Oefenprogramma buigpeesletsel
Dit programma helpt uw hand sterker te worden. Volg de oefeningen zoals de handtherapeut zegt. Dit helpt u goed te herstellen.
Zorg dat uw hand of pols niet dik wordt. Volg deze tips:
- Laat de arm niet hangen als u staat of loopt. Houd de arm hoog, op de hoogte van uw hart.
- Beweeg uw elleboog en schouder vaak.
- Leg uw hand ’s nachts op twee kussens, zodat de hand hoger ligt dan de elleboog.
- Gebruik de geopereerde hand niet voor dagelijkse dingen.
- U mag niet fietsen, autorijden, motorrijden of sporten.
- Douche met de spalk aan. Vraag bij de apotheek om een douchezak voor de spalk.
Wel of geen spalktherapie?
Afhankelijk van het letsel kan een spalk nodig zijn. Deze folder beschrijft uw herstel met spalktherapie.
Figuur 1 Hand met spalk
Na de operatie mag u uw vinger niet zelf buigen, om de hechting te beschermen. De spalk buigt de vinger met een veer of elastiek aan de nagel. U mag de vinger wel zelf strekken. Dit is belangrijk om de pees te bewegen zonder de hechting te beschadigen.
De oefeningen
0 – 4 weken na de operatie: Oefeningen in de spalk
Oefenfrequentie: elk uur (overdag)
Herhaal elke oefening tien keer.
Oefening 1
Uitgangspositie: Houd de hand ontspannen; het touwtje buigt de vinger(s).
- Strek de vinger(s) helemaal, zodat de nagels tegen de spalk komen (zie figuur 2). Houd deze stand twee seconden vast.
- Ontspan de vinger(s); de touwtjes buigen de vinger(s) vanzelf terug (zie figuur 3).
Figuur 2 en 3: Vinger gestrekt en gebogen
Oefening 2
- Buig de vinger met uw goede hand, zoals in figuur 4.
- Strek het eind- en middenkootje met uw goede hand zo recht mogelijk. Houd deze positie twee seconden vast, zoals in figuur 5.
- Ontspan de vinger; het touwtje buigt de vinger vanzelf terug.
- Herhaal deze oefening ook met de andere vingers van dezelfde hand.
Drie weken na de operatie
Oefening 3
Buig rustig de vinger en steun met uw gezonde hand.
Als het goed gaat, kunt u proberen de vinger in de gebogen stand te houden zonder de gezonde hand te gebruiken (zie figuur 6).
Vier weken na de operatie
U krijgt in plaats van een spalk een polsbandje
Vanaf nu oefent u vijf keer per dag en herhaalt u elke oefening tien keer.
Oefening 4
- Houd de vingers ontspannen. Beweeg de pols rustig zo ver mogelijk naar achteren. De vingers blijven ontspannen en licht gebogen (zie figuur 7). Houd de pols twee seconden vast.
- Beweeg de pols rustig naar voren, met de vingers ontspannen en meer gestrekt. Houd de pols twee seconden vast.
Vijf weken na de operatie
U blijft de voorgaande oefeningen doen.
Oefening 5
Bij deze oefening ondersteunt de gezonde hand de geopereerde hand naar de juiste houding.
- Neem de vier posities aan, zoals in figuur 9, waarbij de gezonde hand de geopereerde hand ondersteunt.
- Houd de positie daarna vast zonder hulp van de gezonde hand.
- Houd deze stand vijf seconden vast.
- Ontspan de hand daarna.
Zes weken na de operatie
Oefening 6
- Houd de geopereerde vinger vast net onder het middenkootje (zie figuur 13).
- Buig het middenkootje zoveel mogelijk.
- Houd deze positie twee seconden vast.
- Strek het middenkootje zoveel mogelijk.
- Houd deze positie twee seconden vast.
Oefening 7
- Houd de geopereerde vinger stevig vast net onder het eindkootje (zie figuur 14).
- Buig het topje zoveel mogelijk.
- Houd deze positie twee seconden vast.
- Strek het topje zoveel mogelijk.
- Houd deze positie twee seconden vast.
Oefening 9
- Houd de niet-geopereerde vingers gestrekt en leg uw hand met de handrug op de tafel (zie figuur 15).
- Buig de geopereerde vinger zoveel mogelijk en houd deze positie twee seconden vast.
- Ontspan de vinger daarna.
Acht weken na de operatie
U blijft alle voorgaande oefeningen doen.
- Til niet meer dan een halve kilo met uw geopereerde hand.
- U kunt uw hand gebruiken voor lichte activiteiten.
- U mag voorzichtig gaan schrijven en typen. Neem wel regelmatig rust.
- U mag nog niet sporten.
- In overleg met de handtherapeut kunt u weer fietsen en autorijden.
Oefening 10
- Neem met de geopereerde hand de volgende posities achter elkaar aan (zie figuren 16-20), zonder hulp van de andere hand.
- Eindig de oefening met de hand weer rechtop.
- Doe daarna hetzelfde, maar maak de hand na elke positie eerst weer helemaal recht.
U kunt de hand langzaam meer gebruiken, maar wees voorzichtig. Belast de hand niet te zwaar. Als de hand gaat zweten, dik of rood wordt, doe dan minder en overleg met uw therapeut.
Tot twaalf weken na de operatie:
- U mag voorwerpen van maximaal één kilo tillen.
- Doe huishoudelijke taken, maar til niet meer dan één kilo.
- Administratief werk kan weer normaal.
Tien weken na de operatie:
- U kunt weer fietsen en autorijden.
Twaalf weken na de operatie:
- U kunt de hand normaal gebruiken.
- Als u zware activiteiten doet of intensieve sporten zoals kickboxen, overleg dan met uw therapeut of arts. Soms kan dit pas na zes maanden.
Heeft u nog vragen?
Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met uw arts, fysiotherapeut of ergotherapeut.