l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStJansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

085 079 18 79 

 

 

www.huisartsenspoedpostlelystad.nl 

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

VlagB
Folders

Behandelmogelijkheden bij diep veneuze trombose (met filmpje)

Versienr: 2
Inhoud van dit artikel
    Inhoud van dit artikel

       

      Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo). 

       

      Inleiding

      Behandelmogelijkheden bij diep veneuze trombose

      U heeft diep veneuze trombose gehad. Daarom gebruikt u 3 tot 6 maanden medicijnen die ervoor zorgen dat uw bloed minder goed stolt. Met uw zorgverlener gaat u bekijken of u daarna moet doorgaan met deze medicijnen of niet.

       

      Wat is diep veneuze trombose?

      Tekst video:

      Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloedstolsel. Trombose in de dieper gelegen aderen noemen we diep veneuze trombose. Dit komt meestal voor in de benen, en heel soms in de armen. Trombose in het been wordt ook wel een trombosebeen genoemd. Bij diep veneuze trombose zwelt het lichaamsdeel op. Dit komt door vochtophoping. De huid wordt rood, glanzend en kan warm aanvoelen. Er kan sprake zijn van pijn en krampen. Trombose kan ontstaan als de bloedstroom trager is dan normaal, bijvoorbeeld bij lang liggen of zitten. Een andere oorzaak is een verandering in de samenstelling van het bloed, door bijvoorbeeld zwangerschap of ziekte. Soms is de oorzaak niet duidelijk. Om vast te stellen of u diep veneuze trombose heeft, wordt er een echo gemaakt. Na het stellen van de diagnose, wordt er gestart met een behandeling.

       

      Behandelmogelijkheden

      Behandeling bij diep veneuze trombose

      • U heeft diep veneuze trombose gehad.

      • Daarom gebruikt u medicijnen die ervoor zorgen dat uw bloed minder goed stolt.

      • Na 3 maanden bespreekt u met uw arts of u door moet gaan met deze medicijnen of niet.

      • Als de oorzaak van trombose bekend is, kunt u meestal stoppen met medicijnen.

      • In sommige gevallen is de oorzaak van trombose niet duidelijk.

      • Als u dan stopt met medicijnen, is de kans dat u binnen 5 jaar opnieuw trombose krijgt 30%.

      • Als de kans groot is dat u opnieuw diep veneuze trombose krijgt, is de overweging om door te gaan met medicijnen.

      • Het nadeel van deze medicijnen is een iets hoger risico op ernstige bloedingen.

      • Beide keuzes hebben voor- en nadelen. Het is belangrijk dat u goed nadenkt over wat het beste bij u past.

       

      DOAC 

      DOAC (of NOAC) staat voor Directwerkende Orale Anti Coagulantia, zoals Dabigatran, Edoxaban, Rivaroxaban en Apixaban. U neemt 1 of 2 keer per dag een pil in. U hoeft niet voor controle naar de trombosedienst. 

        

      Risico's en bijwerkingen

      • Van de 100 mensen krijgen minder dan 3 mensen (3%) in één jaar opnieuw een trombose of longembolie.
      • 1 van de 100 mensen (1%) krijgt in één jaar een erge bloeding. Bij een erge bloeding moet u naar het ziekenhuis.
      • U kunt bijwerkingen krijgen van DOAC. Kijk in de bijsluiter of vraag uw arts om uitleg.
      • Andere medicijnen kunnen invloed hebben op DOAC. Vertel uw arts altijd welke medicijnen u gebruikt.

       

      VKA-remmer

      Als u geen DOAC mag gebruiken (bijvoorbeeld door problemen met uw nieren), krijgt u een VKA-remmer. VKA betekent Vitamine K Antagonist. Voorbeelden zijn Acenocoumarol en Fenprocoumon. U neemt 1 of meer pillen per dag. Uw bloed wordt minstens 1 keer per maand gecontroleerd. U doet dit zelf of het gebeurt via de trombosedienst. Een medewerker van de trombosedienst vertelt u hoeveel pillen u moet nemen.

       

      Risico's en bijwerkingen

      • Van de 100 mensen krijgen minder dan 3 mensen (3%) in één jaar opnieuw een trombose of longembolie.
      • 1 tot 2 van de 100 mensen (1-2%) krijgen in één jaar een ernstige bloeding, bijvoorbeeld in de maag, darmen of hersenen. Dit gebeurt vaker bij mensen die een VKA gebruiken dan bij mensen die een DOAC gebruiken.
      • U kunt bijwerkingen krijgen van een VKA. Kijk in de bijsluiter of vraag uw arts om uitleg.
      • Andere medicijnen kunnen invloed hebben op de VKA. Vertel uw arts of de trombosedienst altijd welke medicijnen u gebruikt.

       

      Stoppen met medicijnen 

      Is de oorzaak van de trombose duidelijk én kunt u er iets aan doen? Dan mag u meestal na 3 tot 6 maanden stoppen met antistollingsmedicijnen. Is de oorzaak niet duidelijk of kunt u er niets aan doen? Dan moet u de medicijnen langer gebruiken. Soms is dat voor de rest van uw leven. 

       

      Wat is het risico als u stopt met de medicijnen? 

      • Als u stopt, krijgen 5 tot 10 van de 100 mensen (5–10%) binnen 1 jaar weer een trombose of longembolie. 
      • Binnen 5 jaar gebeurt dit bij ongeveer 30 van de 100 mensen (30%). 

       

      U bespreekt samen met uw arts wat voor u het beste is.

       

      Verdiepende informatie 

      Meer informatie 

      Kijk voor meer informatie op de volgende websites:

       

      Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier

      Wat is uw mening over deze folder?
      Klik hier om enkele vragen te beantwoorden of ga naar https://www.stjansdal.nl/folder-mening

      Meer informatie? Kijk op https://www.stjansdal.nl
      De informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Desondanks kunnen geen rechten aan de vermelde informatie ontleend worden. Meer informatie https://www.stjansdal.nl/disclaimer

      Geprint op 11-7-2025