l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStjansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

0900 - 333 6 333

 

 

www.medrie.nl

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

VlagB
Folders

Intrathecale pijntherapie

Versienr: 1
Inhoud van dit artikel
    Inhoud van dit artikel

      De pijnspecialist heeft met u besproken dat u in aanmerking komt voor het plaatsen van een intrathecale katheter gekoppeld aan een draagbare medicijnpomp, hierna intrathecale pijntherapie genoemd. In deze folder vindt u informatie over deze behandeling. Het is goed dat u zich realiseert dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven. 

       

      Wat is intrathecale pijntherapie? 

      Intrathecale pijntherapie is een behandeling tegen chronische- en/of oncologische pijn. Bij deze behandeling wordt pijnstillende medicatie toegediend via een dun slangetje (katheter) in de ruimte naast het ruggenmerg (intrathecale ruimte). De katheter is verbonden met een externe pomp. Medicijnen die op deze manier toegediend worden, werken krachtiger en sneller dan medicijnen die via de mond of huid toegediend worden. Hierdoor kunnen we uw pijn beter bestrijden met minder medicijnen. 

      Het plaatsen van de katheter is een chirurgische ingreep. Deze vindt plaats in een steriele omgeving (de operatiekamer) onder sedatie of lokale verdoving waarbij we uw vitale functies bewaken. 

       

      De medicijnpomp 

      De medicijnpomp pompt medicatie via de katheter in de ruggenmergvloeistof. De pomp is draagbaar (in een tasje) en gemakkelijk bedienbaar.
      De medicatiepomp wordt geleverd en blijft eigendom van het specialistisch thuiszorg team. 

       

      Voor wie is intrathecale therapie bedoeld? 

      Intrathecale therapie kan worden ingezet als medicijnen en andere therapieën die u tot nu toe hebt gehad onvoldoende werken of u te veel bijwerkingen ervaart. U dient aan een aantal voorwaarden te voldoen om de therapie te krijgen. 

       

      Voorwaarden voor intrathecale pijntherapie 

      Om in aanmerking te komen voor intrathecale pijntherapie moet u aan een aantal voorwaarden voldoen: 

      • Medicijnen en andere therapieën die u tot nu toe heeft gehad werken onvoldoende of hadden te veel bijwerkingen. 
      • U bent niet verslaafd aan medicijnen, alcohol of drugs. 
      • U en uw partner/familie weten dat intrathecale pijntherapie uw pijn kan verminderen, maar dat uw pijn niet helemaal verdwijnt. 
      • U blijkt na een onderzoek geschikt te zijn voor intrathecale pijntherapie. 

       

      Beoordeling 

      Van tevoren kijken we of u geschikt bent om de behandeling te ondergaan. De pijnspecialist heeft hierin de leiding.

      De pijnspecialist bespreekt met u: 

      • Wat intrathecale pijntherapie is en hoe de behandeling verloopt 
      • Welke behandelingen/onderzoeken u al heeft gehad en de resultaten daarvan 
      • De leefregels na de behandeling en eventuele complicaties van de behandeling 
      • De methode van verdoving met u en informeert u over medicijngebruik op de dag van opname 

       

      Uitslag 

      De pijnspecialist en het team (pijnspecialisten en pijnconsulenten) bespreken uw situatie. De pijnspecialist besluit daarna of u geschikt bent voor intrathecale pijntherapie. Als dat het geval is, plannen we de ingreep in.
      De pijnspecialist beslist of uw geplaaste katheter 'getunneld' wordt naar een onderhuidse aanprikplek (port-a-cath) of de katheter via uw flank rechtstreeks naar buiten komt. Deze keuze heeft geen invloed op de kwaliteit van uw therapie.
      Wel is het goed u te realiseren dat zowel de aanprikplek (port-a-cath) als de uittrede van de katheter infectiegevoelig zijn en hygiëne belangrijk is. 

       

      Begeleiding 

      De pijnconsulent begeleidt u tijdens de voorbereidingen en opname. Als het nodig is, overlegt hij/zij met de pijnspecialist over uw behandeling. 

      U dient uit te gaan van een opnameduur van enkele dagen tot een kleine week, om u te kunnen begeleiden en medicatie goed in te kunnen stellen. 

      Als de dosering gedurende uw opname goed is ingesteld, wordt de zorg overgenomen door het specialistisch thuiszorg team. Een specialistisch verpleegkundige verzorgt uw wond/ uittrede van de katheter, vervangt eventueel tijdig de naald in uw port-a-cath en zorgt voor wekelijkse wisseling van de medicatiecassette in uw pomp.
      De pijnspecialist blijft gedurende de intrathecale pijntherapie eindverantwoordelijk voor dosering en zal bij vragen/opmerkingen bereikbaar zijn voor het thuiszorgteam en uw huisarts. 

       

      Preoperatieve screening 

      Ter voorbereiding op uw opname is preoperatieve screening niet noodzakelijk. 

