l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStjansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

0900 - 333 6 333

 

 

www.medrie.nl

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

VlagB
Folders

Percutane nefrolitholapaxie

Versienr: 2
Inhoud van dit artikel
    Inhoud van dit artikel

      Percutane nefrolitholapaxie (PNL)

      U heeft nierstenen. Nierstenen kunnen ervoor zorgen dat de nier minder goed kan werken. Zo kan er bijvoorbeeld een ontsteking aan de nier ontstaan. Op het moment dat een niersteen vast komt te zitten kunnen er hevige pijnaanvallen (koliekpijn) ontstaan. Als de nier de urine niet meer goed door kan geven aan de blaas spreken we van stuwing. Stuwing kan zorgen voor schade aan de nier.

       

      Er zijn verschillende behandelingen mogelijk om een niersteen te verwijderen. Welke behandeling wordt gekozen kan afhangen van:

      • de plaats van de steen
      • de samenstelling van steen
      • de ernst van de klachten
      • het effect van eerdere behandelingen

       

      In uw geval is gekozen voor een percutane nefrolitholapaxie (PNL). Dit is een kijkoperatie waarbij de niersteen weggehaald kan worden.
       

      Voorbereiding

      Deze ingreep vindt plaats onder algehele narcose. Er moet van tevoren een gesprek plaats vinden met de anesthesist (narcotiseur). Deze afspraak wordt gemaakt door de assistente van de uroloog.
       

      Bloedverdunners

      Als u bloedverdunners gebruikt via de trombosedienst, dan moet u hier voor de operatie mee stoppen. Dit geldt voor de volgende medicijnen:

      Acenocoumarol
      Stop drie dagen voor de operatie

       

      Fenprocoumon (Marcoumar®)
      Stop zeven dagen voor de operatie

       

      Bel van tevoren met de trombosedienst om door te geven welke operatie u krijgt. Zij kunnen u vertellen of u tijdelijk een ander middel moet gebruiken. Dit gaat dan meestal om spuitjes met heparine.

      Voor de andere bloedverdunners geldt het volgende:

      • Slikt u acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium (Ascal®) èn een andere bloedverdunner, stop dan zeven dagen voor de operatie met de andere bloedverdunner.
      • Slikt u Rivaroxaban (Xarelto®), Dabigatran (Pradaxa®) òf Apixaban (Eliquis®) stop dan een dag voor de operatie met dit middel.
      • Slikt u alleen alleen persantin òf plavix, bel dan met de polikliniek urologie. De uroloog kan u dan vertellen of u uw medicijnen in mag blijven nemen.

       

      Als u bent gestopt met acenocoumarol of fenprocoumon (marcoumar®) moet u voor de operatie bloed laten prikken. Zo kan de uroloog nakijken of uw bloed weer dik genoeg is. Dit is belangrijk. Anders verliest u teveel bloed bij de operatie. U heeft een aanvraagformulier nodig om bloed te kunnen prikken. Dit formulier heeft u meegekregen van de polikliniek urologie.
      De dag van de operatie gaat u eerst naar de bloedafname. Deze afdeling vind u  in de centrale hal van het St Jansdal. Naast de balie staat een apparaat waar u een nummer kunt trekken. Druk op de knop “cito” om een nummertje te trekken. U hoeft dan niet te lang te wachten.

       

      Alleen als u gestopt bent met acenocoumarol of fenprocoumon (marcoumar®) moet u bloed laten prikken. Als u bent gestopt met een andere bloedverdunner is dit niet nodig.
       

      Tijdens de operatie

      Tijdens een percutane nefrolitholapaxie kan de uroloog uw niersteen weghalen. Percutaan

      betekent hierbij “door de huid”. De ingreep bestaat eigenlijk uit twee delen.

       

      Tijdens het eerste deel van de operatie ligt u op uw rug op de operatietafel. Via de plasbuis wordt een slangetje met camera (cystoscoop) in de blaas gebracht. De uroloog zoekt zo de plek waar de urineleider (ureter) vanuit de nier binnenkomt in de blaas. Via deze urineleider kan een dun slangetje, een ureterkatheter,  in de nier worden gebracht. Deze katheter wordt vastgemaakt aan een blaaskatheter. Zo kan er contrastmiddel  in de nier worden gespoten. Met behulp van röntgenbeelden wordt de nier nu goed in beeld worden gebracht. 

       

      Voor het tweede deel van de operatie wordt u op uw buik gedraaid. Dit omdat de nier aan de kant van de rug ligt. Met behulp van de röntgenbeelden kiest de uroloog de plek waar hij door de huid heen de nier aanprikt. Er wordt hierna een hol buisje ingebracht in de nier. Dit buisje is ongeveer 1 cm breed.
       

      Via dit buisje brengt de uroloog de instrumenten in die hij of zij nodig heeft. Ook kan via deze weg de niersteen weg worden gehaald. Als de niersteen groter is dan 1 cm kan deze in stukjes worden verwijderd. De uroloog kan ervoor kiezen om via deze opening een slangetje (nefrostomie katheter) achter te laten in de nier.
       

      Na de operatie

      Tijdens de operatie besluit de uroloog of hij de blaaskatheter, ureterkatheter en nefrostomie katheter nog laat zitten. Deze gaan er dan meestal de dag na de operatie weer uit. .

      Meestal gaat u de dag na de operatie weer naar huis. Hiervoor moet u goed kunnen plassen, de katheters moeten eruit zijn en de pijn moet onder controle zijn.

      Drie dagen na de ingreep mag u uw bloedverdunners weer innemen. Als u nog veel bloed in de urine heeft moet u ons eerst bellen. Bel dan met de polikliniek urologie.
       

      Klachten

      Na de operatie kan het gebied rond de nier pijnlijk zijn. Er kunnen nog wat kleine steenrestjes via de urineleider naar de blaas gaan.  Dit kan voor pijn en kolieken zorgen. De urine kan nog een aantal dagen bloederig zijn. Deze klachten verdwijnen meestal vanzelf. Als u klachten blijft houden of u krijgt koorts boven de 38,5 °C, neemt u dan contact op.

      • Tijdens kantooruren:
         met de polikliniek urologie
         tel (0341) 463558
      • Buiten kantooruren:
        met de huisartsenpost (HAP). Zie voor contactgegevens de website van ziekenhuis St Jansdal.

       

      Controle

      Bij ontslag krijgt u een controle afspraak mee voor op de polikliniek. Deze controle vindt zo’n twaalf weken na de ingreep plaats. Vooraf wordt op de röntgenafdeling een buikfoto gemaakt. 
       

      Tot slot

      Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw uroloog. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft kunt u ons bellen. Bel dan met de polikliniek urologie.

       

      Voor meer informatie op het gebied van urologie kunt u terecht op onze website:
      www.urologie.nl

       

      De informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Desondanks kunnen geen rechten aan de vermelde informatie ontleend worden. Meer informatie https://www.stjansdal.nl/disclaimer
      Geprint op 2-6-2023