlies
2. Geringe hoeveelheid
3. Vaak kleding verwisselen