Dat kun je niet maken
Als ziekenhuis zetten wij ons tot het uiterste in om patiënten op een goede en veilige manier zorg te bieden. Door de coronacrisis moeten wij de nodige maatregelen nemen, die vaak niet leuk zijn voor patiënten. Helaas merken wij dat hierdoor ook de verbale agressie en intimidatie toeneemt. Het korte (corona)lontje steekt steeds vaker de kop op. Wij vinden dit niet acceptabel. In het voorjaar kregen wij applaus, nu een grote mond. Het is een moeilijke tijd voor iedereen. Wij snappen de frustraties, maar begrijpen niet dat mensen deze op onze zorgverleners afreageren. Wij willen ook onze medewerkers een veilige werkomgeving bieden.
Verpleegkundige Herma Staal merkt dat de verbale agressie en intimidatie enorm is toegenomen. “Patiënten houden ons persoonlijk verantwoordelijk voor het uitstellen van een behandeling of operatie. Soms lukt het om uit te leggen dat ik daar ook niets aan kan doen, maar soms ook niet. Ik probeer altijd professioneel te blijven, maar dat is af en toe ook lastig en kost de nodige energie. Er is minder begrip dan tijdens de eerste coronagolf. De frustraties begrijp ik, maar de reacties niet altijd. Het raakt mij enorm. Er zijn collega’s die met lood in de schoenen naar het ziekenhuis gaan.
Niet alleen de mensen aan de telefoon of aan de balie, vrijwel iedereen bij ons krijgt ermee te maken. Denk aan discussies, omdat mensen weigeren een mondkapje te dragen. Of meerdere begeleiders van een patiënt die niet allemaal mee mogen in de wachtkamer. Het ziekenhuis biedt gelukkig diverse mogelijkheden voor een luisterend oor voor medewerkers die het zwaar hebben. Vaak is het al fijn je verhaal met collega’s te delen.”
“Agressie is vaak niet persoonlijk bedoeld, maar ik ervaar het wel als heel vervelend”, vertelt seh-verpleegkundige Chantal de Olde. “Op de spoed zijn mensen soms boos, omdat ze lang moeten wachten. Goede uitleg doet dan wonderen. Maar we maken ook ernstige agressie mee, met name als mensen te veel alcohol of drugs hebben gebruikt. Iemand kan dan helemaal uit z’n dak gaan. Gelukkig hebben we volop ondersteuning van de beveiliging en de politie.”
Chantal ligt niet wakker door agressie die ze op de werkvloer meemaakt. “Ik heb geleerd om ermee om te gaan”, legt ze uit. “Natuurlijk is het niet leuk als iemand je uitscheldt. Het is dan ook best lastig om vriendelijk te blijven. Maar mensen reageren vaak vanuit onmacht, je komt niet voor je plezier op de spoed. De een wordt boos, de ander barst in tranen uit. Naderhand is het fijn om heftige ervaringen met collega’s te bespreken, daar haal ik veel steun uit.”
Beveiliger Abdel Ezzahir zorgt al jaren voor een veilig gevoel binnen ons ziekenhuis. Eerst in Harderwijk, tegenwoordig in Lelystad. “Ik ben er echt voor de mensen, zowel voor de patiënten als medewerkers. Naast beveiliger voel ik mij ook wel gastheer. Wat betreft de medewerkers zie ik dat wij elkaar helpen en aanvullen. Sinds de uitbraak van het coronavirus ben ik veel bezig met ‘naleven van de maatregelen’. Je hebt toch altijd mensen met een eigen mening, zij vinden de regels bijvoorbeeld maar onzin. Het is wennen voor iedereen. Links en rechts hoor ik wel dat de mensen brutaler zijn. Wij worden ook vaker ingeroepen. Bij een conflict probeer je op een nette manier met elkaar in gesprek te gaan en het op te lossen.”
Abdel is jaren geleden zelf een keer bedreigd. “Een bezoeker wilde zijn overleden broer zien, maar het lichaam was in beslag genomen door de politie. Ik mocht dit dus niet toelaten. Toen kreeg ik te horen ‘Als je mij nu niet binnenlaat, dan schiet ik je dood’. Ook enkele collega’s zijn toen bedreigd. Het was heftig en vergeten doe ik dit nooit. Gelukkig konden mijn collega’s en ik elkaar hierin steunen.”