l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStJansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

0900 - 333 6 333

 

 

www.medrie.nl

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

VlagB
Folders

Behandeling van heupdysplasie bij kinderen (met filmpje)

Versienr: 2
Inhoud van dit artikel
    Inhoud van dit artikel

       

       

      Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo). 

       

      Inleiding

      Heupdysplasie

      Uw arts heeft u verteld dat uw kind heupdysplasie heeft. Dit is in het ziekenhuis vastgesteld met een echo of röntgenfoto. Hier krijgt u meer informatie over heupdysplasie en behandelingen.

       

      Oorzaken van heupdysplasie

      Het is niet precies bekend wat de oorzaak van heupdysplasie is. Het is wel bekend dat de kans op heupdysplasie groter is:

      • als uw baby in een stuitligging lag tijdens de zwangerschap;

      • als er in de familie aangeboren heupafwijkingen voorkomen;

      • als uw baby ook een aangeboren afwijking heeft aan bijvoorbeeld de voet en/of de rug.

       

      Wat is heupdysplasie?

      Tekst video:

      Het heupgewricht bestaat uit een heupkop en een heupkom. De heupkop zit aan het bovenbeen. De heupkop en de heupkom horen goed in elkaar te passen. Dan kan het gewricht goed bewegen, bijvoorbeeld bij kruipen of lopen. Bij uw baby is het heupgewricht niet goed ontwikkeld. Dit noemen we heupdysplasie.

      Bij heupdysplasie is de heupkom niet diep genoeg. Daardoor past de heupkop niet goed in de kom. De heupkop kan daardoor verschuiven of helemaal uit de kom gaan. Bij baby's tot zes maanden gaat heupdysplasie soms vanzelf over. Als dat niet zo is, kan uw baby een behandeling krijgen. Tijdens deze behandeling worden de benen van uw baby gespreid met een spreidmiddel. Dit spreidmiddel zorgt ervoor dat uw baby de heupen buigt en spreidt. Daardoor komt de heupkop goed in de heupkom te staan en kan het gewricht zich goed ontwikkelen.

       

      Vormen van heupdysplasie

      Er bestaan een aantal vormen van heupdysplasie:

       

      Normaal

      Het heupgewricht bestaat uit een heupkop en een heupkom. Bij een normaal heupgewricht is de heupkom diep genoeg en zit de heupkop goed in de kom.

       

      Dysplasie

      Bij heupdysplasie is de heupkom ondiep. Bij een milde vorm van dysplasie zit de heupkop wel diep genoeg in de kom.

       

      Heupdysplasie met subluxatie

      De heupkom kan zo ondiep zijn dat de heupkop niet meer diep en stabiel in de kom blijft zitten. Dit noemen we subluxatie.

       

      Heupluxatie

      Wanneer de heupkop volledig uit de heupkom zit, noemen we dit heupluxatie.

       

      Behandelingen bij heupdysplasie

      Afwachten

      De orthopeed bekijkt hoe erg de heupdysplasie is. Als de heupdysplasie niet zo erg is, verdwijnt het meestal vanzelf. Daarom krijgt uw baby niet altijd meteen een behandeling. De orthopeed controleert regelmatig met een echo of röntgenfoto of de heup van uw baby dieper wordt.

       

      Spreidmiddel

      Als de heupdyspasie ernstiger is, krijgt uw baby een spreidmiddel. Een spreidmiddel kan ervoor zorgen dat dat de heupkop weer goed midden in de heupkom komt te staan. Door de druk van de kop in het kommetje ontstaat een groeiprikkel. Deze prikkel stimuleert de ontwikkeling van de heupkom. Door de heupdysplasie te behandelen kunnen problemen op latere leeftijd voorkomen worden. De twee meest gebruikte spreidmiddelen zijn de pavlikbandage en de CAMP-spreider.

       

      Gipsbehandeling

      Als een spreidmiddel niet goed werkt, kan uw baby een gipsbroek krijgen. Een gipsbroek is een verband van gips van de middel tot de enkels. In het kruis zit een opening voor een luier. Het gipsverband zorgt ervoor dat de heupkop stevig op zijn plaats blijft, in de heupkom. De binnenkant van het gips is zacht. De gipsbehandeling wordt meestal alleen ingezet als de behandeling met het spreidmiddel niet goed werkt.

       

      Het aanleggen van de Pavlikbandage

      Heupdysplasie Pavlik bandage aanbrengen

      • Om de heupkop beter in de heupkom te laten staan, kan uw baby een Pavlikbandage krijgen.

      • Door de Pavlikbandage worden de benen naar buiten gedraaid.

