Bij een sterilisatie worden de zaadleiders doorgesneden en dicht geknoopt. Dit om zwangerschappen te voorkomen. Soms ontstaat er na een sterilisatie toch een (nieuwe) kinderwens. Via een hersteloperatie kan geprobeerd worden de sterilisatie ongedaan te maken.
Deze hersteloperatie heet officieel vaso-vaso-stomie. Het is een betrekkelijk eenvoudige operatie. Wel is het een ingreep die veel nauwkeurigheid van de arts vraagt. Daarnaast is het belangrijk om na de operatie genoeg rust te nemen.
Doorgankelijkheid zaadleiders
Tijdens de operatie worden de afgesloten uiteinden van de zaadleiders weer open gemaakt. Daarna wordt getest of de zaadleiders goed open zijn. Als dit het geval is kunnen de twee uiteinden weer aan elkaar worden gehecht. Dit gebeurt met haardunne hechtingen. Hierdoor ontstaat een kwetsbare aansluiting.
Kans op zwangerschap
De operatie is geslaagd als er bij een zaadlozing weer zaadcellen mee komen. Dit lukt in zo’n 80 tot 100% van de gevallen. Dit noemen we de “patency rate”.
Dit is niet hetzelfde als de kans op een zwangerschap. De kans op een zwangerschap na een vaso-vasotomie ligt op maximaal 40 tot 50%. Deze kans wordt kleiner als er veel tijd tussen de sterilisatie en de vaso-vasotomie heeft gezeten. Het is dan moeilijker om de zaadleider weer goed open te krijgen.
Bij een vaso-vasotomie binnen vijf jaar na de sterilisatie is de kans op een zwangerschap 55%. Bij een vaso-vasotomie zes tot vijftien jaar na de sterilisatie zakt deze kans naar 20%. De patency rate zakt dan namelijk naar ongeveer 60%. Dit houdt dus in dat maar 6 op de 10 mannen zaadcellen bij de zaadlozing heeft na de operatie.
Voorbereiding
Deze operatie vindt plaats onder algehele narcose of een ruggenprik (spinaal). Er moet van tevoren een gesprek plaats vinden met de anesthesist (narcotiseur). Deze afspraak wordt gemaakt door de assistente van de uroloog.
Bloedverdunnende middelen
Als u bloedverdunners gebruikt via de trombosedienst, dan moet u hier voor de operatie mee stoppen. Dit geldt voor de volgende medicijnen:
Acenocoumarol
Stop drie dagen voor de operatie
Fenprocoumon (Marcoumar®)
Stop zeven dagen voor de operatie
Bel van tevoren met de trombosedienst om door te geven welke operatie u krijgt. Zij kunnen u vertellen of u tijdelijk een ander middel moet gebruiken. Dit gaat dan meestal om spuitjes met heparine.
Voor de andere bloedverdunners geldt het volgende:
- Slikt u acetylsalicylzuur of carbasalaat calcium (Ascal®) èn een andere bloedverdunner, stop dan zeven dagen voor de ingreep met de andere bloedverdunner.
- Slikt u Rivaroxaban (Xarelto®), Dabigatran (Pradaxa®) òf Apixaban (Eliquis®) stop dan een dag voor de ingreep met dit middel.
- Slikt u alleen alleen persantin òf plavix, bel dan met de polikliniek urologie. De uroloog kan u dan vertellen of u uw medicijnen in mag blijven nemen.
Als u bent gestopt met acenocoumarol of fenprocoumon (marcoumar®) moet u voor de operatie bloed laten prikken. Zo kan de uroloog nakijken of uw bloed weer dik genoeg is. Dit is belangrijk. Anders verliest u teveel bloed bij de operatie. U heeft een aanvraagformulier nodig om bloed te kunnen prikken. Dit formulier heeft u meegekregen van de polikliniek urologie.
De dag van de operatie gaat u eerst naar de bloedafname. Deze afdeling vindt u in de centrale hal van het St Jansdal. Naast de balie staat een apparaat waar u een nummer kunt trekken. Druk op de knop “cito” om een nummertje te trekken. U hoeft dan niet te lang te wachten.
Alleen als u gestopt bent met acenocoumarol of fenprocoumon (marcoumar®) moet u bloed laten prikken. Als u bent gestopt met een andere bloedverdunner is dit niet nodig.
Drie dagen na de operatie mag u uw medicijnen weer innemen. Als u nog veel bloed verliest moet u ons eerst bellen. Bel dan met de polikliniek urologie.
Complicaties
De operatie vindt plaats via een sneetje in de balzak (scrotum). Via één sneetje worden beide zaadleiders bereikt. Zoals bij alle operaties bestaat de kans op een nabloeding of een infectie. Bij complicaties wordt de kans dat de zaadleider goed open blijft kleiner.
