Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo).
Inleiding
U heeft diabetes type 2. Uw lichaam regelt uw bloedsuiker niet goed. Daarom moet u uw lichaam helpen. In deze tekst leggen we uit wat diabetes is en wat de behandeling is.
Woordenlijst
Koolhydraten
In eten zitten verschillende stoffen. Koolhydraten zijn daar een voorbeeld van. Ze geven energie en zitten in brood, pasta, aardappelen en fruit.
Lichaamscel
Uw lichaam bestaat uit cellen. Cellen zijn heel klein. Ze doen belangrijk werk in uw lichaam. Cellen zorgen dat uw lichaam goed werkt.
Insuline
Insuline is een stof in uw lichaam. Het wordt gemaakt in de alvleesklier. Insuline helpt om suiker (glucose) uit het bloed naar de cellen te brengen.
Bloedglucose(spiegel)
Glucose is suiker in het bloed. De hoeveelheid suiker in uw bloed heet de bloedglucosespiegel. Dit heet ook wel bloedsuiker.
Insulineresistentie
Soms werkt insuline niet goed meer. De cellen reageren dan minder goed op insuline. Dat heet insulineresistentie.
Wat is Diabetes type 2?
Tekst video:
In veel van de voeding die we eten en drinken zitten koolhydraten. Dat zijn een soort suikers. In ons lichaam veranderen deze koolhydraten in kleine suikerdeeltjes die we glucose noemen. De glucose komt vervolgens in ons bloed terecht. De hoeveelheid glucose in het bloed heet de bloedglucosespiegel. Ons bloed brengt de glucose naar onze cellen. Die zetten de glucose om in energie. Om de glucose op te kunnen nemen hebben de cellen een bepaald stofje nodig: insuline. Insuline werkt als een soort sleutel. De sleutels reizen door het bloed en openen deuren van de cellen. Hierdoor kan de glucose bij de cellen naar binnen gaan. Bij sommige mensen reageren de cellen niet goed meer op de insuline. De deuren hebben dan andere sloten gekregen. Daardoor kunnen de insuline sleutels hun werk niet goed meer doen en blijven de deuren dicht. Dit heet insulineresistentie. We spreken dan van diabetes type 2, ook wel diabetes mellitus type 2 genoemd.
Die zetten de glucose om in energie. Om de glucose op te kunnen nemen hebben de cellen een bepaald stofje nodig: insuline. Insuline werkt als een soort sleutel. De sleutels reizen door het bloed en openen deuren van de cellen. Hierdoor kan de glucose bij de cellen naar binnen gaan. Bij sommige mensen reageren de cellen niet goed meer op de insuline. De deuren hebben dan andere sloten gekregen. Daardoor kunnen de insuline sleutels hun werk niet goed meer doen en blijven de deuren dicht. Dit heet insulineresistentie. We spreken dan van diabetes type 2, ook wel diabetes mellitus type 2 genoemd.
Oorzaken
U kunt diabetes type 2 krijgen door:
- Ouderdom
- Te weinig bewegen
- Ongezond eten
- Overgewicht
- Roken
- Erfelijkheid (het zit in de familie)
Soms weet men niet wat de oorzaak is.
Bloedglucosewaarden
Wat is een goede waarde?
Een goede bloedglucose ligt tussen 4 en 10 mmol/l. Dan is de kans op klachten kleiner.
Wat is een hyper?
Een hyper is te veel suiker in uw bloed. De waarde is dan hoger dan 10 mmol/l.
U herkent een hyper aan de volgende klachten:
-
Veel plassen
-
Erge dorst
-
Misselijkheid of overgeven
-
Geen honger of juist heel veel honger
-
Slecht zien
-
Moe zijn
Bij een ernstige hyper kunt u flauwvallen of in coma raken. Dan moet iemand altijd 112 bellen.
Wat is een hypo?
Een hypo is te weinig suiker in uw bloed. De waarde is dan lager dan 4 mmol/l.
U herkent een hypo aan de volgende klachten:
-
Honger
-
Zweten
-
Het hart klopt snel
-
Boos of verdrietig zijn
-
Moeite met denken
-
Duizelig
-
Trillen
-
Hoofdpijn
-
Slecht zien
-
Moe zijn
Bij een ernstige hypo kunt u flauwvallen of in coma raken. Dan moet iemand altijd 112 bellen.
Schade door hypo’s en hypers
Te hoge of te lage bloedsuiker kan gevaarlijk zijn. Op korte termijn kunt u flauwvallen of in coma raken. Op lange termijn kunt u schade krijgen aan:
- Ogen (u kunt blind worden)
- Zenuwen
- Hart en bloedvaten
- Nieren
Probeer daarom uw bloedsuiker tussen de 4 en 10 mmol/l te houden.
Behandeling
Diabetes type 2 gaat niet over. Maar u kunt wel veel doen om u beter te voelen.
-
Bloedsuiker meten
Meten is belangrijk. Dan weet u hoe hoog uw bloedsuiker is.
-
Bloedglucosemeter gebruiken
U prikt in uw vinger. U vangt een druppel bloed op. De meter vertelt uw bloedsuiker.
-
Gezond eten
Let op hoeveel koolhydraten u eet. Goede koolhydraten zitten in volkorenbrood, fruit en peulvruchten. Slechte koolhydraten zitten in snoep, frisdrank en witbrood. Eet gezond.
-
Bewegen
Bewegen helpt om suiker in het bloed te verlagen.
-
Niet roken en weinig alcohol
Roken en drinken maken diabetes erger. Probeer te stoppen.
-
Medicijnen
Soms krijgt u medicijnen van de arts. Die zorgen dat uw bloedsuiker, bloeddruk of cholesterol lager wordt.
-
Insuline spuiten
Soms moet u insuline spuiten. Dat doet u met een insulinepen, bijvoorbeeld in uw been of buik.
-
Glucosesensor
Sommige mensen gebruiken een sensor. Die meet altijd uw bloedsuiker. De sensor zit op uw huid, bijvoorbeeld op de arm. U leest de sensor af met een apparaat.
Meer informatie
Kijk op deze websites voor meer informatie:
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.