l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStJansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

085 079 18 79 

 

 

www.huisartsenspoedpostlelystad.nl 

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

VlagB
Folders

Slechthorendheid

Versienr: 3
Inhoud van dit artikel
    Inhoud van dit artikel

      Deze folder heeft tot doel u informatie te geven over slechthorendheid. De tekst is bedoeld als ondersteuning van het consult door de arts (KNO-, maar ook huisarts) en dient niet als vervanging van een consult. Bedenk bij het lezen dat uw gezondheidssituatie anders kan zijn dan in de tekst wordt beschreven.

       

      Hoe werkt een oor?

      Het oor is nodig om geluid te horen. Geluid is een trilling in de lucht. Deze trilling gaat via de oorschelp en gehoorgang naar een dun vlies, het trommelvlies. Dit vlies gaat daardoor ook trillen. Het trommelvlies geeft de trillingen door aan een keten van drie kleine botjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel. Deze botjes zitten met gewrichtjes aan elkaar vast. Ze liggen in een ruimte achter het trommelvlies, het middenoor. De stijgbeugel geeft de trillingen door aan het eigenlijke hoorzintuig: het binnenoor, ook wel het slakkenhuis genoemd. 

       

      In het slakkenhuis maken speciale cellen van de trillingen zenuwsignalen. Deze signalen gaan via de gehoorzenuw naar de hersenen. Als ze bij de hersenschors komen, worden ze als geluid waargenomen. Zo horen we geluid. 

       

       

      Slechthorendheid

      Slechthorendheid betekent niet alleen dat je geluiden zachter hoort. Geluiden kunnen ook vervormd klinken. Soms hoor je ze doffer, soms juist te scherp. Vaak hoor je zachte geluiden minder goed, maar harde geluiden juist te hard en pijnlijk. Dit heet hyperacusis. Daarom moet je nooit tegen iemand met slechthorendheid schreeuwen. 

       

      Mensen die slechthorend zijn, hebben vaak meer last van lawaai dan mensen die goed horen. Dit gebeurt al bij een klein gehoorverlies. Situaties zoals feestjes, vergaderingen, muziek op de achtergrond of veel mensen die tegelijk praten, zijn moeilijk voor hen. Ook is het lastiger om te weten waar een geluid vandaan komt. 

       

      Door deze problemen kunnen slechthorende mensen onzeker worden of zich buitengesloten voelen. Soms kan dit zelfs leiden tot eenzaamheid. 

       

      Als een kind al jong gehoorverlies heeft, kan dit veel invloed hebben op de spraak- en taalontwikkeling, en daarmee op de hele ontwikkeling van het kind.

       

      Vormen van gehoorverlies

      Een KNO-arts maakt verschil tussen twee soorten gehoorverlies: 

      1. Geleidingsgehoorverlies 

      Bij geleidingsgehoorverlies worden geluiden niet goed naar het slakkenhuis doorgestuurd. Dit komt door problemen in het buitenoor of het middenoor.
      Mogelijke oorzaken zijn: 

       

      2. Zenuwgehoorverlies 

      Bij zenuwgehoorverlies zit het probleem in het slakkenhuis of in de gehoorzenuw. (ook wel perceptieve slechthorendheid,  perceptieverlies, binnenoorverlies of zintuigverlies genoemd).
      De geluiden klinken dan niet alleen zachter, maar vaak ook vervormd. Soms klinken harde geluiden zelfs pijnlijk of onaangenaam. Dit heet hyperacusis.
      Mogelijke oorzaken zijn: 

      • het slakkenhuis (bijvoorbeeld ouderdom, slechte doorbloeding of een infectie), 
      • de gehoorzenuw (bijvoorbeeld na hersenvliesontsteking of bij een brughoektumor), 
      • in de hersenen. 

       

      Gemengd gehoorverlies 

      Soms heeft iemand beide soorten gehoorverlies tegelijk: geleidingsgehoorverlies én zenuwgehoorverlies. Dit heet gemengd gehoorverlies.

