Uw uroloog heeft gekozen voor een behandeling met Urolon. Urolon is een gel die in de plasbuis wordt gespoten. De gel helpt de plasbuis beter dicht te blijven bij inspanning. Zo kunt u minder urine verliezen of stopt het helemaal. In deze folder leest u meer over deze behandeling.
Wat is stress-incontinentie?
Stress-incontinentie betekent dat u urine verliest bij gewone dingen zoals hoesten, lachen, niezen of bewegen. Ook bij zwaar tillen kunt u urine verliezen. Dit komt doordat de druk in uw buik en blaas tijdelijk hoger wordt. Hierdoor kan urine lekken.
Oorzaak van stress-incontinentie
Als de bekkenbodemspieren zwakker worden en de blaas vol is, kan de sluitspier soms niet goed sluiten. Hierdoor kunt u urine verliezen.
Dit kan komen door:
-
Zwangerschap en geboorte
-
Veranderingen in hormonen, vooral na de overgang
-
Sommige operaties aan de baarmoeder of buik
-
Overgewicht
-
Langdurig hoesten
-
Verstopping van de darmen en persen
-
Operatie aan de prostaat (bij mannen met prostaatkanker)
Voorbereiding op de operatie
-
De uroloog vertelt u wat u moet doen als u bloedverdunners gebruikt. Bent u na het gesprek met de uroloog begonnen met (andere) bloedverdunners? Geef dit dan snel door aan de polikliniek urologie.
-
U krijgt een afspraak met de anesthesist. U bespreekt met hem of haar welke verdoving u krijgt.
-
Ongeveer 1 week voor de operatie krijgt u een bericht van het ziekenhuis. Daarin staat hoe laat u moet komen en vanaf wanneer u niets meer mag eten of drinken.
-
Voor deze operatie wordt u opgenomen op de dagbehandeling.
De operatie
Tijdens de operatie brengt de uroloog een dun buisje met een camera in uw plasbuis. Daarna spuit de uroloog op meestal 3 plaatsen een speciale gel (Urolon) in de wand van de plasbuis, net onder de blaas. De operatie duurt ongeveer 20 minuten.
Na de operatie
-
U gaat eerst naar de uitslaapkamer. U blijft daar tot u goed wakker bent en uw pols en bloeddruk goed zijn.
-
De uroloog vertelt u wanneer u weer mag beginnen met bloedverdunners (als u die gebruikt).
-
U moet zelf goed kunnen (uit)plassen. Dit controleert de verpleegkundige.
-
Plassen kan soms pijn doen of branderig voelen.
-
U mag op de dag van de operatie naar huis.
-
Rijd niet zelf naar huis.
-
Bij pijn mag u paracetamol gebruiken. Neem 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg.
Risico's en complicaties
Zoals bij elke operatie zijn er risico’s. Mogelijke klachten of complicaties na de operatie zijn:
-
Pijn in de onderbuik of bij de plasbuis
-
Bloed in de urine
-
Een blaasontsteking
-
Infectie op de plek van de injectie
-
Meer aandrang om te plassen
-
Moeilijk kunnen plassen of een zwakke straal
-
Urine blijft achter in de blaas (soms is een katheter nodig)
-
Koorts
Bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Of bent u in de vruchtbare leeftijd? Bespreek dit dan met uw arts.
Leefregels na de operatie
-
De eerste 24 uur mag u niet zelf autorijden.
-
Drink elke dag 1,5 tot 2 liter water.
-
Til de eerste weken niets zwaarder dan 5 kilo.
-
Gebruik 2 weken geen tampons of vaginale spoelingen.
-
U mag douchen, maar de eerste week niet in bad, naar de sauna of zwemmen.
-
Doe 4 weken rustig aan. Geen zwaar werk, geen seks, niet sporten of fietsen.
Wanneer moet u bellen?
Neem contact op met het ziekenhuis:
-
Als u koorts heeft boven de 38,5 graden.
-
Als u niet kunt plassen of het plassen moeilijk gaat.
-
Als u veel bloed verliest.
-
Als de pijn niet minder wordt met paracetamol.
Bellen met het ziekenhuis
-
U kunt bellen met de poli urologie: 0341 - 46 35 58
(maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.30 uur) -
Bij spoed in de avond, nacht of in het weekend: 0341 - 46 39 11
Controle
U krijgt een afspraak voor controle bij de uroloog. Heeft u nog geen afspraak? Bel dan met de polikliniek urologie.
Tot slot
Deze folder geeft extra informatie naast het gesprek met uw uroloog. Heeft u nog vragen? Bel dan met de polikliniek urologie. Meer informatie vindt u op: