l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStjansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

0900 - 333 6 333

 

 

www.medrie.nl

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

Medewerker Michiel Foppen lag vijf weken op de IC

“Gemerkt wat ‘je zorgt voor elkaar’ inhoudt”

Hoe bizar is het als je op de IC komt te liggen, die je kort daarvoor zelf hebt opgebouwd?  Het overkwam de 49-jarige Michiel Foppen, werktuigkundige bij St Jansdal.

 

Michiel maakt eind maart deel uit van het team dat extra IC-bedden creëert op het operatiecomplex. Een dag na die klus wordt een van de teamleden ziek. Het blijkt om corona te gaan. Een week later is Michiel aan de beurt. “Ik was meteen heel erg ziek”, vertelt hij. “Hoge koorts en hoesten, voelde me vreselijk beroerd.”

 

Achteruitgang

Na een week gaat het thuis niet meer. De huisarts laat een ambulance komen om Michiel op te halen. De CT-scan toont duidelijk aan dat hij corona heeft. Hij komt op 1 west te liggen. “Ik begon met een beetje zuurstof”, legt hij uit. “De hoeveelheid liep in een rap tempo op. Na twee dagen was het klaar. Er moest zoveel extra zuurstof bij. Ze legden me apart in het achterste kamertje, de plek waar de zwaarste gevallen liggen. Dat was confronterend.”

 

Intensive care

Michiel gaat zo hard achteruit dat hij naar de intensive care moet: “Ik was doodsbang en kende veel angst. Ik realiseerde me dat ik dood zou kunnen gaan. Ik moest naar huis bellen om afscheid te nemen.” Die nacht wordt hij geïntubeerd. Vanaf dat moment leeft Michiels vrouw Wanda tussen hoop en vrees. “Ik kreeg signalen van de verpleging dat de situatie erg zorgelijk was.”

 

Helikopter

Michiel ligt drie weken op de ic in Harderwijk, een periode waaraan hij geen herinneringen heeft. Op 28 april gaat hij per helikopter over naar het UMCG in Groningen. “Hij bleef gelukkig in Nederland”, zegt Wanda. “Erger vond ik dat we in Groningen niet op bezoek mochten. Het bezoekersbeleid was in Harderwijk net versoepeld. Het voelde als oneerlijk, net of iets afgepakt werd. We hebben toen veel gehuild met het gezin.”

 

Verwardheid

Ook in Groningen schommelt het beeld. Gelukkig lukt het eindelijk om hem wakker te maken. “Ik lag nog steeds aan de beademing. Dat vond ik het meest beroerde stuk. Mijn hersens gingen met me op de loop. Ik dacht dat ik in een tv-programma zat, vreemde toestanden. Later wist ik wel dat ik in Groningen was, maar ik kon niks meer. In die periode hoefde het van mij niet meer. Ik knapte maar niet op, was in de war en kon niemand uitleggen wat ik wilde.”

 

Terug naar verpleegafdeling

Op 11 mei lukt het dan eindelijk om hem de hele dag van de beademing af te krijgen. De dag erna mag hij naar de verpleegafdeling toe. “Dat voelde als een heel emotioneel moment”, aldus Michiel. “Voor mijn gevoel had ik mijn gezin in de steek gelaten. Je wilt gewoon niet dat je vrouw en kinderen zoiets meemaken, daar voelde ik me schuldig over.”

 

Revalidatie

Die eerste dagen kon hij vrijwel niks meer. “Ik moest alles opnieuw leren”, verzucht Michiel. “Zitten, staan, twee stapjes lopen. Na een paar dagen lukte het me tot aan de deur te lopen, alles ging stapje voor stapje, frustrerend. Op 20 mei mocht ik door naar het revalidatiecentrum. Daar leerden ze me weer zelfstandig te worden. Het was een vol programma, maar het sloeg goed aan. Per dag was vooruitgang zichtbaar.”

 

Na acht weken mag hij voor het eerst naar huis. “Dat was emotioneel”, zegt

Michiel. “Niet alleen voor mijzelf, maar ook voor de familie. Ik pakte altijd alles aan in huis. Maar nu zagen ze ineens een man die niks meer kon; nog geen mok met koffie vasthouden. Het vooruitzicht is dat het fysiek gezien goed gaat komen. Maar het zal veel tijd nodig hebben om weer in conditie te komen.”

 

Als hij terugkijkt, voelt het als een aanslag. “Het ging zo snel allemaal”, knikt hij. “Het is gewoon dikke, vette pech dat mij dit is overkomen. Maar ik ben wel ongelooflijk blij met en dankbaar voor de steun uit het ziekenhuis. Het is bijzonder dat ik en mijn gezin zoveel aandacht hebben gekregen in de vorm van bloemen, appjes, kaartjes en lekkernijen. Ook dank ik onze huisarts Cohen voor de steun voor het hele gezin in deze vreselijke tijd. Ik heb echt gemerkt wat ‘je zorgt voor elkaar’ inhoudt.”

 

Lizanne Ganzevles