       

      Hoe wordt de ernst van gehoorverlies gemeten?

      De sterkte van geluid wordt gemeten in decibel (dB). Dit noem je ook wel de luidheid. Hoe hoger het getal, hoe harder het geluid. Ook de ernst van gehoorverlies wordt uitgedrukt in decibel:

      • Minder dan 30–35 dB verlies: lichte slechthorendheid 
      • 35–60 dB verlies: matige slechthorendheid 
      • 60–90 dB verlies: ernstige slechthorendheid 
      • Meer dan 90 dB verlies: doofheid 

       

      Voorbeelden van geluiden in decibel waardoor je weet wat de sterkte is van een geluid. 

      • 30 dB: fluisteren 
      • 60 dB: normaal praten 
      • 80 dB: schreeuwen 
      • 90 dB: vrachtwagens 
      • 110 dB: boormachine

       

      Om welke toonhoogten gaat het?
      Bij gehoorverlies wordt niet alleen naar de soort en de ernst, maar ook naar de toonhoogten (frequenties) die iemand niet goed hoort gekeken.

      • Sommige mensen horen de hoge tonen niet goed, maar de lage en midden tonen nog wel. 
      • Anderen hebben vooral moeite met lage tonen. 
      • Er zijn ook mensen die de middentonen slechter horen. 
      • Vaak is er een combinatie van deze vormen.

       

      Onderzoek naar toonhoogten 

      De ernst en soort gehoorverlies worden gemeten met een gehooronderzoek (audiometrie). Er bestaan verschillende testen: 

      • Toonaudiometrie (test met piepjes/tonen), 
      • Spraakaudiometrie (test met woorden en zinnen), 
      • Hersenstamaudiometrie (test van de reactie van de hersenen op geluid). 

      Samen geven deze testen een goed beeld van het gehoorverlies. Daarna bespreekt de KNO-arts met u welke behandeling het beste is. Soms is dat een operatie, in andere gevallen kan een hoortoestel helpen. 

       

      Hoortoestellen

      Wat zijn de mogelijkheden? 

      Er bestaan veel soorten gehoorverlies. Dit kan licht of ernstig zijn en het kan gaan om hoge, lage of middentonen. Mensen zijn niet allemaal hetzelfde. Ook gehoorverlies is bij iedereen anders. Daarom bestaan er veel verschillende soorten hoortoestellen. 

       

      Hoe werkt een hoortoestel? 

      Een hoortoestel maakt geluiden luider. Het bestaat uit: 

      • een microfoon: vangt geluid op, 
      • een versterker: maakt het geluid harder, 
      • een luidspreker: geeft het geluid weer door in het oor. 

      Sommige hoortoestellen versterken vooral de hoge tonen, andere juist de lage tonen, en weer andere meer de middentonen. Er zijn geen toestellen die alleen één of enkele toonhoogte versterken. 

       

      Verschillen tussen hoortoestellen 

      Hoortoestellen verschillen in hoeveel versterking ze geven: 

      • lichte versterking: voor mensen met een licht gehoorverlies, 
      • sterke versterking: voor mensen met een zwaar gehoorverlies. 

      De meeste toestellen kunnen bovendien worden ingesteld, bijvoorbeeld: 

      • de maximale versterking, 
      • het zachter maken van plotseling harde geluiden, 
      • het filteren van storende geluiden. 

       

      Hoe wordt een hoortoestel gedragen? 

      Achter-het-oor toestel (AHO) 

      Het achter-het-oor toestel (AHO), ook wel oorhanger genoemd, is het meest gebruikte hoortoestel. Het toestel zit achter het oor. Het geluid gaat via een plastic slangetje en een oorstukje naar het oor. 

       

       

      In-het-oor toestel (IHO) 

      Het in-het-oor toestel (IHO) is een heel klein hoortoestel. Het kan in de oorschelp zitten of helemaal in de gehoorgang geplaatst worden.