Rust na de operatie is heel belangrijk. De nieuwe aansluiting is heel kwetsbaar. Als u te snel weer begint met sporten, zwaar tillen of lang staan kan dit de aansluiting beschadigen.
De dag na de operatie mag u weer naar huis. Daar moet u het minstens een week heel rustig aan doen. Daarna mag u langzaam aan weer meer gaan doen.
Littekenvorming
Op de plek waar de zaadleider aan elkaar is gezet kan littekenvorming ontstaan. De zaadleider kan door dit littekenweefsel weer dicht gedrukt worden. De zaadleider gaat dan dus vanzelf weer dicht zitten.
Sommige mannen kiezen er daarom voor om na de hersteloperatie zaad in te laten vriezen. Als de zaadleider dan toch weer dichtgroeit kan het ingevroren zaad gebruikt worden. Er zijn verschillende bedrijven die zich hier mee bezig houden. Meer informatie leest u in de folder “invriezen eigen semen”. Deze folder vindt u op de polikliniek urologie of op de internetpagina van het St Jansdal.
Na de operatie
Vrijen mag twee weken na de operatie weer.
Twaalf weken na de operatie komt u op de polikliniek urologie voor controle. Een week voor de controleafspraak levert u bij de bloedafname een zaadmonster in. Hiervoor moet u eerst een afspraak maken. U krijgt hiervoor een potje en een aanvraagformulier mee van de afdeling. Daarnaast krijgt u een formulier met instructie mee. Op dit formulier staat het telefoonnummer dat u kunt bellen om de afspraak te maken.
De uitslag van dit zaadmonster bespreekt u met uw uroloog tijdens uw controle afspraak. Als er in het zaadmonster zaadcellen zijn teruggevonden is de ingreep geslaagd.
Het kan wel zijn dat de kwaliteit van het zaad en het aantal zaadcellen tegenvalt. Dit is vaak het geval als er meer dan vijf jaar tussen de sterilisatie en de hersteloperatie heeft gezeten. Soms verbetert de kwaliteit van het zaad zich nog in de loop der tijd.
Soms vormt het lichaam anticellen tegen de eigen zaadcellen. Meestal als er meer dan tien jaar tussen de sterilisatie en de hersteloperatie heeft gezeten. Het kan dan helpen om het zaad te “wassen” en daarna bij de vrouw in te brengen. Dit kan eventueel plaatsvinden op de polikliniek gynaecologie van het St Jansdal. Hierdoor neemt de kans op een zwangerschap toe.
Hernieuwde zaadtest na een jaar
Er wordt in principe eerst afgewacht of er op natuurlijke wijze een zwangerschap ontstaat. Als dit na een jaar nog niet is gelukt kan er opnieuw een zaadtest plaats vinden. Zo kan gecontroleerd worden of de zaadleider nog goed open is. Als de zaadleider weer dicht is kan er soms opnieuw een vaso-vasotomie plaats vinden
ICSI technieken
Na een geslaagde operatie is het belangrijk om na te denken over tot hoever u wilt gaan.
Met moderne technieken kan het zaad via een microscoop in de eicel worden geïnjec-teerd. Deze aanpak heet ICSI: Intra Cyto-plasmatische Spermatozo Injectie.
Als u hier misschien gebruik van wilt maken kan het verstandig zijn om al zaad in te laten vriezen. Als er op natuurlijke wijze geen zwangerschap ontstaat kunt u ICSI overwegen. Een klein aantal zaadcellen kan al genoeg zijn voor een ICSI behandeling.
U kunt voor ICSI terecht in Zwolle en Utrecht. Als u ICSI voor in de toekomst overweegt kan het handig zijn om al vroeg contact met hen op te nemen. Mogelijk kunnen zij dan ook het zaad voor u invriezen en bewaren. Mogelijk moet u hiervoor betalen.
Adressen Zwolle en Utrecht
Isala klinieken
Isala Fertiliteitcentrum
Dr. Spanjaardweg 29
8025 BT Zwolle
Tel: 038 4245224
Academisch Ziekenhuis Utrecht
Polikliniek voortplanting
Heidelberglaan 100
3584 CX UTRECHT
Tel: 088 7558880
Vergoeding
Niet alle verzekeraars vergoeden een vaso-vasotomie. Neem daarom van tevoren contact met uw verzekeraar op. Zij kunnen nakijken of zij de ingreep voor u betalen.
Tot slot
Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw uroloog. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft kunt u ons bellen. Bel dan met de polikliniek urologie. Wij zijn bereikbaar via telefoonnummer: 0341-463558.
Voor meer informatie op het gebied van urologie kunt u terecht op onze website: www.urologie.nl