Wat is intra-uteriene inseminatie?
Intra-uteriene inseminatie (IUI) is het inbrengen (insemineren) van opgewerkte zaadcellen direct in de baarmoeder (intra-uterien). In de normale situatie komt na een zaadlozing in de vagina het sperma met de zaadcellen in de buurt van de baarmoedermond. Via het slijm van de baarmoedermond komen de zaadcellen via de baarmoederholte in de eileiders, waar de bevruchting van een eicel kan plaatsvinden.
figuur 1
Zaadcellen (1) via de vagina (2), baarmoedermond (3) en baarmoederholte (4) komen in de eileider (5) terecht en kunnen daar de eicel (6), die is vrijgekomen uit de eierstok (7), bevruchten.
Bij IUI worden de beste zaadcellen geselecteerd en rechtstreeks in de baarmoederholte gebracht. De zaadcellen zijn dan dichter bij de plaats van bevruchting. Een goede timing van de IUI is van belang, omdat de kans op een zwangerschap het hoogst is als IUI wordt uitgevoerd omstreeks de dag van de eisprong.
Voor wie is IUI?
U kunt voor IUI in de natuurlijke cyclus in aanmerking komen als de kwaliteit van het sperma verminderd is.
Timing
Om de kans op bevruchting zo groot mogelijk te maken, moet de inseminatie plaatsvinden in de vruchtbare periode, dichtbij het moment van de eisprong. Om dit moment vast te stellen zijn er verschillende methoden, die soms in combinatie worden gebruikt.
-
Urinetesten
Vlak voor de eisprong maakt een kleine klier onder de hersenen (de hypofyse) gedurende een korte periode luteïniserend hormoon (LH) aan. Dit hormoon komt ook terecht in de urine. De urinetest op LH (ovulatietest) kunt u zelf uitvoeren. Wij adviseren u tweemaal daags testen. Als deze test positief is, wordt de inseminatie de dag daarna gepland.
Er zijn verschillende merken ovulatietesten op de markt. Ze zijn verschillend van prijs en de zorgverzekeraar vergoedt ze helaas niet.
-
Echoscopie
Soms worden de LH-testen gecombineerd met echocontroles.
Sperma
Sperma bestaat voor het grootste gedeelte uit vloeistof waarin zich de zaadcellen bevinden. Voor de inseminatie zijn echter alleen de zaadcellen nodig; deze worden in het laboratorium gescheiden van de vloeistof.
Deze bewerking in het laboratorium duurt ongeveer 75 minuten.
Een IUI-behandeling is alleen zinvol als er na bewerking meer dan 0.8 miljoen beweeglijke zaadcellen overblijven.
Het potje met sperma moet vijf kwartier voor de IUI ingeleverd worden bij het afnamelaboratorium in Harderwijk. Dit geldt ook voor patiënten uit Lelystad.
Aandachtspunten
- Ziekte (met name koorts) of medicijngebruik kan de spermakwaliteit nadelig beïnvloeden. Wij adviseren u daarom bij koorts (een temperatuur van meer dan 38 graden Celsius) of het starten van nieuwe medicatie contact met ons op te nemen.
-
Veel mannen vragen zich af hoe lang ze van tevoren onthouding moeten hebben. Wij adviseren u ook tijdens een IUI-traject in de vruchtbare periode om de dag gemeenschap te hebben. Een onthoudingsperiode van langer dan 3 dagen kan de spermakwaliteit nadelig beïnvloeden.
Hoe verloopt de inseminatie?
Voorafgaand aan de inseminatie wordt het sperma in het laboratorium bewerkt. De bewegende zaadcellen worden hierbij gescheiden van de niet-bewegende zaadcellen en de spermavloeistof.
De bewegende zaadcellen worden overgebracht in een kleine hoeveelheid kweekvloeistof. Zodra de bewerking klaar is wordt het buisje afgegeven op de poli gynaecologie.
Bij de inseminatie wordt een speculum (spreider) ingebracht om de baarmoedermond in beeld te brengen. Vervolgens wordt de inseminatiecatheter door de baarmoedermond in de baarmoederholte geschoven, waarna het bewerkte sperma in de baarmoeder wordt gebracht (figuur 2). Meestal hebt u hierbij geen pijn, al kan er heel soms een licht krampend gevoel in de onderbuik ontstaan. Na de behandeling kunt u naar huis. U kunt uw normale bezigheden direct hervatten.
Na de inseminatie
Na de IUI zijn er geen bijzondere maatregelen nodig. Wanneer u niet zwanger bent geworden, krijgt u ongeveer 10 - 14 dagen na de IUI een menstruatie. Bent u over tijd, dan kunt u 16 – 18 dagen na de IUI een zwangerschapstest doen.
Is uw menstruatie anders dan normaal, neem dan ook contact met ons op. Als de behandeling niet geslaagd is, kunt u over het algemeen direct met een volgende behandeling beginnen.
Aantal behandelingen
Over het algemeen worden in het geval van verminderde spermakwaliteit minimaal zes inseminatiebehandelingen verricht. In individuele gevallen kan van deze aantallen worden afgeweken.
Uw behandelaar zal vóór de start van de behandeling het aantal behandelingen met u bespreken. Zo nodig wordt dit aantal in de loop van de behandeling aangepast.
Bijwerkingen en complicaties
Infectie
Bij elke IUI bestaat een zeer kleine kans op een infectie. In geval van koorts (38 graden of hoger), buikpijn of afscheiding anders dan normaal, neemt u contact op met de fertiliteitspoli via MijnStJansdal of de poli gynaecologie, tel.nr. 0341 - 46 35 53.
Ondersteuning
Het niet slagen van de behandeling kan vragen oproepen. Ook het verwerken van de teleurstelling, wanneer een IUI-poging opnieuw niet gelukt is, kan moeilijk zijn.
Heeft u behoefte aan een gesprek of extra ondersteuning? Bespreek dit dan met ons.