Inleiding
U ontvangt deze folder omdat u binnenkort een operatie, ingreep of onderzoek in ziekenhuis St Jansdal zal ondergaan en u antistollingsmedicijnen gebruikt.
Deze medicijnen noemt men ook wel bloedverdunners. Ze zorgen ervoor dat u minder kans heeft op het krijgen van bloedstolsels in uw bloedvaten (trombose).
In deze folder kunt u lezen hoeveel dagen voor de operatie, ingreep of onderzoek u moet stoppen met uw bloedverdunners of dat u uw bloedverdunner juist door moet gebruiken.
Als u onder controle bent van de Trombosedienst, dient u die na uw bezoek bij de specialist op de hoogte te brengen van uw operatie, ingreep of onderzoek.
Als u niet zeker weet of u medicijnen gebruikt die uw bloedstolling beïnvloeden, kunt u dat bij uw arts of apotheker navragen.
Welke bloedverdunners gebruikt u?
Bloedverdunners hebben veel verschillende namen, terwijl ze hetzelfde geneesmiddel bevatten. Bloedverdunners zijn in te delen in verschillende groepen. Hieronder zullen de verschillende groepen beschreven worden.
Groep 1:
- Acenocoumarol (ook wel bekend als Sintrom)
- Fenprocoumon ( ook wel bekend als Marcoumar)
Groep 2:
- Rivaroxaban (ook wel bekend als Xarelto)
- Dabigatran (ook wel bekend als Pradaxa)
- Apixaban (ook wel bekend als Eliquis)
- Edoxaban (ook wel bekend als Lixiana)
Groep 3:
- Acetylsalicylzuur (ook wel bekend als Aspirine, Acetylsalicylzuur Neuro, Acetylsalicylzuur Cardio)
- Carbasalaatcalcium (ook wel bekend als Ascal Cardio, Ascal 38, Poeder Neuro, Poeder Cardio)
- Clopidogrel (ook wel bekend als Plavix, Iscover, Grepid)
- Dipyridamol (ook wel bekend als Persantin)
- Prasugrel (ook wel bekend als Efient)
- Ticagrelor (ook wel bekend als Brilique)
- Migrafin
- APC
- Excedrin
Groep 4:
- Arixtra (ook wel bekend als Fondaparinux)
- Clexane (ook wel bekend als Enoxaparine)
- Fragmin (ook wel bekend als Dalteparine)
- Fraxiparine of Fraxodi (ook wel bekend als Nadroparine)
- Innohep (ook wel bekend als Tinzaparine)
Stoppen of doorgaan met uw bloedverdunners i.v.m. een operatie, ingreep of onderzoek?
Dat is afhankelijk van het middel dat u gebruikt en de aandoening waarvoor de bloedverdunner is voorgeschreven. Soms is het NIET de bedoeling dat u met de bloedverdunnende middelen stopt, maar de bloedverdunnende middelen juist DOORGEBRUIKT.
