l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStjansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

0900 - 333 6 333

 

 

www.medrie.nl

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

VlagB
Folders

Diabetes mellitus en nuchter voor onderzoek (uitgezonderd coloscopie), instructie bloedsuikerverlagende medicijnen

Versienr: 2
Inhoud van dit artikel
    Inhoud van dit artikel

      Binnenkort heeft u een afspraak voor een onderzoek waarvoor u nuchter moet zijn. Dit betekent dat u langere tijd voor de afspraak niet mag eten. Tijdens de voorbereidingsdagen kunt u last krijgen van te hoge of te lage bloedglucosewaarde. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen adviseren wij de voor u geldende instructies nauwkeurig op te volgen. Dit naast de andere voorbereidingen die u voor het onderzoek moet treffen (zie de folders over het desbetreffende onderzoek).

       

      Algemeen advies

      • Heeft u een insulinepomp neem dan contact op met uw eigen diabetesbehandelaar. 
      • Mensen met diabetes mellitus type 1 kunnen NOOIT zonder insuline. 
      • Gebruikt u insuline en heeft  u weleens hypo’s (lage bloedglucose)? Neem druivensuikertabletten mee! 
      • Neem (indien van toepassing) uw eigen insulinepennen en glucosemeter mee. 
      • Heeft u nog vragen, neem dan contact op met uw eigen diabetesbehandelaar (bij voorkeur zeven dagen voor het onderzoek).

       

      Röntgenonderzoek en metformine 

      Gebruikt u metformine en krijgt u een röntgenonderzoek waarbij u een jodiumhoudend contrastmiddel in een bloedvat toegediend krijgt? Dan moet u tijdelijk stoppen met het gebruik van metformine. Afhankelijk van uw nierfunctie geldt dit voor enkele dagen. Het is mogelijk dat u extra bloed moet laten prikken na het onderzoek om te bepalen wanneer u de metformine weer kunt hervatten. Mocht de waarde onder een bepaalde norm zijn, dan wordt er overlegd met de contrastpoli of u mogelijk de metformine enkele dagen moet staken. 

       

       

      Röntgenonderzoek en glucosesensor/insulinepomp 

      Afhankelijk van uw soort insulinepomp en/of glucosesensor en het onderzoek, moeten de pomp/sensor net voor het onderzoek afgekoppeld worden. Tijdens de MRI moet de sensor verwijderd worden en de insulinepomp afgekoppeld. Bij een CT-scan hoeft dit niet altijd (wel pomp afkoppelen). Breng na het onderzoek een nieuwe sensor/POD aan. U kunt met de leverancier overleggen of u in aanmerking komt voor een extra sensor in verband met het onderzoek. 

      Meld bij de medewerker van de afdeling dat u een sensor/insulinepomp heeft en overleg bij twijfel. Neem uw reader/telefoon mee. 

       

      Wat kunt u doen als u verschijnselen van een hypo krijgt?  

      Krijgt u verschijnselen van een hypo (lage bloedsuiker), zoals honger, beven, zweten, een trillerig gevoel, bleekheid, wazig zien, hoofdpijn en duizeligheid en een bloedsuiker lager dan 4.0 mmol/l? Neemt u dan 5-7 tabletten druivensuiker. U kunt ook één glas limonade drinken, gemaakt van 35 ml ranja (ongeveer 3 eetlepels) aangelengd met water. 

       

      Algemeen advies voor controle bloedglucose (voor de mensen met insuline behandeling)

      Belangrijk is de controle van uw bloedglucose. In de tabellen hieronder ziet u wat u moet doen als uw bloedglucose te hoog of te laag is. Kijk in desbetreffende folder of u vast of vloeibaar voedsel mag. Voor extra informatie over de koolhydraten: https://www.stjansdal.nl/folders/koolhydratenlijst

       

      Bloedglucosecontrole de dag vóór het onderzoek

       Waarde bij controle voor de nacht  Actie
       Lager dan 4 mmol/l
      • 5 tot 7 tabletten druivensuiker of 35 ml (ongeveer 3 eetlepels) ranja aangemengd met water 
      • En 25 gr koolhydraten = 1 snee brood met zoet beleg of schaaltje gewone vla 
       Tussen 4 en 7 mmol/l

       15 gram koolhydraten = 1 portie fruit/sap of 1 snee

       brood met hartig beleg of schaaltje suikervrije vla

       Hoger dan 7 mmol/l  Ga rustig slapen
       Hoger dan 15 mmol/l

       Bijspuiten volgens uw eigen bijspuitschema.

       Indien u corrigeert, controleer na 2 uur uw

       glucosewaarde

       

      Bloedglucosecontrole gedurende de dag ván het onderzoek

       Tijdstip  Bloedglucosewaarde  Actie

       Dagcurve prikken: 

      • Nuchter (op het tijdstip waarop u normaliter ontbijt) 
      • Twee uur hierna 
      • Lunchtijd 
      • Voor avondeten 
      • Voor slapen gaan 

       Lager dan 4 mmol/l (hypo) 

       

       

       

       

       

       Tussen 4 en 10 mmol/l

       

       Tussen 10 en 15 mmol/l 

       

       

       

       

       Hoger dan 15 mmol/l 

       5 tot 7 tabletten druivensuiker of

       35 ml ( =3 eetlepels) ranja

       aangemengd met water (ranja

       passeert de maag snel en is geen

       belemmering voor het onderzoek

       

       Goed

       

       Accepteren Uitzondering:

       Diabetes type 1, eigen

       bijspuitschema hanteren of wat is

       afgesproken met diabetesteam 

       

       Indien mogelijk zelf bijregelen 

       

      1. Bloedglucoseverlagende tabletten en/ of GLP1-analoog

      Dag vóór het onderzoek: u kunt uw tabletten/injectie op de gebruikelijke tijd innemen/injecteren. 

      • Gebruikt u insuline, kijk dan ook bij hoofdstuk 2 
      • GLP-1 injectie kunt u een dag overslaan 

       

      Tabel 1.1: Dag ván het onderzoek

       Onderzoek vindt plaats vóór13.00 uur  Dosering

       Vóór het onderzoek: u bent nuchter vanaf

       22.00 uur (dag ervoor)

       Bij het ontbijt: geen tabletten innemen
       Na het onderzoek:

       Bij 1 keer daags gebruik van tabletten: 

      • u neemt de tabletten in bij de volgende maaltijd. 

       Als u de tabletten vaker per dag gebruikt: 

      • bij de volgende maaltijd de gebruikelijke dosering hervatten (niet inhalen). 

       

      Tabel 1.2:

       Onderzoek vindt plaats ná 13.00 uur  Dosering

       Voor het onderzoek: U mag tot 07.30 uur

       nog een licht ontbijt gebruiken.

       Bij het ontbijt: geen tabletten innemen.
       Na het onderzoek:

       Bij het avondeten: gebruikelijke dosering hervatten

       (niet inhalen).

       

      Tabel 1.3: Overzicht orale bloedglucoseverlagende medicijnen (tabletten)

       Soort preparaat  Generieke naam / Merknaam
       ? Glucosidasremmer
      • Acarbose / glucobay
       Biguanide
      • Metformine 
      • Metformine/glibenclamide -glucovance 
       Sulfonylureumderivaten
      • Glibenclamide (voorheen daonil) 
      • Gliclazide / diamicron 
      • Gliclazide 
      • Glimepiride / amaryl 
      • Tolbutamide 
       Meglitiniden
      • Repaglinide / novonorm
       Thiazolidinedionen
      • Pioglitazon / actos 
      • Pioglitazon/metformine -competact 
       SGLT2- remmers
      • Canagliflozine / Invokana 
      • Canagliflozine /metformine- Vokanamet 
      • Dapagliflozine / Forxiga 
      • Dapagliflozine/metformine Xigduo 
      • Empagliflozine / Jardiance 
      • Empagliflozine/metformine - Synjardy
       DPP-4 remmers
      • Linagliptine / Trajenta 
      • Linagliptine/metformine – Jentadueto 
      • Saxagliptine / Onglyza 
      • Saxagliptine/metformine – Komboglyze 
      • Sitagliptine / Januvia-Ristaben-Tesavel-Xelevia 
      • Vildagliptine / Galvus-Jalra 
      • Vildagliptine/metformine - Eucreas  
       GLP-1
      • Semaglutide / Rybelsus

       

      Tabel 1.4. Gebruikt u één van onderstaande GLP-1 injecties? Dan gebruikt u uw medicijnen zoals u gewend bent.

       Dulaglutide (Trulicity

       Exenatide (Byetta, Bydureon

       Liraglutide (Victoza, Saxenda

       Lixisenatide (Lyxumia

       Semaglutide (Ozempic

       

      2. Insuline éénmaal daags langwerkend insuline of een combinatie van 1dd insuline en GLP1-analoog 

      Dag vóór het onderzoek: 

      Indien u gewend bent om de langwerkende insuline: 

      • ‘s ochtends te injecteren, dan kunt u de gebruikelijke hoeveelheid injecteren. 
      • ’s avonds te injecteren, dan dient u 75 % (¾) van de gebruikelijke hoeveelheid te injecteren. 

       

      Tabel 2.1: Dag ván het onderzoek

       Onderzoek vindt plaats vóór 13.00 uur  Dosering

       Vóór het onderzoek: U bent nuchter vanaf

       22.00 uur (dag ervoor)

      • Geen ontbijt = geen insuline
       Na het onderzoek:
      • Bij de eerste maaltijd na het onderzoek injecteert u 50% (½) van de gebruikelijke ontbijtdosering. 
      • Als u de insuline normaal in de avond injecteert hervat u de gebruikelijke dosering op het gebruikelijke tijdstip. 

       

      Tabel 2.2.

       Onderzoek vindt plaats ná 13.00 uur  Dosering

       Vóór het onderzoek: U mag tot 07.30 uur

       nog een licht ontbijt gebruiken.

       Bij het ontbijt: 

      • Bent u gewend om de langwerkende insuline ’s ochtends te injecteren, dan dient u 50% (½) van de gebruikelijke dosering te injecteren. 
       Na het onderzoek:

       Als u de insuline normaal in de avond injecteert

       hervat u de gebruikelijke dosering op het

       gebruikelijke tijdstip.

       

      Tabel 2.3. Overzicht langwerkende insuline, tijdstip van injecteren: 1 keer per dag (of ontbijt of avondeten of voor slapen).

       Soort insuline  Generieke naam/ merknaam
       Middellang
      • Insuline Isofaan: - Insulatard / Humaline NPH /  Insuman Basal
       Langwerkend
      • Insuline Detemir: Levemir 
      • Insuline Glargine: Abasaglar, Lantus, Toujeo
       Ultra-Langwerkend
      • Insuline Degludec: Tresiba
       Combinatie insuline en GLP-1ra
      • Insuline Glargine/lixisenatide:  Suliqua 
      • Insuline Degludec/liraglutide:  Xultophy 

       

      3. Insuline tweemaal daags: mix-insuline 

      Dag vóór het onderzoek: 

      • Bij het ontbijt de gebruikelijke insulinedosering. 
      • Bij het avondeten kunt u 75% (¾) van uw gebruikelijke dosis injecteren. 

       

      Dag ván het onderzoek:

      Tabel 3.1

       Onderzoek vindt plaats vóór 13.00 uur  Dosering

       Vóór het onderzoek: u bent nuchter vanaf

       22.00 uur (dag ervoor)

      • Geen ontbijt = geen insuline
       Na het onderzoek:
      • Bij de eerste maaltijd (lunch) na het onderzoek injecteert u 33 % (1/3) van de gebruikelijke ontbijtdosering. 
      • Bij het avondeten: gebruikelijke dosering. 

       

      Tabel 3.2:

       Onderzoek vindt plaats ná13.00 uur  Dosering

       Voor het onderzoek: u mag tot 07.30 uur

       nog een licht ontbijt gebruiken.

       Bij het ontbijt: 50 % (1/2) van de gebruikelijke

       ochtenddosering

       Na het onderzoek:  Bij het avondeten: gebruikelijke dosering.

       

      Tabel 3.3 Overzicht van mix insulines, tijdstip van injecteren: 2 keer per dag (ontbijt en avondeten)

       Soort insuline  Generieke naam / merknaam
       Mix insulines
      • Gewone insuline / isofane insuline: Humaline 30/70 
      • Gewone insuline / isofane insuline: Insuman Comb 25 
      • Aspart/ protamine: Novomix 30/70 
      • Lispro/ protamine: Humalog mix 25/75 
      • Aspart/ degludec: Ryzodeg 

       

      4. Insuline viermaal daags:  kortwerkend insuline icm éénmaal daags langwerkende insuline 

      Dag vóór het onderzoek: 

      Indien u gewend bent om de: 

      • langwerkende insuline ‘s ochtends te injecteren, dan kunt u de gebruikelijke hoeveelheid injecteren. 
      • langwerkende insuline ’s avonds te injecteren, dan dient u 75% (3/4) van de gebruikelijke hoeveelheid te injecteren. 

       

      Dag ván het onderzoek:

      Tabel 4.1

       Onderzoek vindt plaats vóór13.00 uur  Dosering

       Voor het onderzoek: u bent nuchter vanaf

       22.00 uur (dag ervoor)

       Bij langwerkende insuline in de ochtend: 

      • 50% (1/2) van de gebruikelijke hoeveelheid te injecteren. 

       Geen ontbijt = Geen kortwerkende insuline. 

       Na het onderzoek:

       Langwerkende insuline in de avond: 

      •  gebruikelijke dosering hervatten. 

       Kortwerkende insuline: gebruikelijke dosering

       hervatten bij de maaltijden. 

       

      Tabel 4.2:

       Onderzoek vindt plaats ná13.00 uur  Dosering

       Voor het onderzoek: U mag tot 07.30 uur

       nog een licht ontbijt gebruiken.

       Bij langwerkende insuline in de ochtend: 

      • 50% (½) van de gebruikelijke hoeveelheid te injecteren. 

       Kortwerkende insuline: 

      • 50% (½) van de gebruikelijke dosering 
       Na het onderzoek:

       Langwerkende insuline in de avond: 

      •  de gebruikelijke dosering hervatten. 

       Kortwerkende insuline: 

      • hervatten bij de maaltijden. 

       

      Tabel 4.3. Overzicht van kortwerkende (voor iedere maaltijd en zonodig voor correctie) en langwerkende insuline (1 keer daags)

       Kortwerkende insuline  Generieke naam / merknaam
       Zeer ultra-kortwerkend
      • Insuline aspart: Fiasp
       Ultra-kortwerkend
      • Insuline aspart: Novorapid 
      • Insuline lispro: Humalog 
      • Insuline glulisine: Apidra 
       Kortwerkend
      • Insuline, gewoon: Humaline regular

       

       Langwerkende insuline  Generieke naam/ merknaam
       Middellang
      • Insuline Isofaan: - Insulatard / Humaline NPH /  Insuman Basal
       Langwerkend
      • Insuline Detemir: Levemir 
      • Insuline Glargine: Abasaglar, Lantus, Toujeo
       Ultra-Langwerkend
      • Insuline Degludec: Tresiba

       

      5. Subcutane Insulinepomp (CSII)

      Neem altijd contact op met uw eigen diabetesverpleegkundige of behandelend arts voor een individueel advies. 

       

      Algemeen: in principe hoeft u de basaalstand niet aan te passen. De bolus wordt gegeven zoals u gewend bent afhankelijk van uw bloedglucose en koolhydraatintake. 

      • Bij intensief laxeren kan het nodig zijn om de basaalstand (tijdelijk) te verlagen. 
      • Zijn de bloedglucosewaarden gedurende de dag lager dan 6, dan adviseren wij om de pomp op een tijdelijke basaal van 50% in te stellen (indien mogelijk). 
      • Bij niet eten wordt geen maaltijdbolus gegeven. Bij verhoogde glucoses gebruikt u de correctiebolus en evt de tijdelijke basaal verhogen. 

       

      Een algemeen advies voor bijspuitschema bij nuchter beleid (indien u kortwerkende insuline heeft) 

      • Bloedglucose hoger dan 15 mmol/l, 2 eenheden (ultra) kortwerkende insuline 
      • Bloedglucose hoger dan 20 mmol/l, 4 eenheden (ultra) kortwerkende insuline 

      Controleer de bloedglucose na twee uur en corrigeer evt na twee uur. 

       

      Bereikbaarheid 

      • St Jansdal ziekenhuis: 0341-463911 
      • Diabetescentrum (poli Interne Geneeskunde) 0341-463747 

      De diabetesverpleegkundigen van het St Jansdal zijn te bereiken via de assistente. Als u contact opneemt, geef dan de gebruikte medicatie en (insuline) doseringen door. De assistente maakt voor u een telefonische afspraak met de diabetesverpleegkundige. 

      • Functieafdeling (planning Endoscopie 0341-463538) 
      • Afdeling radiologie: 0341-463650 

       

       

      De informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Desondanks kunnen geen rechten aan de vermelde informatie ontleend worden. Meer informatie https://www.stjansdal.nl/disclaimer
      Geprint op 29-3-2024