Wat is snurken?
Snurken betekent dat er tijdens het slapen een zagend, ruisend of brommend geluid ontstaat bij het ademhalen. Soms is het geluid zo hard dat een partner, huisgenoot of zelfs buren er last van hebben. Bij het ademhalen gaat de lucht via de neus, de keel, de luchtpijp, naar de longen.
Zijaanzicht van de neusholte (1), de mondholte (2) de tong (3), het harde gehemelte (4) zachte gehemelte met in het midden daarvan de huig (5) de keelholte (6) met daaronder de stembanden (dit zijn twee witte slijmvliesplooien net onder het cijfer 7), de luchtpijp (8), die vóór de slokdarm (9) ligt en de adamsappel (10).
Aan het begin van de luchtpijp zitten de stembanden, ter hoogte van de adamsappel. Snurkgeluiden ontstaan door een vernauwing in de luchtweg tussen de neusgaten en de stembanden. Bij mensen die snurken is soms de neusholte te smal, maar meestal zit de vernauwing achter de huig (de overgang van neus naar keel) of achter de tong in de keel.
Door deze vernauwing ontstaat bij het inademen een onderdruk in de keel. Daardoor worden het zachte gehemelte, de huig, de tong en de keelwanden naar elkaar toe gezogen en gaan ze trillen. Dit trillen veroorzaakt het snurkgeluid.
Een snurkgeluid kun je vergelijken met het leeglopen van een opgeblazen ballon: veel lucht gaat snel door een smalle opening, waardoor het smalle deel gaat trillen en een snerpend geluid maakt. zachte gehemelte met de huig, de tong en de wanden van de keelholte naar elkaar toe gezogen worden en gaan trillen; dit veroorzaakt het snurkgeluid. Snurkgeluiden zijn te vergelijken met het leeglopen van een opgeblazen ballon; veel lucht stroomt dan heel snel door een nauwe doorgang met als gevolg dat dit nauwe deel gaat trillen en een snerpend geluid maakt.
Wie snurkt?
Snurken komt voor bij alle leeftijden. Het wordt vaker en harder naarmate mensen ouder worden. Dit komt omdat het slijmvlies van de keel bij ouder worden dikker wordt door vetophoping. Hierdoor wordt de luchtweg smaller. Ook worden de slijmvliezen slapper, net als de huid, en trillen ze makkelijker.
- Ongeveer 1 op de 10 kinderen snurkt.
- Bij volwassenen snurkt 1 op de 5 mannen en 1 op de 10 vrouwen elke nacht.
- Snurken begint meestal tussen het 30e en 40e jaar.
- In sommige families komt snurken vaker voor en begint dan rond het 20e jaar, waarschijnlijk door een erfelijk smalle keelholte.
Wat veroorzaakt snurken?
Snurken ontstaat door omstandigheden die de luchtweg tussen neus en stembanden nauwer maken. Dit kan komen door:
- Slapen op de rug ? het zachte gehemelte, de huig en de tong zakken naar achteren.
- Lang en slap zacht gehemelte of huig van nature.
- Verslapping van de keelspieren door vermoeidheid, ouder worden, alcohol of bepaalde medicijnen (slaap- of kalmeringsmiddelen).
- Irritatie van de keel door roken of brandend maagzuur ? keelwand wordt dikker en luchtweg smaller.
- Overgewicht ? wanden van de keelholte worden dikker.
- Vergrote keel- of neusamandelen, vooral bij kinderen.
-
Te smalle neusholte of neusverstopping door:
- verkoudheid of allergie,
- poliepen (vochtige bultjes in het neusslijmvlies),
- scheef neustussenschot.
Al deze factoren maken dat de luchtweg smaller wordt en de kans op snurken groter is.
Leefregels om snurken te verminderen
Met sommige maatregelen kunt u snurken verminderen:
- Geen alcohol drinken vanaf twee uur voor het slapen.
- Geen zware maaltijd vlak voor het slapen.
- Stop met roken.
- Zorg voor een gezond gewicht door goed te eten en genoeg te bewegen. Een vuistregel: uw lengte in centimeters (boven de 1 meter) is ongeveer uw ideale gewicht in kilo’s.
- Zorg voor een regelmatig dag- en nachtritme. Probeer slaap- en kalmeringsmiddelen te vermijden.
- Probeer niet op uw rug te slapen.
Soms kan de bedpartner oordoppen gebruiken als eenvoudig hulpmiddel.
Andere methoden tegen snurken
In het verleden zijn ook andere methoden gebruikt:
- Kinband om de mond gesloten te houden.
- Plastic neusspreiders om de neus open te houden.
- Elektrische apparaatjes die een klein stroomstootje geven bij snurken.
- Tennisbal in de pyjamajas om op de rug liggen te voorkomen.
Deze middelen werken zelden goed. Vaak verstoren ze de nachtrust, waardoor u overdag slaperig wordt.
Is de oorzaak van snurken vast te stellen?
De KNO-arts wil eerst weten waarom u snurkt. Hiervoor stelt hij vragen aan u en eventueel aan uw bedpartner. Hij wil weten of factoren zoals:
- roken,
- alcoholgebruik,
- medicijnen,
- gewichtstoename
bij u een rol spelen. Ook vraagt de arts naar klachten van neus en keel.
Vervolgens onderzoekt de KNO-arts uw neus en keel. Soms gebruikt hij een flexibele endoscoop (een dun kijkbuisje van 4 mm) om tot aan de stembanden te kijken. Zo kan hij zien waar de luchtweg vernauwd is. Soms is ook een allergietest nodig.
Slaapregistratie
Omdat slaapapneu (OSA) vaak samengaat met snurken, kan een slaapregistratie helpen. Hiermee kan de arts zien wat er ’s nachts gebeurt en wat de oorzaak van het snurken is.
Slaapendoscopie (DISE)
Een belangrijk onderzoek om te zien waar het snurken ontstaat heet slaapendoscopie.
- Bij dit onderzoek krijgt de patiënt een slaapmiddel via een infuus in de arm.
- Tijdens het slapen en snurken kijkt de KNO-arts met een flexibele endoscoop door de neus in de keel.
- Zo kan hij precies zien waar het snurken ontstaat.
- De uitkomst van dit onderzoek bepaalt welke behandeling het beste is.
Operatieve behandeling van de meest voorkomende oorzaak
Als de KNO-arts weet wat de oorzaak van het snurken is, kan een behandeling volgen.
- Bij kinderen kan de KNO-arts de keel- en/of neusamandelen verwijderen.
- Bij volwassenen is snurken vaak het gevolg van een te smalle doorgang tussen neusholte en keelholte, achter het zachte gehemelte en de huig.
- Operaties tegen snurken zonder slaapapneu (OSA) worden niet altijd vergoed en kosten ongeveer € 700–1200.
Bij de meeste volwassenen die snurken, komt dit door een te smalle doorgang van de neusholte naar de keelholte. Dit is het gebied achter het zachte gehemelte en de huig. In Nederland zijn er twee operaties om dit gebied te behandelen.
Uvulo-palato-pharyngo-plastiek (UPPP) – oudere methode
- De KNO-arts verwijdert het grootste deel van de huig.
- Hij zet hechtingen aan de zijkant van de keel om het zachte gehemelte strakker te maken.
- Het verwijderen kan met een mes of met een laser. Het resultaat is hetzelfde.
- Eventuele keelamandelen worden ook verwijderd.
-
De linker tekening laat zien hoe het er voor de operatie uitziet: de huig en het zachte gehemelte zijn nog lang, de keelamandelen zitten er nog.
- De rechter tekening laat zien hoe het er na de operatie uitziet.
Door de operatie wordt de doorgang van neus naar keel groter.
- Bij ongeveer 9 van de 10 mensen verdwijnt het snurken.
- Na een paar jaar kan het snurken soms weer terugkomen, omdat er vet ophoopt in de huig en het zachte gehemelte.
- Na 5 jaar werkt de operatie nog bij ongeveer 7 van de 10 mensen.
Barbed Reposition Pharyngoplastiek (BRP)
- Bij deze operatie maakt de KNO-arts het zachte gehemelte strakker met een oplosbare hechtdraad.
- De huig blijft hetzelfde.
- Eventuele keelamandelen worden tegelijk verwijderd.
Mogelijke nadelen van beide operaties
- Het slikken is pijnlijk direct na de operatie. Dit kan soms 2 weken duren, waardoor werken moeilijk is.
- Er kan een droog gevoel in de keel blijven of het gevoel dat er een brok in de keel zit (komt meer voor bij UPPP, minder bij BRP).
- Het uitspreken van de harde “g” kan moeilijk zijn (meer bij UPPP, minder bij BRP).
- Soms wordt het zachte gehemelte te kort, waardoor vloeistof bij het drinken door de neus komt. Meestal tijdelijk, soms is een operatie nodig om het gehemelte te verlengen.
Snurken door problemen in de neus
Soms snurken mensen door de neus. Dit kan komen door:
Een allergie wordt behandeld met medicijnen. Soms helpt een operatie aan het neustussenschot of het verwijderen van poliepen. Dit helpt bij ongeveer 1 op de 10 mensen die snurken en last hebben van een verstopte neus.
