Ureterorenoscopie is een techniek voor onderzoek en behandeling (diagnostiek en therapie). Met een flexibele dunne kijkbuis (scoop) kan de uroloog de urineleiders en de nieren van binnen bekijken. De kijkbuis wordt ingebracht via de plasbuis. Zo ontstaan er dus geen wonden of littekens in de huid. In sommige gevallen kan de uroloog tijdens dit onderzoek gelijk het probleem oplossen. Het is dan dus een onderzoek en behandeling in één.
Wanneer dit onderzoek?
Er kunnen verschillende redenen zijn voor deze ingreep. Zo kan het zijn dat de uroloog een afwijking aan de urineleider of nier verder wil onderzoeken. Het kan nodig zijn om weefsel uit de urineleider weg te nemen voor onderzoek. Dit doet de uroloog als het weefsel tumorweefsel zou kunnen zijn. Ook kan er sprake zijn van nierstenen. De uroloog kan dan de steen opzoeken in de urineleider of nier en deze weghalen.
Voorbereiding
Vaak wordt er al voor de ureterorenoscopie een dubbel J ingebracht in de urineleider. Een dubbel J is een dun slangetje dat door de urineleider van de blaas naar de nier gaat. Dit slangetje houdt de urineleider goed open. Zo kan de uroloog makkelijker met de kijkbuis naar binnen. De kans op beschadigingen aan de urineleider wordt hierdoor kleiner. Mochten er stenen zitten, dan zijn ze na het plaatsen van een dubbel J ook makkelijker weg te halen.
Een dubbel-J katheter wordt uiterlijk een week voor de ureterorenoscopie ingebracht. Dit gebeurt op de operatiekamer. Meestal kan dit met een ruggeprik in plaats van algehele narcose. Ook als er geen dubbel J is ingebracht kan er een ureterorenoscopie plaatsvinden.
Een ureterorenoscopie kan alleen onder algehele narcose. Hiervoor moet een voorgesprek plaatsvinden met de anesthesist. Dit is de arts die over de narcose gaat. Een afspraak voor dit gesprek wordt voor u gemaakt door een medewerker van de polikliniek urologie.
Bloedverdunners
Als u bloedverdunners gebruikt via de trombosedienst, dan moet u hier voor de ingreep mee stoppen. Dit geldt voor de volgende medicijnen:
Acenocoumarol
Stop drie dagen voor de ingreep
Fenprocoumon (Marcoumar®)
Stop zeven dagen voor de ingreep
Bel van tevoren met de trombosedienst om door te geven welke ingreep u krijgt. Zij kunnen u vertellen of u tijdelijk een ander middel moet gebruiken. Dit gaat dan meestal om spuitjes met heparine.
Voor de andere bloedverdunners geldt het volgende:
- Slikt u acetylsalicylzuur of carbasalaat calcium (Ascal®) èn een andere bloedverdunner, stop dan 7 dagen voor de operatie met de andere bloedverdunner.
- Slikt u Rivaroxaban (Xarelto®), Dabigatran (Pradaxa®) òf Apixaban (Eliquis®) stop dan 1 dag voor de operatie met dit middel.
- Slikt u alleen alleen persantin òf plavix, bel dan met de polikliniek urologie De uroloog kan u dan vertellen of u uw medicijnen in mag blijven nemen.
Als u bent gestopt met acenocoumarol of fenprocoumon (Marcoumar®) moet u voor de ingreep bloed laten prikken. Zo kan de uroloog nakijken of uw bloed weer dik genoeg is.
Dit is belangrijk. Anders verliest u teveel bloed bij de ingreep. U heeft een aanvraagformulier nodig om bloed te kunnen prikken. Dit formulier heeft u meegekregen van de polikliniek urologie.
De dag van de ingreep gaat u eerst naar de bloedafname. Deze afdeling vind u in de centrale hal van het St Jansdal. Naast de balie staat een apparaat waar u een nummer kunt trekken. Druk op de knop “cito” om een nummertje te trekken. U hoeft dan niet te lang te wachten.
