Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo).
Inleiding
Uw arts heeft verteld dat uw nieren minder goed werken. Daarom heeft u in de toekomst nierdialyse nodig. Hiervoor krijgt u een shunt in uw arm.
Wat is een shunt?
Een shunt is een speciale ader in uw arm. De arts maakt deze ader tijdens een kleine operatie. De ader wordt verbonden met een slagader. Hierdoor gaat het bloed sneller en met hogere druk stromen. De shunt ligt net onder de huid. Dat maakt het makkelijk om deze bij elke dialyse aan te prikken.
Waarom is een shunt nodig?
Een gewone ader is niet goed genoeg voor dialyse. Er zijn 2 redenen:
- Een gewone ader gaat snel kapot door het vaak aanprikken. Bij een shunt wordt de ader steviger, zodat hij dit beter aankan. Na de dialyse kan de plek ook makkelijker worden afgedrukt.
- Voor dialyse moet het bloed snel en met een hoge druk door de slangetjes van het dialyseapparaat stromen. In een gewone ader is de druk te laag. Het bloed stroomt dan niet snel genoeg.
Afspraken
Duplexonderzoek
Voordat u een shunt krijgt, kijken we eerst of uw bloedvaten goed zijn. Dat doen we met een duplexonderzoek. Dit is een echo van de bloedvaten in uw arm. We bewegen een apparaatje over uw arm en bekijken de plaats en grootte van de aders en slagaders.
Na de operatie wordt uw shunt regelmatig gecontroleerd op de dialyseafdeling. Als het nodig is, doen we nog een keer een duplexonderzoek.
Afspraak bij de vaatchirurg
Met de informatie van het duplexonderzoek beslist de vaatchirurg of uw bloedvaten geschikt zijn voor een shunt. De vaatchirurg bespreekt met u in welke arm de shunt komt. We proberen de shunt te maken in de arm die u het minst gebruikt.
Pre-operatief spreekuur
U krijgt ook een afspraak met de anesthesioloog. Samen met u beslist deze arts welke verdoving u krijgt tijdens de operatie. De arts bekijkt ook of uw lichaam sterk genoeg is om geopereerd te worden.
Voorbereiding op de shuntoperatie
Bloedverdunners (medicijnen tegen stolsels)
Gebruikt u bloedverdunners? Dan kan het zijn dat u deze anders moet gebruiken. Uw arts bespreekt dit met u. Stop nooit zelf met deze medicijnen. Overleg altijd met uw arts!
Nuchter zijn (niet eten en drinken)
Voor de operatie moet u misschien nuchter blijven. Dat betekent: niet eten en drinken. De anesthesioloog vertelt u wanneer u moet stoppen met eten en drinken.
Opname in het ziekenhuis
Op de dag van de operatie komt u naar het ziekenhuis. U meldt zich bij de afdeling die in uw uitnodiging staat. Weet u niet waar u moet zijn? Een medewerker bij de balie (hoofdingang) helpt u verder. Een verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer.
De operatie duurt ongeveer 2 uur.
Wat neemt u mee?
- Spullen voor de overnachting, zoals nachtkleding en toiletartikelen
- Uw medicijnen, in de originele verpakking
- Geldig ID-bewijs
- Draag geen nagellak of handsieraden
De operatie
Een shunt voor dialyse
Tekst video:
De nieren liggen bij de onderste ribben. Via de aders en slagaders stroomt het bloed door de nieren. De nieren maken het bloed schoon door afvalstoffen en overtollig vocht uit het bloed te filteren. Dit zetten de nieren om in urine. Als de nieren niet goed werken, blijven er te veel afvalstoffen en vocht in het bloed. Uw bloed moet dan op een andere manier schoongemaakt worden. Dit kan met een dialyseapparaat.
Hiervoor krijgt u twee naalden met een slangetje in een ader in uw arm. Uw bloed stroomt naar het dialyseapparaat. Het apparaat haalt afvalstoffen en vocht uit het bloed. Daarna stroomt het schoongemaakte bloed terug het lichaam in. Voordat u kunt starten met dialyse, moet er eerst een bloedvat in uw arm geschikt gemaakt worden. Dat gebeurt tijdens een operatie.
In de arm lopen bloedvaten waar veel bloed van het hart naar de vingertoppen wordt gepompt. Deze bloedvaten heten slagaders. In de arm zitten ook aders. Dat zijn aders die het bloed terug naar het hart brengen. In de aders stroomt het bloed met een lagere druk dan in de slagaders. Om te kunnen dialyseren wordt er een verbinding tussen een slagader en een ader gemaakt. Deze verbinding noemen we een shunt. Door de shunt stroomt het bloed met een hogere druk. Daardoor gaat het dialyseren beter. Daarnaast wordt door de hogere druk de ader wijder en steviger. Dat maakt het prikken van het slangetje voor de dialyse makkelijker en de ader beschadigt daardoor minder snel.