Operatie bij een zeldzamere oorzaak
Soms komt snurken door de achterkant van de tong.
- De KNO-arts maakt dit deel steviger met gecontroleerde littekenvorming via radiofrequente energie.
- Nadeel: lichte pijn bij het slikken voor enkele weken.
-
Werken kan meestal na een paar dagen weer.
Niet-operatieve behandeling van snurken
Snurken kan soms worden behandeld zonder operatie, met een kunststof plaatje dat over de tanden wordt geklemd. Dit heet een MRA (Mandibulair = onderkaak, Repositie = naar voren verplaatsen, Apparaat = het bitje).
Een MRA houdt de onderkaak tijdens het slapen naar voren. Hierdoor blijft ook de tong op zijn plaats en zakt minder snel in de keel. De luchtweg achter in de keel blijft breder, waardoor snurken minder gebeurt. Een MRA helpt tegen snurken dat komt van het zachte gehemelte, de huig, de achterkant van de tong en het strottenklepje. Er zijn verschillende typen MRA’s, maar ze werken allemaal op hetzelfde principe.
Hoe werkt het?
- Er wordt een afdruk van het boven- en ondergebit gemaakt.
- Het bitje past stevig over de tanden en kiezen.
- De twee delen van de prothese zijn verbonden met staafjes.
De prothese zorgt ervoor dat de onderkaak tijdens het slapen niet naar achteren kan zakken. Omdat de tong aan de onderkaak vastzit, blijft de tong ook op zijn plek en zakt minder in de keel. Zo blijft de luchtweg achter in de keel ruimer en is er minder kans op snurken. Bij ongeveer 7 van de 10 mensen helpt deze kunststof prothese goed.
Nadelen van de MRA
- Het bitje moet elke nacht gedragen worden.
- Het kan oncomfortabel zijn voor sommige mensen.
- Als het niet goed aangepast is, kan het pijn doen in de kaakgewrichten.
- Mensen met een kunstgebit kunnen deze methode niet gebruiken.
- De MRA wordt meestal niet vergoed door de zorgverzekering. Kosten: € 230 tot € 700, afhankelijk van het type.
Wat is het slaap-apneusyndroom (OSA)?
Een apneu is een adempauze van meer dan 10 seconden. Bij sommige mensen die snurken is de keelholte zo smal dat:
- de tong en/of,
- het zachte gehemelte met de huig, en/of
- de keelwand
af en toe tegen elkaar komen en de luchtweg helemaal afsluiten. Dit kan 30 seconden of langer duren.
We spreken van het slaap-apneusydroom OSAS als iemand:
- 's nachts meer dan 5 keer per uur een ademstilstand heeft én
- overdag heel slaperig of erg moe is én
- er geen andere reden is voor de slaperigheid, zoals slaaptekort of slapeloosheid.
Is het slaap-apneusydroom gevaarlijk?
Het is belangrijk om te weten dat iemand door zo’n afsluiting niet kan verstikken. De hersenen geven een alarm, waardoor de snurker minder diep slaapt of soms wakker wordt. De spieren van het zachte gehemelte en de tong spannen zich aan. De keel gaat weer open en normaal ademen kan weer. Daarna slaapt de snurker weer verder en langzaam ook dieper, totdat de volgende apneu komt.
Gevolgen voor de slaap
- De slaap is slecht van kwaliteit.
- De patiënt wordt niet uitgerust wakker.
-
Overdag is de patiënt erg slaperig en kan onbedoeld in slaap vallen, dit kan leiden tot gevaarlijke situaties voor de patiënt en anderen bijvoorbeeld:
- tijdens een gesprek,
- bij het lezen,
- tijdens autorijden.
- De concentratie is slecht en de patiënt kan vergeetachtig zijn.
Gevolgen voor de gezondheid
- Door de hersenalarmsignalen wisselt de bloeddruk.
- Hart en bloedvaten krijgen meer werk en dit kan leiden tot hoge bloeddruk.
- Snurken is dus niet alleen vervelend, maar kan ook de gezondheid schaden.
- Het lichaam en de geest krijgen minder rust, waardoor de patiënt minder goed herstelt en sneller “slijt”.
- De levensverwachting kan korter zijn als het slaapapneusyndroom ernstig en onbehandeld is.
Om te zien of iemand slaapapneu heeft, doet men een nachtelijke meting tijdens de slaap. Dit heet polysomnografie.
Wat is een polysomnografie?
Om te kijken of iemand slaapapneu heeft, doet de arts een nachtelijke meting tijdens de slaap. Dit heet polysomnografie. (Poli = veel, Somnus = slaap, Grafie = schrijven). Tijdens de slaap worden veel gegevens geregistreerd met een apparaat. Het is te vergelijken met een ECG (hartfilmpje). Er worden elektrodes geplaatst om de activiteit van de volgende onderdelen te meten:
- hersenen
- longen
- spieren van borstkas en benen
Ook wordt gemeten:
- bloeddruk
- zuurstof in het bloed
Met deze informatie kan de arts zien:
- hoe diep iemand slaapt,
- hoe vaak apneus optreden,
- hoe vaak de hersenen reageren.
Dit onderzoek kan vaak thuis gebeuren.
Hoe is het slaap-apneusyndroom te behandelen?
Er zijn vier behandelingen:
- Nasale CPAP (beste methode). Dan wort er tijdens het slapen een neusmasker gedragen die verbonden is met een apparaat op het nachtkastje.
- Het apparaat pompt lucht in neus en keel, ook tijdens uitademen.
- Zo blijft de keelholte open en zijn er minder ademstilstanden.
- Snurken verdwijnt meestal ook.
-
Het is niet altijd comfortabel, gewenning is nodig.
-
MRA
- Dit is het kunststof bitje dat de onderkaak en tong naar voren houdt tijdens het slapen.
- Hierdoor blijft de luchtweg wijder.
- Minder effectief dan CPAP.
- Sleep Position Trainer
Sommige mensen met OSA hebben meer problemen als ze op hun rug slapen. Ongeveer 2 van de 3 patiënten hebben dit, dit heet positieafhankelijk slaapabneau (OSA). Op de rug zijn er meer dan twee keer zoveel ademstops dan in andere slaaphoudingen.
Hoe werkt de Sleep Position Trainer?
- Er is geen operatie nodig (een niet-invasieve behandeling.
- U draagt ’s nachts een band om uw middel.
- Op het borstbeen zit een klein plat apparaatje.
- Het apparaat meet uw slaaphouding.
- Als u op uw rug gaat liggen, geeft het een trilling zodat u dit niet doet.
- Operatie
Sommige mensen met slaapabneu (OSA) krijgen een operatie door de KNO-arts of kaakchirurg. Er zijn verschillende mogelijkheden:
- Op het zachte gehemelte: BRP of UPPP
- Op de tong:
* thermotherapie van de tongbasis
* Tongzenuwstimulatie (UAS)
* Tongbasisverkleining (TORS)
Tongzenuwstimulatie (UAS, upper airway stimulation)
- Een pacemaker stimuleert de tongzenuw met elektriciteit tijdens de slaap.
- Hierdoor blijft de luchtweg open.
- Wordt momenteel alleen gedaan in het OLVG en St Antonius ziekenhuis.
Alleen mensen met een AHI tussen 30 en 50 komen hiervoor in aanmerking. (Apneu-Hypopneu Index, getal dat aangeeft hoe vaak iemand stopt met ademen of minder goed ademt tijdens de slaap)
Tongbasisverkleining (TORS, transoral robotic surgery)
- Met een Vinci operatierobot verwijdert de KNO-arts het achterste deel van de tong.
Operatie door de kaakchirurg
De onderkaak en bovenkaak worden tijdens de operatie naar voren verplaatst. Dit is een uitgebreide operatie. De onderkaak wordt achter de verstandskiezen doorgezaagd en naar voren gebracht. En de bovenkaak wordt losgemaakt van de schedel en ook iets naar voren gezet. Schroeven houden de kaken op hun nieuwe plaats, zodat de tanden goed op elkaar passen. Vaak is daarna een behandeling bij de orthodontist nodig om de tanden aan te passen.
Deze operatie is geschikt voor mensen met een onderontwikkelde onderkaak. De resultaten zijn meestal goed.
Heeft u vragen?
U kunt op werkdagen bellen naar de poli Keel-, Neus- en Oorheelkunde. De poli is telefonisch bereikbaar van 08.30 tot 16.30 uur op 0341 - 46 35 66. Er volgt een keuzemenu. Kies optie 2.
Deze folder is bedoeld als ondersteuning van het consult door de arts (KNO-, maar ook huisarts) en dient niet als vervanging van een consult. Bedenk bij het lezen dat uw gezondheidssituatie anders kan zijn dan in de tekst wordt beschreven.
Deze folder is op 2-7-25 overgenomen van de site van de KNO-vereniging: Snurken en slaapapneu (OSA) bij volwassenen