       

      Kasttoestel

      Een kasttoestel wordt gebruikt bij zwaar gehoorverlies. Het bestaat uit een kastje dat op de borst wordt gedragen. Het geluid gaat via een snoertje naar een klein luidsprekertje, dat vastzit aan een oorstukje.

       

      Beengeleider

      Een beengeleider is een speciaal hoortoestel. Het zet geluid om in trillingen. Deze trillingen gaan via het bot van de schedel naar het binnenoor. Dit kan op twee manieren:

      • via een klein titanium schroefje achter het oor, dat met een operatie in het schedelbot wordt vastgezet (BCD), 
      • via de pootjes van een hoorbril, die de trillingen op de huid achter het oor doorgeven. 

      Omdat de schedel gaat trillen, trilt ook het binnenoor mee en wordt het geluid hoorbaar.
      Dit soort hoortoestellen is bedoeld voor mensen die een gewoon hoortoestel niet kunnen dragen.

       

      De aanpassing van de toestellen

      De markt voor hoortoestellen verandert snel. Vroeger moest u altijd via de KNO-arts een hoortoestel krijgen. Tegenwoordig is dat niet altijd meer nodig. Sinds 2013 krijgt u bij gehoorverlies aan één oor 75% vergoeding voor een hoortoestel. Voor de nieuwste regels kunt u kijken op de hoorwijzer van Stichting Hoormij. 

       

      Hoe gaat de aanpassing van een hoortoestel? 

      • Vaak wordt geadviseerd om een hoortoestel in beide oren te gebruiken. 
      • De audicien maakt een afdruk voor het oorstukje, geeft u het hoortoestel of de hoortoestellen en stelt ze zo nodig bij. 
      • U krijgt het toestel op proef mee, meestal voor enkele weken. Zo kunt u wennen en ontdekken wat wel en niet goed werkt. 
      • Met regelmatige bezoeken kan de audicien het toestel steeds beter instellen. Soms is het nodig een ander toestel te proberen. 

      Uw zorgverzekering vergoedt meestal 75% van de kosten. 


      Als een hoortoestel toch niet goed helpt, kan een verwijzing naar de KNO-arts of een audiologisch centrum  verstandig zijn. 

       

      Nieuwe mogelijkheden 

      Hoortoestellen worden steeds moderner. Er komen steeds meer en betere in- en afstelmogelijkheden. Er zijn nu functies zoals: 

      • afstandsbediening, 
      • automatische volumeregeling, 
      • verschillende programma’s voor verschillende situaties. 

      Toch is het belangrijk te weten dat geen enkel hoortoestel zo goed werkt als een gezond oor. Ook met de beste toestellen blijft iemand slechthorend. 

       

      Advies 

      Laat u goed informeren bij een audicien of bij de Stichting Hoormij. Ook een KNO-arts kan, na verwijzing door de huisarts, nog altijd advies geven.

       

      Heeft u vragen?

      U kunt op werkdagen bellen naar de poli Keel-, Neus- en Oorheelkunde. De poli is telefonisch bereikbaar van 08.30 tot 16.30 uur op 0341 - 46 35 66. Er volgt een keuzemenu. Kies optie 2.

       

      Deze folder is bedoeld als ondersteuning van het consult door de arts (KNO-, maar ook huisarts) en dient niet als vervanging van een consult. Bedenk bij het lezen dat uw gezondheidssituatie anders kan zijn dan in de tekst wordt beschreven.  

       

      Bron

      Deze folder is op 31-7-25 overgenomen van de site van de KNO-vereniging: Slechthorendheid en hoortoestellen - Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied

       

      Wat is uw mening over deze folder?
      Klik hier om enkele vragen te beantwoorden of ga naar https://www.stjansdal.nl/folder-mening

      Meer informatie? Kijk op https://www.stjansdal.nl
      De informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Desondanks kunnen geen rechten aan de vermelde informatie ontleend worden. Meer informatie https://www.stjansdal.nl/disclaimer

      Geprint op 4-12-2025