Alleen als u gestopt bent met acenocoumarol of fenprocoumon (Marcoumar®) moet u bloed laten prikken. Als u bent gestopt met een andere bloedverdunner is dit niet nodig.
De dag na de ingreep mag u uw medicijnen weer innemen. Als u nog veel bloed in de urine heeft moet u ons eerst bellen. Bel dan met de polikliniek urologie.
Gebruik van laser
De ureterorenoscopie kan gebruikt worden voor de behandeling van nierstenen. Hierbij wordt vaak een laser gebruikt. De laser zorgt ervoor dat het steentje in kleine stukjes uit elkaar valt. Daarna kunnen met tangetjes of mandjes de stukjes steen worden weggehaald. Heel soms kan het nodig zijn om een dubbel J te plaatsen om de urineleider goed open te houden. Deze dubbel J kan er een paar weken later uitgehaald worden. Dit gebeurt op de polikliniek urologie. Een nieuwe operatie is hiervoor dus niet nodig.
Na de ingreep
De urine kan de eerste weken na de ingreep wat bloederig zijn. Als er stenen zijn verwijderd kunt u nog wat reststeentjes uitplassen. Dit kan samen gaan met een schrijnende pijn in de plasbuis of de penis.
Ook komen koliekaanvallen voor. Dit zijn hevige pijnaanvallen. Deze zijn meestal binnen enkele dagen verdwenen. Als paracetamol niet genoeg helpt tegen de pijn kunt u ons bellen. Bel dan met de polikliniek urologie. Ook als u koorts heeft boven de 38,5º C willen wij dit van u weten. Er kan dan sprake zijn van een ontsteking aan de blaas en/of urinewegen.
Als er een dubbel J is achter gelaten kunt u hier last van hebben. Sommige mensen voelen de dubbel J zitten. U kunt last hebben van veel aandrang om te plassen. Anderen hebben pijn in de flanken. Dit zijn de buitenste zijden van de onderrug. U kunt medicijnen krijgen om deze klachten te onderdrukken.
Het is belangrijk om na de ingreep veel te drinken. Als u pijn in de flanken krijgt mag dit juist niet. In dat geval kan de urineleider tijdelijk wat opgezet zijn. Hierdoor kan de urine moeilijker van de nier door stromen naar de blaas. In dit geval is het juist goed om minder te drinken.
Complicaties
De ureteroscoop kan niet altijd even gemakkelijk ingebracht worden in de urineleider. Als de urineleider vernauwd of gekronkeld is kan het opschuiven van de ureteroscoop moeilijk zijn. Hierdoor kan de urineleider beschadigd raken. Soms lukt het niet om bij een eventuele steen of tumor te komen met de kijkbuis. In zo’n geval kan uw uroloog ervoor kiezen om een dubbel J achter te laten. Dan kan de ingreep een paar weken later herhaald worden. Het lukt dan over het algemeen wel.
In sommige gevallen ontstaat er een perforatie (gaatje in de wand) van de urineleider. De spoelvloeistof die tijdens de ingreep gebruikt wordt zou dan naast de urineleider kunnen komen. De ingreep wordt daarom gestopt als er een perforatie ontstaat. De beschadiging aan de urineleider sluit over het algemeen vanzelf. De ingreep zal op een later moment opnieuw plaats moeten vinden.
Vervolgafspraak
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek. Wanneer deze afspraak is hangt af van de reden van de ureterorenoscopie.
Mocht u voor die tijd vragen of problemen hebben dan kunt u contact opnemen met de polikliniek urologie. Telefoonnummer: (0341) 463558
De polikliniek is op doordeweekse dagen bereikbaar van 8.30 uur tot 12.30 uur en van 13.00 uur tot 16.30 uur (vrijdag tot 16.00 uur). Buiten deze tijden kunt u contact opnemen met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van ziekenhuis St Jansdal.
Tot slot
Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw uroloog. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft kunt u ons bellen. Bel dan met de polikliniek urologie.
Voor meer informatie op het gebied van urologie kunt u terecht op onze website: www.urologie.nl