Advies van uw behandelend specialist
Gebruikt u een middel uit GROEP 1 (Acenocoumarol of Fenprocoumon): |
Acenocoumarol stop 3 dagen voor uw operatie, ingreep of onderzoek.* | |
Fenprocoumon stop 5 dagen voor uw operatie, ingreep of onderzoek.* | |
U mag dit middel doorgebruiken ondanks uw operatie, ingreep of onderzoek.* |
* (Neem altijd contact op met uw Trombosedienst.Het kan nodig zijn dat u tijdens het stoppen van de Acenocoumarol of Fenprocoumon tijdelijk ondersteuning met spuitjes in de buik nodig heeft. Indien dit nodig is zal de Trombosedienst u hierover informeren)
Gebruikt u een middel uit GROEP 2 (Rivaroxaban, Dabigatran, Apixaban of Edoxaban): |
Stop 24 uur voor uw operatie, ingreep of onderzoek. | |
Stop 48 uur voor uw operatie, ingreep of onderzoek. | |
Stop 36 uur voor uw operatie, ingreep of onderzoek | |
Stop 72 uur voor uw operatie, ingreep of onderzoek | |
Stop 96 uur voor uw operatie, ingreep of onderzoek | |
U mag dit middel doorgebruiken ondanks uw operatie, ingreep of onderzoek. |
Gebruikt u één middel uit GROEP 3 (Acetylsalicylzuur, Carbasalaatcalcium, Clopidogrel, Dipyridamol, Prasugrel, Ticagrelor, Migrafin, APC, Excedrin): |
Stop 7 dagen voor uw operatie, ingreep of onderzoek. | |
Stop op advies van uw arts……………… dagen voor uw operatie, ingreep of onderzoek. | |
U mag dit middel doorgebruiken ondanks uw operatie, ingreep of onderzoek. |
Gebruikt u meerdere middelen uit GROEP 3 (Acetylsalicylzuur of Carbasalaatcalcium in combinatie met Clopidogrel, Dipyridamol, Prasugrel, Ticagrelor, Migrafin, APC, Excedrin): |
Ga door met de Acetylsalicylzuur of Carbasalaatcalcium en stop op advies van uw arts …. dagen met ………………………………… voor uw operatie, ingreep of onderzoek. |
|
Stop op advies van uw arts met beide middelen …. dagen voor uw operatie, ingreep of onderzoek. | |
U mag beide middelen doorgebruiken ondanks uw operatie, ingreep of onderzoek. |
Gebruikt u een middel uit GROEP 4 (Arixtra, Clexane, Fragmin, Fraxiparine, Fraxodi of Innohep): |
Stop 24 uur voor uw operatie, ingreep of onderzoek. | |
Stop op advies van uw arts…… uur voor uw operatie, ingreep of onderzoek. | |
U mag dit middel doorgebruiken ondanks uw operatie, ingreep of onderzoek. |
Overig: uw combinatie staat hierboven niet vermeld: |
Uw hoofdbehandelaar neemt contact op met de antistollingsconsulent, u wordt teruggebeld over uw antistollingsadvies. | |
De dag van de operatie, ingreep of onderzoek bij gebruik van Acenocoumarol of Fenprocoumon
Als u bent gestopt met Acenocoumarol of Fenprocoumon moet u voor de operatie bloed laten prikken. Zo kan uw arts nakijken of uw bloed weer dik genoeg is. Dit is belangrijk. U heeft een aanvraagformulier nodig om bloed te kunnen prikken. Dit formulier krijgt u op de polikliniek na uw bezoek aan de specialist. Op de dag van de operatie gaat u één uur voor het tijdstip waarop u wordt opgenomen eerst naar de aanmeldzuil in de centrale hal van het ziekenhuis St. Jansdal: Spoed (CITO) bloedprikken, trombosedienst en afgiftemateriaal. Druk op de knop “cito” om u aan te melden. Daarna neemt u plaats in de wachtruimte van de polikliniek bloedprikken. Deze afdeling vind u ook in de centrale hal van het ziekenhuis St. Jansdal. Een laborante zal u dan uit de wachtruimte halen.
Na uw operatie, ingreep of onderzoek
Na uw operatie start u in principe weer met uw bloedverdunners. Uw arts of Trombosedienst laat u weten wanneer u weer kunt starten. Als u Acenocoumarol of Fenprocoumon gebruikt zal u ook een doseerschema krijgen.
Vragen
Bij vragen over antistollingsregulatie kunt u contact opnemen met een van de antistollingsconsulenten van ziekenhuis St Jansdal. Bereikbaar op telefoonnummer: 0341- 435869 op werkdagen tussen 9.00 en 16.00 uur. Of u neemt contact op met uw trombosedienst.
Via MijnStJansdal: kies als onderwerp antistolling. Hier kunnen we veilig met u communiceren rechtstreeks vanuit ons elektronisch patiëntendossier.
Indien voor uw operatie, ingreep of onderzoek een afspraak bij de anesthesioloog nodig is, neemt u dan bij uw bezoek aan de anesthesioloog deze folder mee. Het kan voorkomen dat de anesthesioloog het antistollingsadvies van uw behandelend specialist aanpast. In dat geval dient u het advies van de anesthesioloog te volgen.