Het duurt ongeveer 6 tot 8 weken voordat de ader wijd en stevig genoeg is. Dit proces noemen we rijpen. Pas al de ader wijd en stevig genoeg is, kan hij gebruikt worden voor de dialyse.
Een kunststof shunt
Soms is de slagader in uw arm niet goed genoeg voor een gewone shunt. Dan krijgt u een kunststof shunt. Bij een kunststof shunt worden de slagader en ader met een kunststofbuisje aan elkaar verbonden. Dat buisje werkt als een bloedvat. Na de operatie moet u ongeveer 4 weken wachten voordat de shunt gebruikt kan worden voor dialyse.
Na de operatie
Zorg na de operatie
Na de operatie gaat u terug naar de verpleegafdeling. Daar krijgt u zorg en controle. De verpleegkundige vertelt u hoe u in bed moet liggen en hoe u uw arm moet houden. Een verpleegkundige van de dialyseafdeling komt ook kijken naar de wond. U krijgt uitleg over wat u wel en niet mag doen.
Naar huis
U blijft meestal 1 nacht in het ziekenhuis. Het ligt aan het tijdstip van de operatie en hoe u zich voelt of u dezelfde dag of de dag erna naar huis mag. U mag de eerste 24 uur niet zelf autorijden. Zorg daarom dat iemand u naar huis brengt.
De shunt laten rijpen
Na de operatie duurt het ongeveer 6 tot 8 weken voordat de shunt gebruikt kan worden. De shunt moet eerst sterker en groter worden. Dit noemen we rijpen. U kunt dit zien: het bloedvat wordt dikker en komt omhoog. Dat is normaal.
Na ongeveer 6 weken komt u terug naar het ziekenhuis voor controle. U krijgt dan een echo om te kijken of de shunt goed werkt. U kunt de shunt helpen rijpen door 3 keer per dag, 3 tot 5 minuten in een zachte bal te knijpen. Dit helpt te voorkomen dat de shunt te veel bloed uit uw arm haalt.
Heeft u een kunststof shunt?
Dan hoeft de shunt niet te rijpen. Maar knijpen in de bal is toch goed voor de doorbloeding. Daarom krijgt u hetzelfde advies.
Leefregels
Hoe controleert u uw shunt?
Na de operatie moet u elke dag controleren of uw shunt goed werkt. U doet dit zo:
- Voel aan uw shunt: u moet een trilling voelen.
- Luister naar uw shunt: u hoort een ruisgeluid als u uw arm naar uw oor brengt.
Een zorgverlener laat u zien hoe dit moet. Soms krijgt u een stethoscoop mee om extra goed te kunnen luisteren.
Let op:
Worden uw vingers koud, wit, blauw of doof? Of heeft u pijn in uw vingers? Neem dan direct contact op met de dialyse-afdeling. Het kan zijn dat de shunt te veel bloed uit uw arm haalt.
Leefregels na de operatie
-
Uw arm kan gevoelig of dik zijn.
- Leg uw arm de eerste dagen hoog op een kussen.
- Draag geen mitella of draagband , dit knelt de bloedvaten af.
- De hechtingen lossen vanzelf op.
- De wond kan een beetje bloeden, dat is normaal.
- Heeft u veel bloedverlies? Bel dan de dialyse-afdeling.
Algemene leefregels
Om uw shunt goed te houden:
- Ga niet op uw shuntarm liggen.
- Draag geen knellende kleding en sieraden zoals ringen, horloges, armbanden.
- Laat geen bloeddruk meten aan uw shuntarm.
- Geen injecties of infuus aan uw shuntarm.
- Niet bloedprikken in deze arm.
- Krab niet aan wondjes of korstjes. Open wondjes kunnen een infectie veroorzaken.
- Ga niet zwemmen met een open wond.
- Til niet zwaar met uw shuntarm.
- Overleg met uw arts wanneer u weer mag sporten. Pas vooral op met contactsporten.
Risico op complicaties
Risico op complicaties
De meest voorkomende problemen zijn:
- De shunt bloedt na de operatie (nabloeding).
- De shunt wordt te nauw (dit heet een stenose).
- De wond raakt geïnfecteerd (ontsteking).
- De shunt werkt niet meer goed.
Als de shunt niet goed werkt, kan de arts de shunt dotteren of herstellen met een operatie. Lukt dit niet? Dan krijgt u een nieuwe shunt. Tot die tijd krijgt u meestal een dialysekatheter in uw hals of borst. Zo kan de dialyse wel doorgaan.
Wanneer moet u contact opnemen?
Bel uw huisarts of het ziekenhuis als u een van deze klachten heeft:
- Erge pijn in uw vingers of koude/blauwe vingers.
- Koorts (hoger dan 38 graden).
- Nabloeding (de shunt bloedt of er ontstaat een blauwe plek).
- Rode en gezwollen huid rond de wond.
- U voelt geen trilling meer of u hoort geen ruis bij de shunt.
Meer informatie
Meer weten?
Op de website van nieren.nl vindt u meer informatie over de shunt.
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.