       

      Belangrijk om te melden 

      Meld tijdens het gesprek met de pijnspecialist als een of meer van de onderstaande zaken op u van toepassing zijn. Deze informatie kan belangrijk zijn voor uw behandeling: 

      • Gebruik van (bloedverdunnende) medicijnen. De pijnspecialist  bespreekt met u of en hoelang u van tevoren moet stoppen met de medicijnen. 
      • Suikerziekte. 
      • Allergie of overgevoeligheid voor bijvoorbeeld jodiumhoudende contrastmiddelen, jodium, medicijnen, antibioticum of pleisters. 
      • Complicaties of problemen tijdens eerdere medische ingrepen van de anesthesie/verdoving of bij gebruik van medicatie. 

       

      U beslist zelf 

      Na het gesprek met de pijnspecialist krijgt u tijd om na te denken of u deze behandeling wilt. U maakt altijd zelf de keuze om deze behandeling te ondergaan. 

       

      Opname 

      Nuchter zijn 

      Omdat de operatie onder sedatie/regionale anesthesie plaatsvindt, is het belangrijk dat u voorafgaand aan de ingreep nuchter bent. Meer informatie over anesthesie en nuchter zijn leest u in de folder Algehele en regionale anesthesie. 

       

      Melden 

      Voor de plaatsing van de katheter wordt u op de dag zelf opgenomen in ziekenhuis St Jansdal,  locatie Harderwijk. U hoort via het opnamebureau hoelaat en op welke verpleegafdeling u zich kan melden en of u nuchter moet zijn. Een verpleegkundige brengt u naar uw kamer, waar u een bed en een kledingkast krijgt toegewezen. U krijgt operatiekleding ter voorbereiding op de operatie. Als u aan de beurt bent, wordt u vanaf de verpleegafdeling naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling gebracht. Een anesthesiemedewerker haalt u daar op en brengt u naar de operatiekamer. 

       

      Voorbereiding op de ingreep 

      Tijdens de behandeling bent u aangesloten op apparatuur die uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed meten. De operatie vindt plaats onder sedatie of regionale (plaatselijke) verdoving. Bij sedatie maakt u niets van de operatie bewust mee en voelt u niets. Via het infuus worden de medicijnen voor de sedatie toegediend. U krijgt eventueel ook antibiotica toegediend via het infuus. 

       

      De ingreep 

      De ingreep duurt 30 to 60 minuten. Tijdens de ingreep wordt de katheter geplaatst. De katheter is een dun en flexibel slangetje dat met één kant in de ruimte rond het ruggenmerg wordt ingebracht. Vervolgens wordt de katheter ofwel via uw flank naar buiten geleid en vastgehecht- dan wel onderhuids van de rug naar de borst gebracht alwaar een port-a-cath aangekoppeld en geimplanteerd wordt. Tenslotte worden de operatiewondjes gehecht. 

       

      Na de ingreep 

      De dag na de operatie komt de pijnspecialist en/of de pijnconsulent bij u langs op de verpleegafdeling om de wonden na te kijken, te evalueren en u instructies te geven. 

      Gedurende de opname komt het pijnteam dagelijks bij u langs voor verdere opvolging. De pijnspecialist bepaalt de hoeveelheid medicatie die u per dag krijgt toegediend aan de hand van vragen die hij/zij stelt over uw gezondheid, pijnvermindering en bijwerkingen. 

      U bouwt uw huidige pijnmedicatie zoveel mogelijk af, soms zelfs helemaal. De pomp vervangt dan uw huidige pijnmedicatie. 

       

      Ontslag

      Specialistische thuiszorg 

      Als u met ontslag gaat, neemt het specialistische thuiszorg team de zorg voor de pomp bij u thuis over. In het eerste gesprek heeft de pijnspecialist dit al met u besproken. Het specialistische thuiszorg team bestaat uit gespecialiseerde verpleegkundigen die naast eventuele wondzorg, ook uw pijnervaring evalueert, zorgen voor tijdige wisseling van de medicatiecassette van de pomp en de pompstanden na overleg met de pijnspecialist bijstellen. Het specialistische team komt na ontslag thuis met u kennis maken en maakt verdere afspraken met u. 

       

      Adviezen na de ingreep 

      De wonden mogen de eerste tien dagen niet nat worden in verband met infectiegevaar. Daarom mag u niet douchen, baden en zwemmen. 

      Laat de pleisters die tijdens de opname geplakt zijn zitten. Het specialistische thuiszorg team verzorgt de vervanging. 

       

      Alarmsignalen 

      Als de pomp allarmeert, dient u contact op te nemen met het Specialistische thuiszorg Team. Dit is belangrijk om opvlamming van de pijn voor te zijn en (een acute) onderdosering te voorkomen. 

       

      Mogelijke oorzaken alarmering pomp: 

      • De pomp is leeg (bijvoorbeeld doordat de medicatiecassette niet tijdig is vervangen). 
      • De katheter is geknikt of verstopt. 
      • De batterij is leeg. 
      • De naald zit niet (meer) goed in de port-a-cath. 
      • Er is een kritisch geheugen- of programmeringsprobleem. 

       

      Mogelijke complicaties/bijwerkingen 

      Alle behandelingen kennen complicaties en risico’s. Hieronder vindt u specifieke bijwerkingen van de ingreep. De kans op deze complicaties en risico’s is heel klein maar om tot een goede beslissing te komen, is het belangrijk dat u volledig geïnformeerd bent. 

      Neem in geval van onderstaande complicaties/bijwerkingen altijd contact op met de afdeling pijnbestrijding. 

      • Infectie. Na een operatie kan een ontsteking ontstaan. Soms ontstaat een infectie rond de rugwond bij het aanprikken voor de plaatsing van de katheter, soms rond de uittrede katheter/port-a-cath. Als u roodheid, meer pijn, warme huid, koorts (boven 39 graden), koude rillingen ervaart of er komt pus uit de wond, neem dan contact op met de afdeling pijnbestrijding. 

      • Hoofdpijn. Omdat de ruggenmergvliezen tijdens de plaatsing worden aangeprikt, bestaat de kans dat er wat hersenvocht weglekt. Hierdoor kunt u een bonkende hoofdpijn krijgen die erger wordt bij rechtop komen (zitten of staan). Ook kunt u zich duizelig voelen of misselijk zijn. U kunt het beste plat blijven liggen, paracetamol innemen en veel drinken (3 liter per dag). We bevelen u aan om cafeïnehoudende dranken in te nemen, zoals koffie of cola.Als u na drie dagen nog steeds hoofdpijn heeft, neem dan weer contact op met de afdeling pijnstrijding. 

      • Wondlekkage. Lekkage van wondvocht (seroom) of heel soms bloed (hematoom) naar de implantatieplaats van de port-a-cath. Dit kan zorgen voor een verdikking, verkleuring en pijn. Neem contact op met de afdeling pijnbestrijding. 

      • Zenuwschade. Dit is een zeldzame complicatie en kan doofheid van de huid (‘slapend’ gevoel) of een tijdelijke of blijvende verlamming van de benen tot gevolg hebben. Neem altijd contact op met de afdeling pijnbestrijding. 

      • Bloeding. Een bloeding in het ruggenwervelkanaal (epiduraal hematoom) treedt zelden op. De bloeding veroorzaakt de eerste dagen na de ingreep rugpijn en soms uitval van de kracht in de benen. In het ergste geval zal het bloedstolstel operatief moeten worden verwijderd. 

      • Reactie op medicatie. Bijwerkingen van de medicatie kunnen voorkomen. Meestal worden jeuk, misselijkheid/braken, buikpijn, onrustige benen, eigenaardige geuren en smaken en hartkloppingen gezien. 

      • Over- en onderdosering. Deze zijn mogelijk na het vervangen van de naald in de port-a-cath of verandering van dosering. 

      Symptomen van overdosering: sufheid, duizeligheid, kleine pupillen, trage reactie, praten met dubbele tong, moeite met ademhaling. 

      Symptomen van onderdosering: toename pijn, geprikkeld, angst, spierpijn, buikpijn, zweten, gapen, rusteloosheid, emotioneel, agressie. 

       

      Leefregels voor veilig gebruik van de pomp 

      • Vermijd extreme belasting van de rug om beschadiging en verschuiving van de katheter te voorkomen. 

      • Vermijd extreme druk en temperatuurschommelingen. Als u gebruikmaakt van een (infrarood)sauna warmer dan 60 graden en hyperbare zuurstoftherapie kan dit leiden tot een onder- of overdosering van medicatie. 

      • Het ronddraaien- of onder spanning zetten van de pomp/katheter kan schade aan de katheter veroorzaken: knikken, loskomen en scheuren van de katheter. Het is daarom af te raden om de pomp te belasten. 

      • Huishoudelijk apparatuur zoals magnetrons, inductiekookplaten, computers en geluidsapparatuur beïnvloeden de pomp niet. Wel is het verstandig uit de buurt te blijven van industriële apparatuur en zeer sterke magneten. 

      • U mag met intrathecale medicatietherapie niet deelnemen aan het verkeer. 

       

      Vragen 

      Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek pijnbestrijding/anesthesie. Telefoonnummer 0341-463773. Elke werkdag bereikbaar tussen 8.30 en 16.30 uur.

       

      Opmerkingen over de tekst 

      Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via pijncons@stjansdal.

       

       

       

      Meer informatie? Kijk op https://www.stjansdal.nl
      De informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Desondanks kunnen geen rechten aan de vermelde informatie ontleend worden. Meer informatie https://www.stjansdal.nl/disclaimer
      Geprint op 19-4-2024