Deze folder geeft algemene informatie over een operatie. Het kan zijn dat uw situatie anders is dan hier staat.
Wat u mee moet nemen
U wordt binnenkort opgenomen in het ziekenhuis voor een operatie. Kom op het afgesproken tijdstip naar de afdeling opname en neem mee:
-
uw identiteitsbewijs
- naam en telefoonnummer van een contactpersoon
- bewijs van inschrijving van uw ziektekostenverzekering
- toiletartikelen
- nachtkleding en extra ondergoed
- een badjas
- pantoffels of slippers
- een wijde rok of broek bij een knie- of beenbehandeling (u krijgt misschien een dik verband)
- een wijde trui bij een armbehandeling (u krijgt misschien een dik verband)
- dieetvoorschriften als u die heeft
- een brillenkoker of lenzendoosje als u contactlenzen draagt
- Een doosje voor gehoorapparaten
- kleingeld
-
iets om de tijd mee door te brengen, bijvoorbeeld een boek, tijdschrift, laptop of iPad
Wat u niet moet meenemen
Laat waardevolle spullen, zoals sieraden, bankpassen en veel geld, thuis. Het ziekenhuis is niet verantwoordelijk als deze spullen kwijtraken of gestolen worden.
Medicijnen
Maak voor uw opname een lijst van alle medicijnen die u nu gebruikt. Schrijf op de naam van het medicijn en de hoeveelheid die u gebruikt. Neem de lijst mee!
In het ziekenhuis krijgt u alle medicijnen van het ziekenhuis. Ze kunnen er anders uitzien dan uw eigen medicijnen, bijvoorbeeld andere kleur of vorm. Maar ze werken hetzelfde.
Soms moet u het gebruik van bloedverdunners voor de operatie stoppen. Dit mag alleen met overleg van een arts.
Overgevoeligheid / allergie
Als u allergisch bent voor iets, bijvoorbeeld voedsel, pleisters, medicijnen of jodium, vertel dit dan aan de verpleegkundige en arts op de afdeling.
Contactpersoon
Kies vooraf een contactpersoon voordat u naar het ziekenhuis gaat. Deze persoon houdt contact met de verpleegkundige en uw familie of vrienden. De medewerkers mogen alleen informatie geven aan deze contactpersoon. Geef vooral zijn of haar telefoonnummer door.
De voorbereiding op de operatie
Voor de operatie heeft u toestemming gegeven. Lees hierover meer in de folder Rechten en plichten bij een medische behandeling.
Eten en drinken
- Vanaf 6 uur voor de operatie mag u niet meer eten. Een lege maag voorkomt overgeven of verslikken tijdens de narcose.
-
U mag nog heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee of appelsap. Dit mag tot 2 uur voor de operatie. Andere dranken mag u niet drinken.
Trombose
Bij opname krijgt u een prik van de verpleegkundige om trombose te voorkomen. Afhankelijk van de operatie en uw risico’s kan het zijn dat u na de operatie ook nog een prik krijgt.
Overige voorbereidingen
- Een kunstgebit, contactlenzen en sieraden moet u uitdoen.
- Het horloge moet af.
- Nagellak en make-up moet u verwijderen.
-
Vlak voordat u naar de operatieafdeling gaat, krijgt u een operatiejasje aan.
Het tijdstip van de operatie
-
De arts of verpleegkundige kan niet precies zeggen wanneer u aan de beurt bent.
- Operaties duren soms langer dan verwacht.
- Soms komen er spoedoperaties tussendoor. Hierdoor wordt u later geholpen dan gepland.
-
Soms kan de operatie niet doorgaan. Dan krijgt u een nieuwe datum.
Mogelijke complicaties van de operatie
Bij elke operatie kunnen problemen ontstaan. De arts heeft dit eerder met u besproken op de polikliniek. De problemen kunnen licht of ernstig zijn. Dit hangt af van de grootte van de operatie, het soort operatie en uw gezondheid. Roken verhoogt het risico op problemen Soms zijn de problemen klein en vervelend, soms ernstig.
Hoe kunt u zelf meewerken aan herstel?
-
Stop met roken! Voor uw longen is het belangrijk dat u de eerste dagen na de operatie regelmatig diep ademhaalt, bijvoorbeeld elke 15 minuten. Als er slijm in uw longen zit, moet u dit goed ophoesten.
- Het is belangrijk dat u snel na de operatie weer beweegt. Bewegen is goed voor de bloedcirculatie en de spijsvertering. Als de chirurg het goed vindt, kunt u ook in bed bewegen, zoals draaien of rechtop zitten.
- Wilt u gaan zitten? Dan moet u de wond sparen. Bij een buikoperatie draait u eerst op uw zij en duwt u daarna met uw armen het bovenlichaam omhoog.
Als u niet in de dagopname bent behandeld, helpt de verpleegkundige u ’s avonds om uit bed te komen en op een stoel te gaan zitten. Op de tweede dag loopt u met de verpleegkundige een paar stappen door de kamer.
Zodra u weer genoeg beweegt zijn de prikken tegen trombose niet meer nodig en kunt u weer douchen. Dit hangt wel af van het soort operatie dat u heeft gehad.
Vragen
Heeft u nog vragen? Stel ze aan uw behandelend arts. Heeft u dringende vragen of problemen vóór uw behandeling? Neem dan contact op met de afdeling waar uw behandeling plaatsvindt.
Heeft u na uw ziekenhuisbezoek vragen?
- In de eerste vijf dagen na uw bezoek kunt u bellen met het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis, 0341 - 46 39 11. De receptioniste verbindt u door naar de juiste afdeling.
- Is het langer dan vijf dagen geleden? Bel dan de poli van het specialisme waar u bent geholpen.
-
Is het langer dan twee weken geleden? Neem contact op met uw eigen huisarts. Buiten kantoortijden kunt u bellen met de huisartsenpost.
Tot slot
Als u vindt dat er informatie ontbreekt of niet duidelijk is, horen wij dat graag van u.