Onderzoeken
De huisarts zal veelal bloed- en urineonderzoek laten doen. Op basis hiervan verwijst hij u al dan niet door naar een uroloog of internist. Deze zal een van de volgende onderzoeken kunnen laten plaatsvinden:
- Bloed- en urineonderzoek
- Echografie
- Biopsie
- CT-scan
- MRI
- Cystoscopie
Om het stadium van de ziekte en de mogelijke behandelingen te kunnen bepalen, is het raadzaam een van de volden onderzoeken te doen.
• Bij Doppler-echografie kunnen bloedvaten rondom de nier op een beeldscherm zichtbaar worden gemaakt en kan de stroomsnelheid van de desbetreffende bloedvaten worden gemeten. Veranderende stroomsnelheden van het bloed kunnen op een afwijking wijzen, die door doorgroei van een tumor in het bloedvat veroorzaakt kan zijn.
• X-thorax of CT-thorax
Thoraxfoto is een andere woord voor ‘longfoto’. Het is een röntgenfoto van de borstkas waarmee je kunt zien of er uitzaaiingen in de longen of omliggende lymfeklieren zijn.
Bij een CT-thorax worden de longen en omliggende lymfeklieren bekeken met behulp van een CT-scan.
• Bij een Skeletscintigrafie/botscankrijgt u radioactieve stof toegediend via een ader in uw arm. Wanneer deze stof enkele uren later in uw botten terecht gekomen is, worden er foto’s gemaakt. De dosering radioactiviteit is klein, waardoor onschadelijk. Twee dagen na het onderzoek vrijwel helemaal uit uw lichaam verdwenen.
• De Hersenscan wordt ingezet wanneer er aanwijzingen zijn dat u uitzaaiingen in de hersenen heeft. Eventuele klachten die hierop kunnen wijzen zijn hoofdpijn en ochtendbraken.