      • Daardoor komt de heupkop beter in de heupkom te liggen. Dit zorgt ervoor dat de heupkom zich beter kan ontwikkelen.

      • De Pavlikbandage bestaat uit twee delen: het bovenstuk en voethoezen.

      • De Pavlikbandage trekt u thuis zelf bij uw baby aan. Maak voordat u begint het bovenstuk open en leg uw baby erop.

      • Vouw de grote band om de borst.

      • Doe daarna de bandjes over de schouder.

      • Zorg ervoor dat u nog een hand onder de band kan schuiven. Dan zit de band niet te strak.

      • Nadat het bovenstuk vast zit, trekt u de voethoezen aan. Zet de voethoezen vast met het klittenband.

      • Zorg hier dat u rood bij rood aantrekt en blauw bij blauw.

      • Daarna maakt u de band van de voethoezen vast aan het bovenstuk.

      • Tot slot maakt u de banden aan de achterkant vast. Het aantrekken van de Pavlikbandage is klaar.

       

      Het aftekenen van de bandage

      De pavlikbandage krijgt u van de gipsmeester of instrumentmaker van het ziekenhuis. Een zorgverlener geeft u uitleg over het aanbrengen van de bandage. Op de bandjes van de bandage tekent de zorgverlener af hoe strak u de bandjes vastzet bij uw baby.

       

      Duur van de behandeling

      Uw baby draagt de Pavlikbandage tot de heupkom weer normaal is of totdat uw baby één jaar oud is.

       

      Adviezen bij heupdysplasie

      Wanneer moet ik contact opnemen?

      Neem contact op met de instrumentmaker, gipskamer of orthopeed bij deze klachten:

      • Uw baby kan zijn of haar knie niet meer strekken.

      • Uw baby beweegt 1 of beide benen minder of niet.

      • U merkt dat uw kind veel last heeft van het spreidmiddel.

      • U twijfelt of het spreidmiddel goed zit.

       

      Zorg dat de benen van uw baby genoeg ruimte hebben om te spreiden

      Het is belangrijk dat de benen van uw baby in elke houding en situatie genoeg ruimte hebben om te spreiden. U mag uw baby gewoon optillen en op uw heup of tegen uw buik dragen. Zorg wel dat de benen gespreid blijven.

       

      Het verschonen van uw baby

      Til uw kind niet aan de benen omhoog bij het aankleden en uitkleden en het verschonen van de luier. Bij het verschonen van de luier wipt u de billen op met uw hand onder de stuit. U kunt tijdens het aankleden en verschonen de voetjes van de Pavlikbandage laten zitten.

       

      Uw baby in de wandelwagen of auto

      Controleer of uw wandelwagen genoeg ruimte heeft voor de benen: de benen mogen niet tegen de zijkant steunen. U kunt uw baby gewoon meenemen in de auto. Het is belangrijk dat de benen goed kunnen spreiden in de autostoel. Als dit in de gewone autostoel niet lukt, kunt u een aangepaste autostoel huren.

       

      Kleding bij uw baby

      Uw arts vertelt of uw baby het spreidmiddel onder of over de kleding moet dragen.

      • Als het spreidmiddel onder de kleding zit, is het belangrijk dat de kleding los over het spreidmiddel zit.

      • Als het spreidmiddel over de kleding zit, is het belangrijk dat de kleding tegen het lichaam aanzit en dat er geen vouwen in komen. Maar de kleding mag niet te strak zitten. Dan kan uw baby de benen niet goed spreiden.

       

      Hoe gaat het verder na de behandeling met het spreidmiddel?

      In beweging

      Uw baby kan iets later zijn met het leren van nieuwe bewegingen, zoals kruipen. Deze achterstand haalt een baby vaak snel in als het spreidmiddel af mag. Het kan een paar weken of maanden duren voordat uw baby de benen weer helemaal kan strekken.

       

      Controles

      Tot uw kind 5 jaar is wordt de heup van uw baby gecontroleerd. In het begin is dit vaak, maar als uw baby groter wordt is er steeds minder vaak een controle nodig. Is de heup van uw kind met 5 jaar goed ontwikkeld? Dan heeft uw kind later meestal geen problemen met de heup.

       

      Meer informatie

      Meer weten?

      Meer informatie over heupdysplasie vindt u op de website van de Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling.

       

      Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier

      Wat is uw mening over deze folder?
      Klik hier om enkele vragen te beantwoorden of ga naar https://www.stjansdal.nl/folder-mening

      Meer informatie? Kijk op https://www.stjansdal.nl
      De informatie op deze website is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Desondanks kunnen geen rechten aan de vermelde informatie ontleend worden. Meer informatie https://www.stjansdal.nl/disclaimer

      Geprint op 9-5-2025