Een Endo Sponge ® wordt geplaatst omdat er na een endeldarmoperatie een holte is ontstaan, die niet goed wil genezen. Om deze darmholte te behandelen wordt een spons geplaatst.
Hoe werkt een Endo Sponge ®
De spons wordt in de darmholte ingebracht via de anus en is met een slangetje verbonden aan een vacuümpot. Het vuil uit de darmholte komt via het slangetje terecht in de vacuümpot, die u bij u draagt. Daarnaast prikkelt de spons de wanden van de holte tot ontwikkeling van wild vlees. Op deze manier wordt het herstel van de holte bevordert. De spons wordt in principe twee keer per week vervangen. Geleidelijk wordt de holte kleiner, tot deze uiteindelijk dichtgroeit.
Voorbereiding
Het plaatsen/wisselen van de spons vindt plaats in combinatie met een sigmoïdoscopie. Uw darm hoeft niet gelaxeerd te worden. Tijdens de behandeling krijgt u een roesje. In verband met de gegeven medicatie mag u gedurende 24 uur zelf niet deelnemen aan het verkeer.
Vindt de behandeling vóór 13.30 uur plaats, blijft u dan nuchter. Dit houdt in dat u de avond voor de behandeling vanaf 22.00 uur niets meer mag eten en drinken. Tabletten die u van uw arts moet gebruiken, kunt u tot uiterlijk twee uur voor de behandeling met een klein slokje water innemen.
Indien de behandeling na 13.30 uur plaats vindt, mag u tot 7.30 uur nog één of twee beschuitjes eten (dun besmeerd met jam) en een kopje thee of koffie (zonder melk) drinken. Tabletten die u van uw arts moet gebruiken, kunt u tot uiterlijk twee uur voor de behandeling met een klein slokje water innemen.
Onderzoek
In de behandelkamer maakt u kennis met de zorgverleners die de behandeling bij u uit zullen voeren. Omdat u een roesje krijgt, wordt een infuusnaald in uw hand of arm ingebracht en wordt uw bloeddruk en het zuurstofgehalte in het bloed gecontroleerd. Tijdens de behandeling ligt u op uw linkerzijde. Bij de eerste behandeling brengt de MDL-arts via de anus de endoscoop naar binnen en beoordeelt de holte. Afhankelijk van de grootte van de holte kunnen er één tot twee sponzen geplaatst worden. De scoop wordt verwijderd en de spons wordt geplaatst. Aan de spons wordt een slangetje bevestigd en aangesloten op een vacuümpot. De slang wordt vastgeplakt op uw bil, zodat u zich veilig kunt bewegen. De vacuümpot draagt u bij u.
Bij het wisselen van de spons wordt de huidige spons met behulp van water losgeweekt en voorzichtig verwijderd. Vervolgens wordt de endoscoop naar binnen gebracht en de holte geïnspecteerd. De MDL-arts plaatst een nieuwe spons en deze wordt weer aangesloten op een nieuw vacuümsysteem. Het vacuüm in het wondgebied kan soms een pijnlijk gevoel geven dat in de loop van de meerdere behandelingen minder wordt.
Mogelijke complicaties
Als u na de behandeling hevige buikpijn krijgt, of koorts boven de 38 graden, neem dan contact op met het ziekenhuis. U kunt de endoscopieafdeling bereiken op 0341-46 35 38, maandag t/m vrijdag van 8.30 uur tot 16.30 uur. Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met het algemene nummer van het ziekenhuis 0341-46 39 11. De receptionist zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen.