Binnenkort wordt u met uw kind verwacht op de kinder- en tienerafdeling in ziekenhuis St Jansdal. De kinderarts heeft in overleg met u besloten om bij uw kind een onderzoek te laten doen naar de werking van de bijnieren. 

Een ingreep of behandeling in het ziekenhuis kan voor een kind heel spannend zijn, waarbij de angst het soms overneemt van de normale nieuwsgierigheid. Deze folder is bedoeld om ouder en kind uit te leggen hoe dit onderzoek plaatsvindt, wat u kunt verwachten op de dag dat u hier komt met uw kind en waardoor de angst bij uw kind kan afnemen. Probeer vragen van uw kind eerlijk en eenvoudig te beantwoorden. 

Wanneer uw kind in de week voorafgaand aan de afspraak op de polikliniek een besmettelijke ziekte (zoals waterpokken/rode hond/etc.) heeft gehad verzoeken wij u vriendelijk maar dringend om contact op te nemen met de betreffende afdeling. Neem ook contact op als uw kind in aanraking is geweest met iemand met een besmettelijke ziekte. 

Doel van het onderzoek 

In het onderzoek wordt door de arts de werking van de bijnieren onderzocht. 

In de hersenen wordt een hormoon aangemaakt dat de bijnierschors weer aanzet tot productie van hormonen. 

Het hormoon in de hersenen heet Adreno-Cortico-Troop-Hormoon, afgekort ACTH. 

ACTH wordt ook wel synacthen genoemd. We gebruiken liever deze korte benaming. Het hormoon dat door de bijnierschors wordt aangemaakt heet cortisol. 

Cortisol zorgt voor een goed verloop van de stofwisseling en het reguleert belangrijke lichaamsfuncties. 

Door het toedienen van synacthen tijdens de test wordt de bijnierschors gestimuleerd om extra cortisol te maken en af te geven aan het bloed. 

Tijdens de test wordt regelmatig bloed afgenomen. De hoeveelheid cortisol in dit bloed wordt gemeten. Hieruit kan de arts ontdekken of de bijnier voldoende actief is. 

Voorbereiding op het onderzoek 

Uw kind heeft verder geen specifieke voorbereiding nodig voor de test. Hij/zij mag vooraf en tijdens de test gewoon eten en drinken. 

Het onderzoek duurt een ochtend. Op de kinderafdeling is allerlei speelgoed aanwezig, maar als uw kind speciaal speelgoed of boekjes mee wil nemen dan mag dat ook. Een pyjama meenemen is niet nodig. 

Dag van het onderzoek 

Op de dag van het onderzoek kunt u zich melden bij de receptie van het ziekenhuis. Hier verwijst men u door naar de kinder- en tienerafdeling op de begane grond. 

Als het nodig is wordt uw kind gewogen en gemeten. Daarna wordt door de kinderarts een infuus ingebracht, dat wordt vastgeplakt met een spalk. Om de huid enigszins te verdoven wordt 'bananenspray' gebruikt. Ook wordt voor het onderzoek de bloeddruk bepaald. Het komt soms voor dat een kind zich door de spanning niet zo lekker voelt bij het inbrengen van het infuus. Een enkele keer komt het voor dat een kind flauwvalt. Even rust en op bed gaan liggen is meestal voldoende om het zich weer wat beter te laten voelen. Tijdens de test wordt uw kind goed geobserveerd door de verpleegkundige. 

Het onderzoek 

Bij het inbrengen van het infuusnaaldje wordt meteen al wat bloed afgenomen. Daarna krijgt uw kind via het infuus synacthen toegediend. Hierdoor kan het gebeuren dat uw kind zich niet zo lekker voelt. Vervolgens wordt nog twee keer (ieder half uur) bloed afgenomen uit het infuus. Dit is meestal pijnloos, soms wat gevoelig. Op het moment van bloedafname meet men ook de bloeddruk van uw kind. Tijdens de test hoeft uw kind niet op bed te blijven. 

Na de test wordt het infuus verwijderd. Als de bloeddruk normaal is en uw kind zich goed voelt mag u weer naar huis met uw kind. 

De uitslag 

Om de uitslag te bespreken wordt door de secretaresse een (telefonische) afspraak met de kinderarts gemaakt. 

Uitleg aan uw kind 

U kunt uw kind vertellen dat:

• Het voor een ochtend naar het ziekenhuis gaat en dat u er de hele tijd bij mag blijven.

• Het vóór het onderzoek gewoon mag eten en drinken.

• Het een prikje krijgt om het infuus in te brengen en dat de ‘bananenspray’ ervoor zorgt dat het prikje nog maar een klein beetje pijn doet.

• Het een medicijn krijgt via het infuus, waardoor het kan zijn dat het zich niet zo lekker gaat voelen. Dit gaat ook weer vanzelf over.

• De kinderarts daarna steeds een beetje bloed afneemt en de verpleegkundige een band om zijn/haar arm oppompt (net als een zwembandje) en weer leeg laat lopen om de bloeddruk te meten.

• Het met u mee naar huis mag als het onderzoek is afgelopen.

Vragen 

Hebt u naar aanleiding van de folder nog vragen, dan kunt u bellen met de kinder- en tienerafdeling. Het telefoonnummer is: (0341) 463623.